Direct naar artikelinhoud
Voor u uitgelegdBelastingaangifte

Tijd om uw belastingbrief in te vullen: 10 tips van fiscaal expert Michel Maus om flink te besparen

Tijd om uw belastingbrief in te vullen: 10 tips van fiscaal expert Michel Maus om flink te besparen
Beeld Sven Franzen

Het is zover: u moet weer beginnen met het invullen van uw belastingbrief. Of u nu een vooraf ingevulde aangifte ontvangt of niet, u kan maar beter bij de pinken zijn. Hier zijn tien tips die fiscaal specialist Michel Maus graag op de valreep nog met u wil delen.

1. Dien uw aangifte op tijd in

Denk er zeker aan om uw belastingaangifte op tijd in te dienen om u zo heel wat kopzorgen te besparen. “Wie de aangifte nog op de ouderwetse papieren manier invult, zal dat voor 30 juni moeten doen, voor de digitale aangifte heeft u tijd tot 15 juli en als u het overlaat aan een boekhouder kan het zelfs nog tot 30 september”, legt professor fiscaal recht Michel Maus (VUB) uit. “Het kan wel zijn dat die termijn nog met een paar dagen wordt verlengd als er bijvoorbeeld technische problemen zouden opduiken.”

Maar beter vroeg dan laat. Maus: “Zelfs als je nog maar één dag te laat bent, heeft het in theorie al grote gevolgen. Zo kan de fiscus een belastingverhoging van minstens 10 procent op de verschuldigde belasting heffen en heeft hij drie jaar om een controle te doen in plaats van anderhalf. En het risico op zo’n controle neemt ook toe, omdat er dan een knipperlicht gaat branden bij de fiscus.”

Dient u helemaal geen aangifte in, dan volgt er een ‘aanslag van ambtswege’. Maus: “De fiscus zal op basis van de beschikbare informatie belastingen heffen. Het is dan aan de belastingbetaler om te bewijzen dat de belastingaangifte foutief is, terwijl de bewijslast normaal gezien bij de fiscus ligt. Dat brengt voor u dus heel wat extra werk met zich mee.”

2. Neem uw brief van vorig jaar erbij

Begin maar eens aan de 839 verschillende codes op uw belastingbrief. Maar staar u daar zeker niet blind op, het merendeel van de Belgen zal slechts een tiental codes moeten gebruiken. “Het is zeker niet slecht om er de belastingbrief van vorig jaar bij te nemen”, zegt Maus. “Het is een goede check om te controleren of alle codes wel ingevuld zijn. Zeker als er aan uw gezins- en werksituatie niet al te veel gewijzigd is: u bent niet veranderd van job of u heeft geen huis gekocht of verkocht.”

Maar neem niet alles klakkeloos over. Maus: “Enerzijds zullen de bedragen al helemaal anders zijn, maar anderzijds zou het ook kunnen dat u vorig jaar al een foutje heeft gemaakt. En dan sleept u dat ieder jaar weer mee. Dat kan u duur te staan komen.”

3. Kijk de vooraf ingevulde aangifte goed na

Het aantal mensen dat een vooraf ingevulde aangifte toegestuurd krijgt, neemt ieder jaar enorm toe. Vorig jaar ging het al over 3,8 miljoen Belgen, waarbij de fiscus gebruikmaakt van de fiches die door banken en werkgevers worden toegestuurd. Handig, zult u misschien denken, zo moet ik zelf helemaal niets meer doen. “En toch zou ik iedereen aanraden om deze aangifte in detail door te nemen”, waarschuwt Maus. “Elke keer weer zie ik toch wel heel wat onjuistheden. Eigenlijk zou de fiscus daarin voorzichtiger moeten zijn en enkel die codes invullen die 100 procent zeker correct zijn. Iedereen heeft het recht om niet meer te betalen dan wat wettelijk mogelijk is. Maar dat is dus niet het geval. We merken dat het ook niet wordt bijgestuurd. Oppassen, dus.”

