Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenGoudkoorts

Waarom de goudkoorts zo hoog oploopt: ‘De waarde van geld erodeert. Het is niet de vraag óf er weer een bankencrisis komt, maar wannéér’

Waarom de goudkoorts zo hoog oploopt: ‘De waarde van geld erodeert. Het is niet de vraag óf er weer een bankencrisis komt, maar wannéér’
Beeld Getty Images

In tijden van crisis was goud altijd al een baken van standvastigheid in een oceaan van onzekerheid. Dat is nu niet anders. Door de oorlog in Oekraïne, de pandemie en de hoge inflatie ruilen steeds meer verontruste burgers hun spaarcenten in voor gouden staven en munten. Ze verbergen het goud zelfs als een schat in de tuin.

Peter (29), een wakkere zelfstandige uit Limburg, heeft samen met zijn vriendin een eigen huis gekocht. Hij is best trots dat zoiets hem op jonge leeftijd is gelukt. Alleen, het huis van het stel is niet helemaal af: het dak moet nog worden vernieuwd. Dat zou hun, hebben ze laten berekenen, 50.000 euro kosten. Maar als gevolg van de pandemie en de wereldwijde schaarste van bouwmaterialen zal dat bedrag waarschijnlijk oplopen tot 70.000 euro, een veel te grote hap uit hun budget. En dus heeft Peter gedaan wat hij tot voor kort ondenkbaar achtte: hij heeft het geld in goud gestoken, om later zijn dak te kunnen betalen.

Peter: “Ik heb me altijd terughoudend opgesteld als het over goud ging. Voor mij was het alsof ik bij een casinobezoek alles op zwart zou inzetten: een gok waarop je geen impact hebt. Mijn vriendin denkt daar anders over. Zij heeft heel langzaam het zaadje in mijn hoofd geplant. Twee jaar geleden, in het begin van de pandemie, heeft ze nog geprobeerd om me te overtuigen om goud te kopen, maar ik wilde er niet aan beginnen. Ik had beter naar haar geluisterd: een kilo goud was op dat moment 40.000 euro waard. Toen ik vier maanden geleden eindelijk overstag ging, was het ietsje duurder: 50.000 euro. (lacht) Maar goed, mij hoor je niet klagen: door de oorlog in Oekraïne heeft de prijs van het goud daarna naar bijna 60.000 euro gepiekt. En nu is hij alweer gezakt, naar een kleine 56.000 euro, maar het is nog altijd een behoorlijke winst. In elk geval veel meer dan wat een spaarboekje tegenwoordig opbrengt: niets. Met de inflatie verlies je geld door het op een bankrekening te laten staan.”

Peter is een schuilnaam. Hij is er als de dood voor dat mensen zouden vermoeden dat hij thuis goud heeft liggen. Daar kan alleen maar narigheid van komen.

Peter: “Het was al spannend genoeg toen we rechtstreeks van de goudhandel naar de bank reden om het goud in een kluisje te leggen, zonder één keer te stoppen: we wilden het lot niet tarten.”

Alexandre Convent.Beeld Guy Kokken

Ook Alexandre Convent, tradingdirecteur van goud- en wisselkantoor Gold & Forex International, is het niet ontgaan dat er sinds kort jongeren voor zijn neus staan aan de Brusselse Zuidstraat. Een intern onderzoek van het kantoor heeft uitgewezen dat de doorsnee klant nog altijd tussen de 50 en 75 jaar oud is en van het mannelijke geslacht, maar steeds vaker duiken studenten op in het hoogbeveiligde pand.

Convent: “Ons publiek is breder dan vroeger: iedereen probeert een oplossing te verzinnen voor de inflatie die de waarde van het geld aantast. Als een jongere bij ons een Napoleon koopt, een gouden munt van 20 frank die in de tijd van Napoleon is geslagen, behandelen we hem met evenveel respect als iemand die een staaf van één kilo goud bestelt. Voor een jongere is 300 euro veel geld, daar heeft hij voor gespaard.”

Het gaat hard in het Brusselse kantoor, zegt Convent. In het begin van het jaar bedroeg de levertermijn voor een staaf goud één week, intussen mag je op anderhalve maand rekenen. “Terwijl de smelterij op volle toeren draait: ze werken in drie shifts, maar de vraag is te groot.”

Convent somt op waarom de goudkoorts momenteel zo hoog oploopt: “De inflatie, de oorlog in Oekraïne en de pandemie. In die volgorde.”

