Duizenden doden en twee grote steden veroverd: de ruwe cijfers na 100 dagen oorlog in Oekraïne 

De Russische invasie in Oekraïne is vandaag exact 100 dagen aan de gang. In die tijd zijn al duizenden doden gevallen en leed zowel Oekraïne als Rusland zware materiële verliezen. Miljoenen mensen zijn het land ontvlucht. Betrouwbare cijfers liggen in tijden van oorlog niet voor het rapen. De cijfers die er wél zijn, schetsen een beeld van de hoge tol die deze oorlog al heeft geëist.

Een goed zicht krijgen op het aantal burgerslachtoffers tijdens een oorlog, is geen gemakkelijke opdracht. De strijdende partijen onder- of overschatten niet zelden het aantal doden en gewonden, al dan niet bewust om het moreel van de tegenstander te ondermijnen of de agressie van de tegenstander extra in de verf te zetten.

Zo schat de Oekraïense overheid het aantal burgerslachtoffers tussen 11.000 en 27.000. Een cijfer waar we moeilijk op kunnen bouwen, niet alleen omdat Oekraïne zelf betrokken partij is in dit conflict, maar vooral omdat de marge tussen de twee schattingen erg groot is. Dat verschil zou vooral te maken hebben met het mogelijk grote aantal slachtoffers in Marioepol (zie verder).

Russische cijfers over burgerslachtoffers in Oekraïne moeten we niet verwachten. Russische media ontkennen nog altijd dat er burgerslachtoffers vallen in Oekraïne. De overheid blijft 100 dagen na de start van de invasie vasthouden aan het narratief van een "speciale militaire operatie" waarbij enkel militaire doelwitten worden aangevallen.

Min of meer betrouwbare cijfers zijn er wel te vinden bij de Verenigde Naties. Volgens de VN zouden al zeker 4.169 burgers gedood zijn en raakten 4.982 burgers gewond. Onder de doden zouden al zeker 268 kinderen omgekomen zijn.

Hoewel de cijfers van de Verenigde Naties op dit moment allicht de meest betrouwbare zijn, zijn ze tegelijkertijd zo goed als zeker een onderschatting. Eigenlijk kunnen we ervan uitgaan dat de VN-cijfers een ondergrens zijn. Zoveel slachtoffers zijn er minstens gevallen, maar het zijn er allicht meer. Dat geeft het OHCHR ook toe, het kantoor van de Mensenrechtencommissie van de VN dat de cijfers verzamelt en geregeld publiceert. De werkelijke cijfers liggen "aanzienlijk hoger" dan de gepubliceerde, zegt het OHCHR, onder meer omdat informatie uit gebieden waar intens gevochten wordt, met vertraging binnenkomt. Zo zou er volgens de lokale overheid alleen al in Marioepol sprake zijn van meer dan 20.000 doden. 

De cijfers die de Mensenrechtencommissie verzamelt en publiceert, zijn onder meer gebaseerd op informatie van contactpersonen en partners ter plaatse. De Mensenrechtencommissie geeft toe dat het voorlopig onmogelijk is om overal zelf het terrein te bezoeken, bewijzen te verzamelen en met getuigen te praten. Daarom publiceert de VN enkel cijfers die door verschillende bronnen bevestigd zijn. Zijn die bronnen dan ook betrouwbaar? De VN lijkt zelf een slag om de arm te houden. Cijfers worden gepubliceerd als aan "redelijke gronden om ze te geloven" is voldaan. Dat houdt volgens de VN in dat een "normale voorzichtige waarnemer" op basis van de geverifieerde informatie die hij bezit, "redelijke gronden zou hebben om aan te nemen dat de slachtoffers inderdaad gevallen zijn zoals wordt beschreven".

BEKIJK - 100 dagen oorlog: Bram Vandeputte geeft uitleg in "Het journaal":

Videospeler inladen...

De VN rapporteert echter enkel cijfers over Oekraïense burgerslachtoffers. Over het aantal militaire slachtoffers tasten we nog meer in het duister. Oekraïne maakt geregeld cijfers bekend over Russische verliezen. Het Oekraïense leger schat dat tot dusver meer dan 30.000 Russische militairen omkwamen. Maar het zou niet verbazen dat die cijfers zijn opgesmukt en goed passen in de Oekraïense oorlogspropaganda. Rusland communiceert zelden of niet over dode of gewonde militairen en doet het dat wel, dan beperkt het zich tot vage omschrijvingen als "aanzienlijke" of "pijnlijke" verliezen. De laatste keer dat Rusland een concreet cijfer bekendmaakte, dateert al van dik twee maanden geleden (25 maart). In één maand oorlog waren er volgens Rusland toen 1.351 Russische militairen omgekomen. 