Michel Maus.Beeld h

Zeker als u kinderen heeft die vorig jaar een vakantiejob deden. “Volgens de wet mogen zij dan nog altijd als ten laste beschouwd worden, maar dat kan al eens fout lopen op de vooraf ingevulde aangifte. Als uw kinderen niet meer ten laste van u zijn, dan zal de belastingvrije som verlagen en dat kan u toch al gauw enkele honderden tot zelfs duizenden euro’s kosten. 

Ook als u in 2020 of 2021 een woning of appartement heeft verkocht, is het oppassen geblazen. Vaak wordt het kadastraal inkomen nog voor het volledige jaar aangerekend en niet tot de dag dat uw eigendom verkocht is. 

Bij de fiscaal aftrekbare giften gebeurt het dan weer vaak dat ze niet allemaal zijn opgenomen. En dat terwijl ze toch voor 45 procent aftrekbaar zijn.”

4. Raadpleeg specialisten om u te helpen

Het is al meteen duidelijk dat er heel wat wolfijzers op de weg van uw fiscale aangifte te vinden zijn. Het is dan ook wijs om ze te laten controleren door iemand met kennis van zaken. Maus: “Dat kan bijvoorbeeld een boekhouder zijn, maar dat hoeft niet per se. Ook de vakbonden bieden een belastingservice aan, waar u langs kan gaan om alles te laten nakijken. Het zijn zij die trouwens aan de alarmbel trokken om te melden dat vier op de tien vooraf ingevulde aangiftes fouten bevatten.”

Maar ook bij de fiscale administratie zelf kunt u passeren voor een helpende hand. Maus: “Maar dat zou voor mij de laatste optie zijn. Want je gaat eigenlijk langs bij de fiscus, die het liefst heeft dat u zo veel mogelijk betaalt. Zo’n controleur zal er niet op wijzen dat u eventueel kan kiezen voor het bewijzen van uw werkelijke beroepskosten. Of hoe u de kinderlast het best verdeelt in nieuw-samengestelde gezinnen als ouders opteren voor het fiscaal co-ouderschap. Om het met een boutade te zeggen: wie controleert de controleur? Eigenlijk zouden er eens wat steekproeven moeten worden genomen om te kijken of de ambtenaar wel goed controleert en de juiste vragen stelt.”

5. Controleer uw werkelijke beroepskosten

Voor heel veel fiscale optimalisaties is het nu te laat. Eentje die u wel nog kunt overwegen, is het inbrengen van de werkelijke beroepskosten in plaats van het forfait. Maus: “Voor iedereen die werkt, neemt de fiscus aan dat hij of zij wel wat kosten maakt die te maken hebben met de job. En die kunnen van uw inkomen worden afgetrokken  om zo het belastbaar bedrag te verlagen. De meest werknemers kiezen voor het forfait: een bepaald percentage op uw loon wordt beschouwd als werkgerelateerde kosten zonder dat u dat moet bewijzen. Dat loopt op tot een maximum van 4.920 euro.”

Als u dus meer kosten zou maken, dan loont het dus de moeite om uw reële beroepskosten op uw belastingbrief in te vullen. “Voor werknemers met veel extralegale voordelen – denk aan een wagen, gsm, laptop, vergoeding voor thuiswerk – wordt dat zeer moeilijk. Maar in sectoren waarin dat niet het geval is, zoals het onderwijs, moet dat zeker afgetoetst worden. Leraars werken immers veel van thuis uit. Als zij daar een kantoortje hebben of een ruimte waarin ze hun voorbereidingen maken en toetsen nakijken, dan kan een gedeelte van de woning als aftrekbare kosten worden ingebracht. U moet dan meten hoe groot dat kantoor is en dat afzetten tegen de totale bewoonbare oppervlakte.”