Convent: “Mensen zijn onzeker: ze weten niet wat de toekomst brengt. Inmiddels is alles van waarde ook digitaal geworden, met alle risico’s van dien: je vermogen kan op slag verdwijnen. Mensen snakken naar iets tastbaars, iets dat je in handen kan houden. Stel dat het hier ook oorlog wordt, dan kun je met goud altijd in het buitenland terecht. Iedereen, over de hele wereld, aanvaardt het. Dat is wat anders dan wat de Oekraïeners overkwam toen ze naar het Westen vluchtten: ze konden niets meer aanvangen met hun geld.”

Het is wel aandoenlijk, zegt Convent, hoe zenuwachtig mensen zijn als ze goud kopen. Ze staan bijna allemaal te schutteren als ze een staafje ter grootte van een telefoon in handen krijgen. Een glanzende telefoon, weliswaar, die 56.000 euro waard is.

Convent: “We proberen mensen in alle rust op te vangen: we geven ze een plek op de privéparking, een kop koffie met een koekje, we leggen alles rustig uit, en toch zijn ze van slag. Dat merken we ook als ze kleine goudstaven en munten aan ons verkopen, meestal familiestukken die deel uitmaken van een erfenis. De oprechte verbazing die op hun gezichten verschijnt als ze te horen krijgen hoeveel een beetje goud waard is: ‘42.000 euro? We zullen maar verkopen, zeker?’ (lacht)

“De waarde van goud schommelt, maar op lange termijn is het altijd een goede belegging: in 2000 kostte één troyounce goud (31,1 gram, red.) 300 dollar, vandaag kost het 1.800 à 1.900 dollar. Het goud is in twintig jaar tijd zes keer in waarde gestegen.”

Een Antwerpse financieel adviseur, die anoniem wil blijven: “In de eerste eeuw voor Christus kon je je voor twee ounce goud de tuniek van een Romeinse senator aanschaffen, in de middeleeuwen het harnas van een ridder, nu heb je er het maatpak van een CEO voor. Goud behoudt zijn koopkracht doorheen de eeuwen. Ik zeg altijd: ‘It won’t make you rich, it will prevent you from becoming poor’ – je wordt er misschien niet rijk van, maar arm zeker ook niet.

“Voor mij is het een brandverzekering. Je hoopt dat je het nooit nodig hebt, maar als het brandt, ben je safe.” Hij zwijgt even. “Het punt is: voor veel mensen staat de wereld momenteel in brand.”

Domino-effect

“Ik snap dat mensen zenuwachtig zijn als ze hun juwelen verkopen”, zegt Kris Moonen, filiaalhouder van Goudwisselkantoor in Mol.

Moonen: “Ze willen er een eerlijke prijs voor. Die krijgen ze niet overal: ik hoor verhalen van concurrenten die 20 in plaats van 40 euro voor een gram goud betalen. Dat is niet netjes. Je mag de onwetendheid van mensen niet exploiteren. Klanten weten soms zelfs niet dat je op de aankoop van goud geen belasting betaalt.

“Voor de meeste klanten is het allemaal nieuw: tot voor enkele maanden hadden ze er niet over gepiekerd om goud te kopen, nu zie ik ze blokjes van één gram kopen vanuit het idee: ‘Als het oorlog wordt, zullen we tenminste eten kunnen kopen bij de boer.’

“Ook hier is het tegenwoordig druk-druk-druk. Mijn omzet is verdubbeld in een half jaar tijd. En ik ben geen uitzondering: Goudwisselkantoor heeft meer dan honderd filialen in België, Nederland en Duitsland. Het laatste jaar zijn daar tien kantoren bijgekomen. In Duitsland komt er elke maand een nieuw kantoor bij. De vraag naar goud is ontzettend groot.”

Johan de Ruiter, de Nederlandse algemeen directeur van Goudwisselkantoor, heeft de cijfers paraat.

De Ruiter: “Het aantal verkoopstransacties van goud is dit jaar met 69 procent gestegen in onze Belgische kantoren. Sinds de uitbraak van de oorlog in Oekraïne is de verkoop van goudstaven er door het dak gegaan: plus 60 procent in vergelijking met het vierde kwartaal van 2021. De tweede week van januari (toen de oorlog in Oekraïne nog moest beginnen, red.) was er zelfs een meerverkoop van 239 procent ten opzichte van diezelfde periode in het voorgaande kwartaal.”

Moonen ziet twee redenen waarom zijn kantoor momenteel zo goed in de markt ligt.

Moonen: “Vorig jaar hebben mensen 10 à 12 procent op hun spaarrekening verloren door de inflatie. Ook de beurzen gaan geregeld in het rood. Goud behoudt wel zijn waarde: in het afgelopen jaar is het met 10 à 12 procent in waarde gestegen, het houdt gelijke tred met de inflatie.

“Mensen zijn ervan overtuigd dat er iets met de banken staat te gebeuren. Ze vertrouwen het niet meer: de overheid geeft te veel geld uit. Voor elke nieuwe crisis worden er hoge stapels euro’s bijgedrukt: op die manier verliest het geld zijn waarde. Als de banken straks omvallen, denken mensen, kunnen wij niet meer aan onze centen. Sinds een half jaar maak ik het minstens één keer per week mee dat iemand zijn spaarcenten, honderdduizenden euro’s, voor goud inruilt. Mensen zijn bang. En met hun angst steken ze anderen aan. Het is een domino-effect. Het gaat zelfs zo ver dat ze hun goud niet meer in een kluis van de bank durven te leggen: ‘Wat als de bank failliet gaat? Zullen wij dan nog in onze kluis kunnen?’ Ik ken klanten die thuis een half miljoen euro in goud hebben liggen. Sommigen steken het in de grond, echt waar. Goud in de grond is de hedendaagse variant van geld onder de matras.”

Ronny, belegger in goud: “Je moet op de hoogte zijn als je goud verkoopt aan een handelaar, anders zet hij je in ’t zak. Ik heb het zelf meegemaakt in Leuven: een handelaar wilde me kosten aanrekenen waarop hij geen recht had. En ik had ook niet de indruk dat zijn weegschaal scherp afgesteld stond. Ik ben onverrichter zake naar huis teruggekeerd. Nu bel ik met een handelaar voor ik naar hem toega: aan de telefoon spreken we de prijs af. Zo doe ik het veiligheidshalve. Het gebeurt dat ik in de winkel sta en de prijs alweer gezakt is: de prijs van het goud fluctueert ontzettend.”

Goudpot op zolder

Bert Cools, docent en coach uit Diest: “Vroeger mocht je geld pas bijdrukken als je dezelfde waarde in goudreserve bij de Nationale Bank had uitstaan. Dat systeem hebben we al een poos losgelaten. Nu drukken we geld bij wanneer we het nodig hebben. Maar het probleem is: de overheid heeft het om de haverklap nodig. De waarde van het geld erodeert. Het is niet de vraag óf er, zoals in 2008, weer een bankencrisis komt, maar wannéér die komt. In Nederland is Amsterdam Trade Bank, een dochter van de Russische Alfa Bank, vorige maand failliet verklaard: het lijkt op het begin van een onheilspellende evolutie. Professionals uit de bankwereld zeggen mij onder vier ogen: ‘Haal je geld bij ons weg, koop goud.’

“Goud lijkt, samen met vastgoed, het enige zekere alternatief voor aandelen of obligaties. En voor minder gegoede mensen, zoals ikzelf: ecologische investeringen zoals een zonneboiler, zonnepanelen of een warmtepomp. We moeten onszelf beredderen, we moeten meer inzetten op lokale activiteit en zelfvoorzienend worden. Dat zie ik overal om me heen gebeuren. Cohousing is een trend, maar net zo goed is het een trend om in het buitenland te gaan wonen: heel wat mensen trekken weg om een ander leven te beginnen. Jongeren die niet meer in het systeem willen meedraaien, mensen van middelbare leeftijd die zich uitgeperst voelen.”

Angst is het sleutelwoord, zegt Cools. En corona heeft daar niet bij geholpen. Cools, een voormalige verpleger, is ervan overtuigd dat de overheid en de media ons heel wat banger voor het virus hebben gemaakt dan noodzakelijk was. Met als gevolg: een diep wantrouwen jegens het establishment. En wie vertegenwoordigt het establishment meer dan de banken?

Cools: “Mij maak je niet wijs dat banken niet kunnen omvallen. Veel van de mensen die ik begeleid hebben al hun spaargeld, van 100.000 tot 1 miljoen euro, van de bank gehaald om in gouden staven en munten te beleggen. Dat goud komt dan in bankkluizen te liggen, maar evengoed krijgt het elders een plaatsje: thuis in een eigen kluis, in een goudpot op zolder, diep verborgen in de grond, ingemetseld in de vloer, in de chape. Iemand zei zelfs dat hij het goud in zijn waterbuizen bewaarde.”

