plusartikels
Uitbaatster ’t Sloeberhuisje officieel aangehouden op verdenking van kinderverwaarlozing
De vergunning van de crèche werd eerder al ingetrokken. — © belga
In het onderzoek naar de dood van een zes maanden oude baby in de crèche ’t Sloeberhuisje in Mariakerke heeft de onderzoeksrechter de tenlasteleggingen voor de voormalige uitbaatster uitgebreid, op basis van nieuwe elementen in het onderzoek. De vrouw werd voor het eerst officieel aangehouden, ze wordt nu verdacht van kinderverwaarlozing.
Davina V., de uitbaatster van de crèche ’t Sloeberhuisje, werd maandag opnieuw ondervraagd door de politie. Dinsdag werd de vrouw voorgeleid bij de onderzoeksrechter in Gent en formeel aangehouden, op basis van ‘nieuwe elementen uit het onderzoek’. Het is de eerste keer in het onderzoek dat V. onder aanhoudingsmandaat geplaatst wordt.
‘Mijn cliënte wordt geen schuldig verzuim verweten bij de feiten van haar vader, maar werd aangehouden op basis van de kwalificatie “verwaarlozing van kinderen”’’, aldus Han Vervenne, de advocaat van de vrouw. ‘De speurders stellen zich vragen bij de manier waarop de vrouw de crèche zou hebben gerund.’
De vader van de vrouw werd aangehouden voor opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg, zonder het oogmerk om te doden, maar daar wordt de uitbaatster dus niet van verdacht. De raadkamer in Gent beslist vrijdag of V. een maand langer in de cel blijft, daarover bestaat nog geen duidelijkheid.
Crèche verzegeld
Op woensdag 16 februari werd een zes maanden oud meisje naar de spoeddienst van het UZ Gent gebracht, na een oproep vanuit het kinderdagverblijf in Mariakerke. Dat ziekenhuis lichtte het parket een dag later in dat een baby in onduidelijke omstandigheden een ernstig hersentrauma had opgelopen in de crèche. Het kindje overleed nog een dag later aan de verwondingen die ze opliep in het kinderdagverblijf.
Het Oost-Vlaamse parket stelde daarop een wetsdokter aan, en de onderzoeksrechter liet de crèche verzegelen. Er vond een uitgebreid onderzoek plaats in de crèche, en drie verantwoordelijken werden opgepakt. Het ging om de uitbaatster Davina V., haar vader Roxan V., en een medewerkster.
De medewerkster mocht van de onderzoeksrechter beschikken, omdat ze niets met de feiten te maken had. De uitbaatster werd toen vrijgelaten onder voorwaarden, maar werd toen in verdenking gesteld voor onopzettelijke doding. De vader van de uitbaatster werd aangehouden voor opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg, zonder het oogmerk om te doden.