Stel: u betaalt 1.000 euro per maand voor uw lening. Als uw kantoor een vijfde van de oppervlakte van uw appartement of woning uitmaakt, dan mag u dus 200 euro – een vijfde van 1.000 euro – van uw hypothecaire lening fiscaal aftrekken. Op één jaar tijd komt u zo al aan 2.400 euro, bijna de helft dus van het maximum van de forfaitaire aftrek. “En dan kunt u ook alle kosten die u maakt voor verwarming, elektriciteit, schoonmaak en nog veel meer voor eenzelfde gedeelte inbrengen. Koopt u bijvoorbeeld een computer van 1.500 euro die u enkel voor uw job gebruikt? Dan kan die afgeschreven worden over drie jaar en komt er nog eens 500 euro bij uw fiscale aftrek. Dat loopt dus al aardig op.”

En dan hebben we het nog niet over het woon-werkverkeer gehad. “Daarvoor kan u 0,15 euro per kilometer inbrengen. Stel dat u ongeveer tien kilometer van het werk woont, dan loopt dat toch ook al snel op tot 600 euro per jaar. Woont u nog verder, dan zal het zeker de moeite waard worden. Zelfs bij dit fictief voorbeeld kom je dus al heel snel in de buurt van het forfaitair maximum.”

Een gouden raad is dan ook om zelf eens een voormiddag de berekening te maken. Het kost u wel enkele uurtjes om alles netjes uit te rekenen, maar het kan u dan wel honderden euro’s op uw belastingen besparen. Bovendien, als u één keer die berekening gemaakt heeft, dan kan u die volgend jaar grotendeels overnemen. En toch blijkt uit cijfers van de FOD Financiën dat jaarlijks amper 3 procent van de mensen van deze mogelijkheid gebruikmaakt. 

6. Geef uw bitcoinwinsten aan

Vandaag de dag zijn er heel wat jongeren die geïnvesteerd hebben in bitcoins of andere cryptomunten. Die kunt u het best aangeven op uw belastingbrief, zegt professor Maus. “De doorslaggevende factor of u ze al dan niet moet aangeven is of het gaat over een normaal of abnormaal beheer van uw privévermogen. Maar dat is een enorm subjectief criterium, waar tien rechters elf antwoorden op kunnen geven. De fiscus doet vaak niet al te moeilijk, maar de problemen duiken nogal eens op bij de bank. Als u bijvoorbeeld een aantal bitcoins wil omzetten in euro’s, dan zal de bank navragen of u de winst al dan niet heeft aangegeven. Heeft u dat niet gedaan, dan komt u niet meer binnen bij de bank. U geeft uw bitcoins dus het best aan om latere problemen te vermijden. Het tarief is wel niet mals: je betaalt dan 33 procent op de meerwaarden.”

En bij gewone beleggingen in aandelen, stelt dat probleem zich daar ook? “Nee. Heel vaak zullen bank en fiscus dat als een normaal beheer van het vermogen beschouwen. Anders is het dus voor cryptomunten, maar ook voor kunst, shetlandpony’s en postzegelverzamelingen. Daarbij zal er gekeken worden naar een aantal criteria om het normale of abnormale karakter te bestuderen, zoals de snelheid van en het aantal transacties en de bedragen die erin omgaan. Dit zit allemaal nog in een grijze zone. De wetgever zou hier met duidelijke regels moeten komen.”

7. Wees aandachtig bij het invullen van uw woonkrediet

Wonen en huisvesting is tegenwoordig een regionale bevoegdheid: Vlaanderen, Wallonië en Brussel hanteren daarom andere regels over wat er met uw hypothecaire lening gebeurt. Maus: “Tot voor enkele jaren kon u een gedeelte van zo'n lening fiscaal aftrekken, maar dat systeem is helemaal op de schop gegaan. Toch geldt het nog steeds voor leningen die voor 2020 zijn afgesloten. En daarom is het belangrijk dat u op uw belastingbrief heel aandachtig de verschillende scenario’s doorneemt en de juiste codes en bedragen invult. Er zijn bij manier van spreken wel 27 verschillende statuten.”