Jeroen Vandamme, uitgever van het financiële magazine Analyse: “Goud kan in deze tijden een oplossing zijn, maar het wordt steeds moeilijker om het bij grootbanken te kopen: het is niet rendabel. In België verdwijnt minstens één bankkantoor per dag, er zijn dus ook steeds minder kluizenzalen ter beschikking. De bank stelt ook steeds minder kluizen ter beschikking. Waar moeten mensen heen met hun goud?

“Ik herinner me een interview waarin zwembadbouwer Willy Naessens ervoor uitkwam dat hij geld in de grond had verstopt. Geloof maar niet dat hij de enige is. Toen ik op mijn 23ste solliciteerde naar een baan als private banker in West-Vlaanderen, vroegen ze op het sollicitatiegesprek wie volgens mij de belangrijkste klanten waren. Ik zei: ‘Grootondernemers.’ Fout. Foor- en kippenkramers! Zelfstandigen die het geld oppotten dat ze verdienen, die met hun doe-het-zelfmentaliteit lak hebben aan een overheid die, zoals in 2020, met drones gaat controleren of je wel in je bubbel zit. Ze haten een overheid die met haar digitale oog elke financiële transactie ziet. Maar ze hebben wel een zwak voor goud dat je desnoods honderd jaar lang onder de grond steekt en daarna weer glanzend bovenhaalt, zonder dat je er belasting voor betaalt.”

Cools: “Wat mij opvalt: als mensen hun spaargeld voor goud hebben geruild, worden ze rustig. Er valt iets van ze af. Het is alsof ze zich hebben losgekoppeld van het systeem: ze zijn weer vrij.”

Vandamme: “Investeerders in bitcoins zijn een ander publiek, maar het fundament van de cryptobeweging is precies hetzelfde: wantrouwen jegens de overheid die de begroting laat ontsporen. Overheden en centrale banken zitten met een imagoprobleem.”

Juwelier Cathérine Ghiotto.Beeld Guy Kokken

Kidnapping

Flor heeft veertig jaar lang goud gekocht en af en toe ook verkocht. Hij huldigt twee regels. “Eén: zolang je niets verkoopt, verlies je niets. En twee: als je goud nodig hebt, heb je een probleem.” Hij sluit niet uit dat hij binnenkort een probleem heeft. “De spanning tussen Oost en West neemt toe, dat herinnert aan toestanden uit het verleden. Ik ben bang dat er, met de bevolkingsexplosie die in Afrika op til is, te weinig voedsel op aarde zal zijn. Als het oorlog wordt, zal het om voedsel gaan.”

Ook hij wil anoniem blijven. “Je spreekt niet over goud. Het volstaat dat mensen weten dat je het bezit om je bij je thuis de kop te komen inslaan.”

“Het is soms een gevaarlijke business”, zegt juwelier Cathérine Ghiotto van Golden Arts Ercato aan de Brusselse Zuidstraat, waar het wemelt van de goudhandels. Veertien jaar geleden werd ze het slachtoffer van een tigerkidnapping: een misdaadbende had zich verborgen in haar badkamer, thuis in Waals-Brabant, ze bonden haar man vast op een stoel en gooiden haar in de koffer voor een helse rit naar de kluizen in Brussel. In de hoofdstad kon de politie op het nippertje verijdelen dat ze een uzi tegen haar hoofd kreeg nadat ze een verkeerde code voor de kluizen had gegeven. Ghiotto was zeven maanden zwanger. “Met mijn dochter is alles goed gekomen”, zegt ze. “Onze collega, Dominique Legros, heeft minder geluk gehad: hij vond al die veiligheidsmaatregelen voor juweliers zwaar overdreven. Twee jaar later is hij in deze straat met een plastic zak over zijn hoofd gewurgd.”

