Grote poppenrovers vanuit Turkije ingevoerd om eikenprocessierupsen op te eten

Emblem (Ranst) / -

Mezen, sluipwespen: de voorbije jaren werd er volop geëxperimenteerd met natuurlijke vijanden om de processierupsen zonder biociden onder controle te krijgen. De nieuwste hoop? Vanuit Turkije werd anderhalve maand geleden een legioen grote poppenrovers ingevoerd.

Kristin Matthyssen

Maandag werden in een afgesloten gaastent op Campus Vesta in Emblem (Ranst) de eerste poppenrovers op jonge eikjes met processierupsen losgelaten. “Ze moeten nog wennen aan het Vlaams ritme en klimaat”, klonk het. “Blijkbaar smaakt een eikenprocessierups anders dan een Turkse rups en willen ze in de zomer onder de grond kruipen. Maar die omschakeling komt wel in orde.”

Dankzij het nat voorjaar en de koude maand augustus in 2021 wijzen alle signalen erop dat 2022 een jaar met relatief weinig processierupsenhinder wordt. Maar volgend jaar kan de plaag weer volop toeslaan. Het proefproject met de Turkse kevers kadert in het bredere Europees project: LIFE Eikenprocessierups. Hierin werken vijf Belgische en Nederlandse provincies en het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek samen aan het biocidenvrij beheer van de rups met de irriterende haartjes.

Iedereen lust graag pijnboompitten, maar in Turkije kampen ze met dennenprocessierupsen. Om die te bestrijden worden er in Turkije 450.000 grote poppenrovers per jaar gekweekt. Deze Europese keversoort is door het DDT-gebruik in Vlaanderen zo goed als uitgestorven. Ze zijn verlekkerd op grote behaarde rupsen. “Maar wij denken niet dat ze een bedreiging gaan vormen voor andere vlindersoorten”, zegt Kathleen Verstraete, eikenprocessierupsenexpert van de provincie Antwerpen. “Tot dusver konden we ze enkel in het labo observeren, waar we merkten dat ze meer kruipen dan vliegen. Als we ze in het voorjaar loslaten, krijgen ze een zender van anderhalve millimeter op hun halsschild, waarmee we bijvoorbeeld kunnen volgen hoe ver ze vliegen. Het wordt dus een gecontroleerde herintroductie.”

Gedeputeerde Jan De Haes en onderzoekster Kathleen Verstraete zetten met plastic handschoenen de poppenrovers in de tent. ©  Joren De Weerdt

Anderhalve maand geleden werden 100 van die kevers plus 300 eitjes ingevoerd uit Turkije. “Van die 300 eitjes kwamen 210 larven uit”, zegt Luc Crevecoeur, coördinator Netwerk Natuuronderzoek van de provincie Limburg. “Zelfs die larven zijn al interessant, want ze eten al processierupsen.”

Killers

Grote poppenrovers blijken pleziermoordenaars. “Ze doden eerst vijftien processierupsen, om pas de zestiende op te eten”, zegt Crevecoeur, die al ondervond dat ze ook stevig kunnen bijten. “Ze hebben sterke kaken waarmee ze de rupsen openknippen. Je moet ze vastpakken als een sigaret, aan de zijkanten.”

Dat de Turkse gastarbeiders aan het klimaat en de Vlaamse eetgewoonten moeten wennen, heeft de onderzoekers wel wat verrast. “Ik moest ze in het labo elke dag wakker maken”, zegt Verstraete. “In Turkije kruipt de dennenprocessierups rond deze tijd van het jaar onder de grond. Ook de poppenrover overzomert er bijgevolg ondergronds, terwijl dat juist het tijdstip is waarop ze hier in Vlaanderen in actie moeten schieten. De ingevoerde poppenrovers lijken nog te leven op het Turks ritme. Ze moeten wennen aan de smaak van de eikenprocessierups, die kennelijk ander proeft dan de dennenprocessierups. Ik ben in de reptielenwinkel larven van wasmotten gaan kopen”, lacht Verstraete. “Maar in de Verenigde Staten, waar de grote poppenrover jaren geleden werd ingevoerd tegen de plakker, een nachtvlindersoort, is het gelukt om ze te ‘habitueren’. Je kan insecten eten geven als beloning. Voorlopig zitten ze ook nog veel op de grond, terwijl ze hier juist in de eiken moeten klimmen.”

Een poppenrover verkent een nest processierupsen. Voorlopig moeten ze nog wennen aan de smaak van de eikenprocessierups. Ze zijn Turkse dennenprocessierupsen gewend. ©  Joren De Weerdt

In de water en wind doorlatende tent op het provinciaal veiligheidstrainingscentrum Campus Vesta in Emblem zullen de onderzoekers het ingevoerde ‘vreemdelingenlegioen’ dagelijks observeren.

Een grote poppenrover is een blinkende zwarte kever. ©  Joren De Weerdt

Jan De Haes, gedeputeerde voor Milieu en Natuurbeleid, mocht de eerste poppenrovers in de gaastent zetten. En nee, ze vlogen niet vol grote honger op de processierupsennest die er was ingehangen. “Hij is nog aan het verkennen”, wijst De Haes naar de zwarte kever, iets kleiner dan een meikever. “Dit is een uniek onderzoeksproject voor West-Europa, met zeer veel interesse gevolgd door onze Nederlandse projectpartners en onze Limburgse collega’s. De poppenrovers krijgen nu een jaar om zich aan te passen in België. Deze kever veroorzaakt veel minder collateral damage of nevenschade dan wanneer je bijvoorbeeld de processierupsen uit de nesten gaat wegbranden, waarbij alle andere insecten ook sterven.”

Gedeputeerde Jan De Haes met een kever in de hand. “Je moet ze vastpakken als een sigaret.” ©  Joren De Weerdt

De Limburgse dienst voor Natuur en Milieu heeft door de jaren heen een grote expertise opgebouwd in kweekprogramma’s voor insecten. Daarom leidt de provincie Limburg het kweekprogramma. “We leggen niet alle eieren in één schaal,” vertelt Luc Crevecoeur, “een deel zal samen met de larven overwinteren in ons labo en gaat niet in een tent.”

Eikenprocessierupsen. ©  Joren De Weerdt

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER