Minister Van Peteghem wil accijnzen op benzine en diesel verlagen tot Europees minimum

De prijzen aan de pomp zijn vandaag opnieuw fors gestegen tot meer dan 2 euro per liter. Om de factuur voor de automobilist te temperen, had de regering in maart al beslist om de accijnzen op benzine en diesel met 17,5 cent per liter te verlagen, maar met de nieuwe prijsstijgingen wil minister van Peteghem nog verder gaan.

"Vandaag zien we dat de prijzen opnieuw aan het toenemen zijn, onder meer door het oorlogsembargo van Russische olie. Als we de accijnzen verminderen tot het Europese minimum, zou dat voor een volle tank toch een besparing van een extra 7 euro betekenen", zegt Van Peteghem. 

Minister van Werk Pierre-Yves Dermagne (PS) stelt intussen voor om de minimumvergoeding voor wie de privéwagen moet nemen voor professionele verplaatsingen op te trekken tot 37 eurocent. Dat is evenveel als ambtenaren krijgen.  

De federale regering zette in april een potje van 30 miljoen euro opzij om werknemers te ondersteunen die niet anders kunnen dan hun eigen wagen gebruiken voor het werk. Het gaat dus niet om woon-werkverkeer. Maar omdat de sociale partners niet tot een compromis kwamen over hoe dat geld gebruikt moest worden, doet Dermagne nu een eigen voorstel. Dat moet nog wel door de regering goedgekeurd worden.

Als bedrijven de verhoging van de vergoeding toekennen, dan kunnen ze in ruil een korting van 10 cent per kilometer krijgen op hun roerende voorheffing. Concreet krijgt de werkgever dan 10 euro korting, terwijl de werknemer 37 euro per 100 kilometer krijgt. Een deel van dat bedrag moet het tanken dekken, de rest is een compensatie voor het gebruik en de verzekering van de wagen.