Ondanks de gewelddadige voorgeschiedenis heeft de zaak van Ghiotto meer de allure van een koket koffiehuis dan van een gepantserde burcht: als ze niet oplet, gaan haar twee hondjes met de glimmende stenen in de vitrine aan de haal. Achter de loketten heeft ze vandaag de tafel gedekt voor een kortademige 78-jarige Fransman, een klant van vele jaren, die familiestukken in de aanbieding heeft én zelfgemaakte hazenpastei. “Ik kom naar hier om mijn spullen te verkopen”, zegt hij. “In Frankrijk houd ik er niets aan over. Ce sont des voleurs – schrijft u dat zeker op? Frankrijk pluimt ons met zijn taksen. Hier kan ik een redelijke prijs krijgen.”

Als de Fransman weer buiten staat, zegt Ghiotto: “Hebt u zijn adem gehoord? Hij heeft vast niet lang meer te leven.”

Ghiotto: “Ik heb klanten uit Noorwegen, Frankrijk, Italië, Wallonië en Vlaanderen, maar ik ken al hun verhalen. Ik heb twee petten op: ik ben commerçante én psychologe. Het is mijn taak om een commerciële waarde toe te kennen aan dingen die deel uitmaken van een groter emotioneel geheel. Daarvoor moet ik de juiste prijs geven.”

En die is?

Ghiotto: “Zo hoog mogelijk. (lacht) Maar dat valt goed mee tegenwoordig: de goudprijs is nog nooit zo hoog geweest. Daarom komen hier ook zoveel klanten, ik schat zo’n zeventig per dag.

“Ik weet hoe zwaar het sommigen valt om familiejuwelen af te staan. Het gaat nog als het, zoals in het merendeel van de gevallen, om de verdeling van een erfenis gaat. Maar soms komen mensen ook om een energiefactuur te kunnen betalen, of, erger nog, een kankerbehandeling of begrafeniskosten. Dat zijn heftige momenten, maar ik zeg altijd: ‘Kom later nog eens terug, ook al heb je dan niets meer te verkopen.’ Ik wil weten hoe het met mijn klanten gaat.”

Ze laat zien wat ze recent heeft geoogst: een ragfijne halsketting, een matgouden bracelet, glinsterende oorbellen, stijlvolle horloges, vergulde balpennen, zilveren munten, een Engelse gifring (‘een Engelse specialiteit’), een art-décohangertje met haarlok, een kettinkje met kindertand. Een stoet van de wonderlijkste kleinoden komt voorbij, maar het oordeel van Ghiotto is onverbiddelijk: “95 procent gaat naar de smelterij, daar kan ik niets mee beginnen.”

Ghiotto: “Het is opmerkelijk hoeveel je van mensen terugziet in de sieraden die ze op hun huid hebben gedragen. Als het goud van een halsketting op een bepaalde manier mat is geworden, weet ik: deze vrouw was ziek aan haar lever of pancreas. Als ik het navraag, blijkt het meestal ook te kloppen. Je wordt hier Sherlock Holmes voor je het beseft. (lacht)

Hebt u ook snel door wanneer u crimineel goud in handen krijgt?

Ghiotto: “Dat is eenvoudig: als mensen bij een verkoop hun identiteitskaart weigeren af te geven. Bij ons gebeurt elke betaling boven de 500 euro met overschrijving. Dat weten criminelen. Daarom blijven ze hier weg.”

Kidnapping
Beeld Guy Kokken

Woekerende haaien

Even verderop in de hoofdstad, in het Marollenkwartier, staat een man voor het loket van de Berg van Barmhartigheid, het laatste pandjeshuis van het land. Het huilen staat de gepensioneerde beroepsmilitair nader dan het lachen. Praten valt hem zwaar. “Mijn vrouw had vroeger een café. U weet hoe dat gaat: des hauts et des bas, nu eens ging het goed, dan weer slecht. Om haar commerce te kunnen blijven laten draaien, heeft ze op een bepaald moment juwelen in onderpand gegeven. Maar twee jaar geleden is ze gestorven en intussen betaal ik jaarlijks 150 euro rente voor juwelen die hier worden bewaard: dat heeft geen zin. Ik heb besloten ze terug te kopen. Maar het zal niet makkelijk zijn om ze weer in ontvangst te nemen: ik had liever mijn vrouw weer mee naar huis genomen.”

Cathy Vaessen, woordvoerder Berg van Barmhartigheid: “97 procent van onze klanten nemen hun stukken terug. Dat is de bestaansreden van onze instelling: we doen er alles aan opdat mensen hun schulden zouden kunnen betalen. We vragen ook niet waarom ze die hebben. Het volstaat dat ze een identiteitskaart uit de EU bij zich hebben en meerderjarig zijn.”