Gelukkig krijgt u hiervan wel duidelijke fiches bij de bank. Maus: “Hierop staat aangegeven welke bedragen u bij welke codes moet invullen. Als u dat gewoon volgt, zit u wel goed. Hier is het ook ontzettend handig om gebruik te maken van de online aangifte. Maakt u dan ergens een foutje, dan kan het best zijn dat het systeem dit oppikt en er u op wijst. Nog een voordeel van zo’n aangifte is dat u meteen te zien krijgt hoeveel u zal terugkrijgen of moeten bijbetalen.”

8. Vergeet de onderhoudsuitkeringen niet

Een van de enige federale belastingverminderingen die nog bestaan, zijn de onderhoudsuitkeringen. Als u na een echtscheiding een bepaald bedrag betaalt voor het onderhoud van de kinderen, dan kunt u dat bedrag invullen op uw belastingbrief en een gedeelte recupereren. Controleer dat goed, dat zal nooit vooraf ingevuld zijn en kan u al snel enkele honderden euro’s per jaar opbrengen. Dat geldt ook voor andere vrijstellingen waar u recht op heeft, zoals de terugbetaling van uw woon-werkverkeer. 

Aan de andere kant zijn er ook bepaalde inkomsten die u wel geniet, maar die u helemaal niet moet invullen, zoals de inkomsten uit flexi-jobs in de horeca. Trouwens, als u ergens iets vergeten bent, dan krijgt u tot 15 juli één keer de kans om online verbeteringen aan te brengen. 

9. Bewaar alle bewijzen, maar stuur ze niet mee

Terwijl u uw belastingbrief invult, heeft u ongetwijfeld alle bewijzen verzameld. Maus: “Die moet u niet meesturen bij de brief zelf, dat heeft geen zin. Vroeger was dat een verplichting. Als u later controle zou krijgen, moet u ze wel kunnen voorleggen. In geval van fraude kunnen er nog controles tot zeven jaar terug gebeuren en binnenkort  zelfs tot tien jaar. Gooi alle bewijsjes dus niet te snel bij het oud papier. De kans dat u gecontroleerd wordt als u uw aangifte op tijd indient, is voor een gewone werknemer echter zeer klein.”

De burgers bij wie er gecontroleerd zal worden, zullen er afhankelijk van het risicoprofiel computergestuurd uitgepikt worden. En dus kan het zijn dat iemand met een heel eenvoudige aangifte zijn of haar leven lang geen controleur ziet passeren.

10. Denk nu al na over uw aangifte van 2023

Wie had gehoopt om hier nog allerlei interessante fiscale besparingstips te kunnen terugvinden, zal misschien ontgoocheld zijn. Die vindt u hier niet terug. Niet omdat we niet willen, maar gewoon omdat het daarvoor te laat is. De belastingbrief die u nu gaat invullen, gaat over uw inkomsten van 2021. Alles wat u in 2022 nog doet, haalt voor deze aangifte dus (bijna) niets meer uit.

“Maar het is zeker goed om nu al na te denken over uw belastingaangifte van volgend jaar”, zegt Maus. “U hebt nu nog zeven maanden de tijd om allerlei fiscaal interessante optimalisaties te doen, zoals pensioensparen tot 990 euro, het sponsoren van goede doelen die fiscaal aftrekbaar zijn vanaf 40 euro, dienstencheques, spaargeld stoppen in startende kmo’s of een rechtsbijstandsverzekering afsluiten.”

Maar door de stijgende prijzen van energie en voeding zal het voor velen nu niet zo eenvoudig zijn om extra uitgaven te doen. Geen probleem, bekijk eind november uw financiële situatie opnieuw. U heeft dan nog een hele maand om de situatie recht te trekken.

Krijg meer tips in ons dossier Belastingaangifte 2022.