Direct naar artikelinhoud
InterviewPsycholoog Jan Derksen

Expert ziet grote toename narcisten: ‘Onze cultuur is doordrenkt door het zélf van mensen’

Hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen (69).Beeld Marcel van den Bergh, Getty

Het lijkt soms wel of er nooit zoveel narcisten zijn geweest als nu. Dat vindt ook hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen (69), die vreest dat daar ook niet meteen een ommekeer in zal komen. ‘Zonder dat we het hebben opgemerkt, is er een nieuw type mens ontstaan.’ 

De artiest die zijn vriendin mishandelt en daar onbekommerd een album over vol rapt. De vrouw die haar zorgen over de oorlog in Oekraïne deelt via een Instagram-selfie in de zon, glas rosé in de hand. De man die het hoogste woord heeft op een verjaardagsfeestje, en daarbij vooral over zichzelf praat.

Goede kans dat ze alle drie lijden aan een overvloed aan narcistische trekjes. Met een beetje narcisme is niets mis, zegt emeritus hoogleraar klinische psychologie Jan Derksen, misschien wel de grootste Nederlandse expert op dit gebied. Je mág jezelf een belangrijke plaats op je eigen podium geven, vindt hij. Noem het zelfliefde. “Dat heb je ook nodig om goed in de maatschappij te kunnen functioneren. In een gezonde situatie is het verschil tussen hoe we naar onszelf kijken en het beeld van een soort ideale mens groot. Bij narcisten is die afstand veel te klein, zij plaatsen zichzelf dicht bij dat ideaalbeeld.”

Narcisme is iets van alle tijden, weet Jan Derksen. Maar in zijn overtuiging is het in de geschiedenis van de mensheid nog nooit zo alomtegenwoordig geweest als in de westerse wereld anno nu. Een tijd waarin we ons in onze hang naar bevestiging en likes suf instagrammen en tiktokken, maar aan het lezen van een goed boek nauwelijks nog toekomen. Waarin influencers – de camera constant op zichzelf gericht – honderdduizenden volgers hebben. Waarin het voor politici belangrijker is om in beeld te zijn dan om belangrijk parlementair werk op de achtergrond te doen. Waarin de weergave steeds vaker belangrijker lijkt dan de inhoud, kortom.

Jan Derksen.Beeld Marcel van der Vlugt

Zijn we echt narcistischer geworden?

“Daar ben ik van overtuigd, en dat is ook uit wetenschappelijk onderzoek gebleken. Kijk, Chinese keizers uit het verleden waren zo narcistisch als maar kon, dat soort extreme gevallen heb je altijd gehad. Maar nu is dat voor veel grotere groepen het geval. We zijn extraverter geworden, zelfverzekerder, egocentrischer, minder empathisch. Naar mijn idee heeft de homo sapiens na de Tweede Wereldoorlog een nieuwe versie van zichzelf gecreëerd. Zonder dat we het hebben opgemerkt, is er een nieuw type mens ontstaan. Een mens die zich op de buitenkant richt in plaats van op zijn binnenwereld.”

Hoe zien we dat terug in de wereld waarin we leven?

“Het zélf van mensen wordt heel erg gevoed, onze cultuur is ervan doordrenkt, sinds de opkomst van sociale media helemaal. We zien continu gezichten in beeld. Zet de televisie eens aan, grote kans dat je in een talkshow belandt. De mensen die daar zitten, zijn meestal niet nerveus. Ze horen zichzelf juist graag praten, ze genieten er zichtbaar van. Hetzelfde geldt voor influencers. Dat soort mensen leefde voorheen in de anonimiteit. Nu kunnen ze vanaf een zolderkamertje aandacht van de hele wereld krijgen. Die aandacht werkt verslavend in ons brein. Op een gegeven moment kun je moeilijk nog zonder.”

Wat u zei over een nieuwe versie van de mens, was dat een grap?

“Nee, nee! Ik ga over een paar jaar iets publiceren waarin ik deze nieuwe versie van onszelf grondig analyseer. Kijk, onze persoonlijkheid, die is er nog niet als we geboren worden. Een deel van de hersenen is bij de geboorte nog maar net af. Daarna komt het proces van hechten en opvoeden. Ook de cultuur waarin we leven komt binnen. Alles bij elkaar vormt dat je als persoon. Dus de mens van nu is wel degelijk anders dan de mens van een eeuw geleden.”