De Berg van Barmhartigheid is de oudste financiële instelling van het land. Het doel is nog altijd hetzelfde als enkele eeuwen geleden: mensen redden van de haaien uit het woekercircuit.

Jan Declercq, directeur: “Klanten krijgen voor hun stukken een lening van 50 à 70 procent van de geschatte waarde bij openbare verkoop. Als mensen niet in staat zijn de rente op dat bedrag te betalen (6,5 procent op jaarbasis in de eerste zes maanden, 10,5 procent daarna, red.), moeten we wel overgaan tot verkoop. Zelfs als de goudprijs intussen is gezakt, hoeven ze meestal niet bij te passen. En omgekeerd: als de prijs van het goud is gestegen, is de bonus dikwijls groter. De bonus is integraal voor hen.

(bladert in zijn papieren) Hier heb ik het cijfer: 50 procent van de toewijzingsprijzen bij openbare verkoop gaat als bonus terug naar de eigenaar. Maar de nood aan snel geld groeit. Het uitstaande leningsbedrag is historisch hoog: 24 miljoen euro. In 2019 was dat 22 miljoen euro, in 2015 20 miljoen euro.”

Vaessen: “De drempel blijft hoog: mensen schamen zich om bij ons over de vloer te komen. Ze beschouwen het als een eerste stap in de richting van de armoede. Ten onrechte: echte armen blijven hier weg, ze hebben geen mooie stukken om in onderpand te geven. Ons publiek is erg divers: we hebben leningen uitstaan van 30 tot 30.000 euro.”

Declercq: “Onze gemiddelde lening is 750 euro.”

Vaessen: “Daarmee betaal je een energiefactuur.”

Even later vindt een openbare verkoop plaats in een aparte vleugel van het zwaar beveiligde gebouw, waar een twintigtal geïnteresseerden is opgedaagd. Ook aan de telefoon en online zitten kandidaat-kopers klaar om te bieden op de gouden broches, armbanden, ringen en hangertjes die twee uur lang de revue zullen passeren. Een man in de zaal vertelt dat hij al veertig jaar lang een regelmatige bezoeker is. “Dat geeft me adrenaline”, zegt hij. “Zoals in het casino.” Een vrouw zegt: “Je koopt hier stukken voor de helft van de winkelprijs.” En een 70-jarige man in trainingspak beweert dat hij uitsluitend op gouden munten uit is. “Mijn vader was bankier. Hij zei altijd: ‘Vergooi je geld niet aan aandelen.’ Hij is gestorven voor ik het zelfs maar kon overwegen: ik was 25 en ik had geen rooie duit. Gelukkig bleek mijn vader muntstukken in zijn huis te hebben verstopt. Mijn zus en ik hebben ze verkocht: zo heb ik overleefd. Nu probeer ik, met het geld dat ik heb verdiend, gouden munten terug te kopen, als cadeau voor mijn kinderen en kleinkinderen.”

Een gouden berg

“Ik zal even voordoen hoe je goud controleert”, zegt Peter Jan Timmerman, zaakvoerder van goudhandel Pejati uit Tessenderlo. Hij wrijft met een gouden armband over een stenen plaat en laat daarna wat bijtend zuur over de strepen druppelen.

Timmerman: “Als een streep oplost, weet je dat het goud niet echt is. Met zuren van andere sterktes kun je dan weer vaststellen om hoeveel karaat het gaat. Als er daarna nog discussie is, haal ik mijn spectrometer erbij: een röntgenstraal meet precies hoeveel goud in een juweel aanwezig is.”

Hij lacht trots: een goudsmid van opleiding maak je niets wijs. Dat is bij grote ketens, waar ongekwalificeerde verkopers de dienst uitmaken, wel anders.

Timmerman: “Mensen weten dat ze hier een juiste prijs krijgen. Het geld staat ook binnen de minuut op hun rekening. Daarom heb ik klanten uit het hele land, Nederland én Frankrijk.

“Laatst kieperde een oud vrouwtje op mijn bureau haar handtas leeg, die tjokvol gouden blokjes en munten zat. Een gouden bérg. Ze had haar kluis leeggemaakt, zei ze. Ze wilde vastgoed kopen. De stukken waren samen meer dan 1 miljoen euro waard. Binnen de minuut heb ik een eerste schijf overgeschreven, ’s anderendaags de tweede.”

Er is weer goudkoorts onder de mensen, zegt Timmerman. Sinds de oorlog in Oekraïne is de interesse voor het glanzende edelmetaal exponentieel toegenomen.

Timmerman: “Mensen willen iets achter de hand hebben voor als het slecht gaat. Wat als de banken failliet gaan? Wat als het internet plat valt? Ik zeg altijd: zet 10 procent van je vermogen in goud om. Met 10 procent kun je herbeginnen wanneer je alles verliest. Vroeger gebeurde het af en toe dat een particulier zijn spaargeld in goud omzette, nu doet de helft van mijn klanten het.”

De goudhandelaar doet dezer dagen nog opmerkelijke vaststellingen.

Timmerman: “In de voorbije weken kwamen verscheidene mensen bij me om munten te laten schatten. Ik wilde ze uitbetalen, maar dat hoefde niet, zeiden ze. Ze betaalden ermee. U hoort het goed, jazeker: munten zijn in bepaalde kringen een alternatief betaalsysteem aan het worden.

“Ik heb een klant gehad die alleen maar munten van een bepaalde diameter wilde. Ik zeg: ‘Waarom ben je daar zo strikt in?’ ‘Omdat ik ze anders niet kan verstoppen’, zei hij. ‘Ze zitten allemaal in mijn trapleuning.’

“Ik adviseer altijd een kluisje in de bank, maar mensen bewaren goud op de gekste plekken: in de lambrisering, in de dubbele wand van een kast, tussen het ondergoed, onder de matras ook. Het zijn vaak degenen die het nu nog altijd zonder computer, smartphone of gps doen. U hebt geen idee van de verhalen die ik te horen krijg.

“Eén voorbeeld: een klant koopt bij een collega-handelaar 7 kilo goud. De klant, een oude man, zegt: ‘In ruil voor een mooie prijs bezorg jij het goud bij mij thuis.’ Mijn collega stemt in, maar als hij met het goud bij de oude man thuis komt, vraagt die hem om het te begraven en op de juiste plekken een vlagje te planten.’ (schudt het hoofd) Mijn collega heeft dat dus gedaan.”

Goudhandelaar Peter Jan Timmerman.Beeld Guy Kokken

De bubbel barst

Marketingdirecteur Alexandre Convent heeft er een hard hoofd in. “De vraag naar goud is te groot. Dit kan niet blijven duren. Vroeg of laat zal de koers ontploffen.” Financieel expert Jeroen Vandamme deelt dat inzicht.

Vandamme: “Door de oorlog in Oekraïne zullen de rentes blijven oplopen. Er zal iets ontploffen op de financiële markten, met de ene inflatiegolf die op de andere volgt: het zal véél pijn doen. Vergelijk het met wat in de jaren 70 is gebeurd, maar je zult voor hulp niet bij de bank moeten aankloppen. Je kunt beter zelf speculeren of, met een mooi woord, investeren.”

In 2017 maakte u de lezers van Analyse attent op het bestaan van rodium, een zeldzaam metaal dat 700 dollar per troyounce opbracht. Intussen is het 20.000 dollar waard. Hebt u nog zo’n geheimtip?

Vandamme: “Waarom zou je geen goud meer kopen? De prijs in dollars is niet zoveel hoger dan tien jaar geleden. In euro’s wel, maar de koers van de euro is zwakker dan die van de dollar. Ik zou zeggen: blijf goud kopen, zolang de grens van de 2.000 dollar per troyounce niet wordt overschreden.”

De Antwerpse financieel adviseur is het daar niet mee eens: “Koop goud als het vrede is in de wereld, dan staat de prijs belachelijk laag. Nu zou ik het niet doen.”

De Ruitter: “De waarde van goud is als de waterspiegel: hij stijgt door de eeuwen heen, al is het wel een keer eb en vloed.”

In Limburg blinkt Peter, de jonge zelfstandige, nog altijd van tevredenheid dat hij gouden munten heeft gekocht.

Peter: “Vorige maand las ik dat N26, een Duitse onlinebank, zijn klanten de toegang had ontzegd, onder wie tientallen Belgen. Dat stemt tot nadenken. In de pandemie is duidelijk geworden dat we kwetsbaar zijn als schakel in een mondiale economie: op een bepaald moment dreigden zelfs basisproducten als bloem en suiker schaars te worden. We moeten ons leven anders organiseren: de bubbel staat op barsten.”

© Humo