Ontstaan narcistische trekjes al in de kindertijd?

“Ja. Het opgroeien van een kind begint met hechting, het ontwikkelen van basisvertrouwen. Daarbij is het kind een verlengstuk van zijn ouders of andere verzorgers. Maar op een gegeven moment ontdekken kinderen zichzélf in de spiegel, vinden dat een prachtig beeld. Ze gaan lopen en iedereen gaat opzij. Ze ontwikkelen het gevoel dat de wereld aan hun voeten ligt. Daar begint het narcisme, en dat is een noodzakelijke fase in de psychologische ontwikkeling. Maar het is wel cruciaal hoe ouders hiermee omgaan, of ze het in toom houden.”

Voeden we onze kinderen tegenwoordig zo op dat narcistische trekken meer ruimte krijgen?

“Zeker. De huidige opvoeding is er meestal op gericht om het kind zich zoveel mogelijk te laten ontplooien. Ze worden op een troontje geplaatst. Als ze een tekening maken is die prachtig, fantastisch. Vroeger bepaalden de ouders veel meer wat er gebeurde. Een kind kreeg regelmatig op zijn donder, was zich daardoor bewust van gevaar, van wat níet kon. De ánder was in verhouding veel belangrijker. En dat geldt bijvoorbeeld ook voor religie. Dingen die buiten het kind zelf staan. Ik zeg niet dat het allemaal ideaal was, maar het was anders. Een kind groeide op met veel meer psychologische remmingen dan nu.”

Expert ziet grote toename narcisten: ‘Onze cultuur is doordrenkt door het zélf van mensen’
Beeld Getty Images via AFP

Wat heeft dat voor gevolgen als we ouder worden?

“Het zorgt de laatste generaties voor mensen die minder kritisch naar zichzelf en hun eigen gedrag kijken. We voelen ons heel comfortabel, onkwetsbaar, denken dat ons weinig kan gebeuren. Bij sommige bekende Nederlanders zie je dat dat onkwetsbare, machtige gevoel het overneemt van ons vermogen om ons kwetsbaar, fragiel en zwak te voelen. Terwijl die laatste gevoelens beter bij de realiteit passen dan grootheidsfantasieën. We zijn namelijk hartstikke kwetsbaar. Kijk naar de oorlog, naar corona, naar klimaatverandering. Ik ben 69. Er kan elk moment een propje vet in mijn hersenen schieten en dan kan ik een gesprek als dit nooit meer voeren.”

Over mensen gesproken die denken dat hen weinig kan gebeuren: het wemelt van de bekende mensen die hun handen niet thuis kunnen houden.

“Wie in zo’n positie terechtkomt, is meestal al tamelijk narcistisch aangelegd, anders zoek je de spotlights ook niet op. Als je dan aandacht krijgt, aanzien, macht, geld, kan grootheidsfantasie echt met je op de loop gaan. ‘Wie doet mij wat’, zo werkt het letterlijk. Hebben ze zin om op reis te gaan? Dan vliegen ze met een privévliegtuig naar Dubai, of naar Ibiza. Krijgen ze een boete? Laat maar komen, ze zwemmen toch in het geld. In zo’n dynamiek vervagen grenzen, en worden die daardoor ook overschreden. Dat zie je bij beroemdheden, politici, bij mensen in de top van het bedrijfsleven. Een schandaal zoals dat bij The Voice of Holland past in dat beeld. Stilstaan bij de gevolgen voor een slachtoffer, dat vinden narcisten moeilijk. Ze zijn ingestapt in een trein, en zullen zelf niet aan de noodrem trekken.”

Dat moet een ander voor ze doen?

“Het probleem is dat ze steeds moeilijker tegen kritiek kunnen. Thuis zit een vrouw die zegt: je deed het ontzettend leuk op tv, helder uitgelegd allemaal, maar je hebt het vuilnis niet aan straat gezet en de sokken zaten binnenstebuiten in de was. Daar kunnen ze dus niet tegen, dan worden ze woedend.”

Wat moet ik doen als mijn partner narcistische trekjes heeft, of mijn baas?

“Als het serieus is, ben je meestal vrij kansloos. De kwetsbaarheid van narcisten is dat ze steeds anderen nodig blijven hebben die een idealiserende houding tot ze aannemen. Dus al te kritische partners of vrienden worden vaak ingewisseld voor iemand die meegaat in hun grootheidsfantasie, iemand die niet lastig is.”

Kan een psycholoog een narcist dan wél helpen?

“Ze melden zich sowieso nooit zelf. Vaak komt een vrouw bij me die niet meer weet wat ze met haar man aan moet, die met zijn gedrag al het bezoek het huis uit jaagt. Dan zeg ik meteen: je moet hém meebrengen. Lukt dat, dan moet je als behandelaar ook nog eens heel kundig zijn om door te dringen tot de binnenwereld van een narcist. Daarvoor moet je echt tot in detail snappen hoe die psychologische backoffice, hun binnenwereld, in elkaar zit. Uiteindelijk kun je iemand dan wel helpen om ten positieve te veranderen. Maar het is heel moeilijk. En veel vakgenoten zijn er niet voor opgeleid.”

Zijn narcisten altijd mannen?

“Meestal wel, ook omdat die het vaakst in de machtspositie komen om hun narcistische trekjes verder te ontwikkelen. Ze zijn ook vaker antisociaal dan vrouwen, waardoor ze minder acht slaan op signalen uit hun omgeving. Maar vrouwen zijn wel aan een inhaalslag bezig, omdat ze vaker belangrijke functies bekleden dan vroeger.”

Hoe bereiken we een ommekeer?

“Ik zie deze problemen echt als een tekortkoming van onze huidige westerse wereld. De individualisering en de beeldcultuur waarin we leven, die zet nog wel een tijdje door. Dat ga je niet veranderen. Er is op de lange termijn wel een correctie mogelijk, maar dan moet je terug naar die vroege kindertijd, naar de opvoeding.”

Wat zouden ouders moeten doen?

“Je kunt ervoor zorgen dat je kinderen de wereld in stuurt die evenwichtiger in elkaar zitten. Hoe sterker de hechting in de vroege kindertijd is, des te minder vatbaar een kind is voor het ontwikkelen van narcisme. Dus wat moet je doen: zorg dat de hechting met de ouders beter wordt! Ik pleit al heel lang voor veel langer ouderschapsverlof voor moeders én vaders. Betere hechting heeft allerlei voordelen, daar is een bibliotheek aan wetenschappelijk bewijs over beschikbaar. Kinderen worden minder vaak ziek, hebben een IQ dat gemiddeld vijf punten hoger is, hebben meer oog voor anderen.”

Die bibliotheek vol bewijs wordt blijkbaar slecht gelezen?

“Bijna niemand weet het. En op het consultatiebureau wordt het je als ouder ook niet geleerd. Daardoor kennen veel ouders de leerprincipes uit de vroege kindertijd niet, of ze passen ze verkeerd toe. Maak je samen met je baby van zeven maanden oogbewegingen waardoor hij of zij gaat lachen, dan ontwikkelt het kind zijn hersenen veel beter, bijvoorbeeld. Zo kun je tientallen, honderden heel nuttige tips geven. Daar zou je nou eens een app voor moeten ontwikkelen.”

Wat zijn andere tips?

“Je kunt baby’s tot zes maanden verwennen zoveel je wilt. Daarna is het belangrijk dat je consequent wordt. Niet meer reageren als ze zonder reden ’s nachts liggen te huilen bijvoorbeeld. Grenzen stellen en goed gedrag belonen, zo moeilijk is het in principe niet.”

Maar ik mag de tekening van mijn kleine neefje of nichtje niet meer fantastisch vinden?

“Weet je wat een veel betere reactie is? ‘Dat is heel mooi, maar kijk eens even: hier is het papier helemaal leeg. En de zon heb je nog niet helemaal goed volgekleurd.’ Wat doet een kind vervolgens? Die pakt de tekening, loopt terug naar zijn tafeltje en gaat het nóg mooier maken. Als je dat nou eens regelmatig doet, dat kan echt helpen.”

Wie is Jan Derksen?
• Johannes Jacobus Lambertus Derksen
• geboren in Hernen (NL), 19 februari 1953
• emeritus hoogleraar klinische psychologie
• geeft sinds 1978 leiding aan een psychologenpraktijk in het plattelandsgebied tussen Arnhem en Nijmegen
• publiceert regelmatig opinieartikelen en had een lezersrubriek in Psychologie Magazine
• haalt af en toe het nieuws met eigenzinnige opvattingen. Zo toonde hij zich een voorstander van freefights tussen relschoppers, omdat dat voor hen een manier zou kunnen zijn om hun frustraties kwijt te kunnen.