Internationale media zoals de Russische afdeling van BBC News hadden het eind mei op basis van open bronnen over 3.052 Russische doden. Daarnaast zouden er ook al zo’n 2.400 à 2.500 pro-Russische rebellen gesneuveld zijn (informatie van de rebellen zelf en van Rusland). Het Verenigd Koninkrijk schatte het aantal Russische doden (inclusief rebellen) op 23 mei op 15.000.

En aan Oekraïens kant? Over de eigen verliezen is het Oekraïense ministerie van Defensie spaarzamer dan over die van Rusland. Volgens Oekraïne kwamen er in de eerste zes weken van de oorlog (tot midden april) tussen de 2.500 en 3.000 militairen om. Amerikaanse schattingen hadden het toen over 5.000 tot 11.000 doden. Intussen zijn we alweer anderhalve maand verder. Een recente balans is er niet, maar de Oekraïense president Zelenski sprak deze week in een interview met het Amerikaanse nieuwsmedium NewsMax wel over 60 tot 100 gesneuvelde militairen per dag. Experten haalden half mei een verlies van ongeveer 25.000 Oekraïense mankrachten aan. Opnieuw: dit zijn slechts schattingen die bijzonder moeilijk te verifiëren zijn.

Er vielen de voorbije 100 dagen niet alleen duizenden doden, burgers en militairen, zowel Oekraïne als Rusland leed ook aanzienlijke materiële schade. Er zijn genoeg beelden van internationale media of geverifieerde beelden van de strijdende partijen die dat aantonen. Hoe groot de exacte verliezen zijn, is echter heel moeilijk te bepalen.

We kunnen als media voorlopig enkel uitgaan van bevestigde verliezen. Daarvoor kijken we vooral naar de Nederlandse analist Stijn Mitzer. Mitzer, op Twitter ook wel bekend als Oryx, heeft de meest uitgebreide dataset aan geverifieerd beeldmateriaal. Het grote nadeel aan die methode is dat een groot deel van de verliezen op die manier onder de radar blijft en ze wellicht een vertekend beeld van het conflict geeft. Oekraïense burgers en militairen zullen namelijk sneller geneigd zijn om beelden te maken van vernietigd Russisch materiaal dan de eigen verliezen te documenteren. Neem bijvoorbeeld het aantal gedocumenteerde verliezen aan tanks en andere pantservoertuigen. Verloren de Russen er volgens beeldmateriaal al 2.977 (zie grafiek), dan moesten de Oekraïense strijdkrachten er nog "maar" 871 opgeven. Dezelfde grote verschillen zijn er bij het aantal verloren helikopters en drones.

De strijdende partijen geven ook zelf cijfers vrij, maar dan vooral over de verliezen bij de tegenstander. Zo beweert Rusland dat Oekraïne al zeker 3.363 tanks en militaire voertuigen verloor. Oekraïne kaatst terug dat het 4.717 Russische tanks en militaire voertuigen heeft vernietigd. Zulke cijfers verifiëren, is haast onmogelijk. De verliezen bij de tegenpartij worden in de verf gezet, de eigen verliezen worden onder de mat geschoven. Met een serieuze korrel zout te nemen dus.

In die 100 dagen zijn ook veel burgerlijke doelwitten vernietigd. Verschillende steden zijn door de Russen platgebombardeerd. Volgens de Oekraïense parlementscommissie voor de mensenrechten heeft het Russische leger sinds de start van de invasie ongeveer 38.000 residentiële gebouwen vernield. Ongeveer 19.000 schoolgebouwen zouden verwoest zijn (kinderdagverblijven, basisscholen, universiteiten, ...). Nog volgens de Oekraïense overheid zouden zeker 350 (spoorweg)bruggen vernield zijn en zeker 500 fabrieken en 500 ziekenhuizen.

Waar wel een duidelijker beeld over bestaat, is de uittocht van Oekraïense vluchtelingen. Omdat doorgaans goed gecontroleerd wordt wie de grenzen oversteekt, is het gemakkelijker om zicht te krijgen op de demografische gevolgen van de oorlog.

Het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen, een agentschap van de Verenigde Naties, stelt op basis van cijfers van verschillende nationale overheden dat sinds 24 februari 6,8 miljoen Oekraïners hun land zijn ontvlucht. De grootste groep onder hen - 3,6 miljoen mensen - trok naar Polen. Het is echter niet duidelijk hoeveel van die mensen daarna ook in Polen zijn gebleven. Mogelijk reist een aantal mensen door naar andere landen, binnen of zelfs buiten de Europese Unie.

Ook naar de andere buurlanden van Oekraïne zijn honderdduizenden mensen gevlucht, die ofwel daar blijven ofwel verder trekken naar het westen (zie kaart). Van meer dan 460.000 in Slovakije tot bijna een miljoen mensen in Roemenië. Ook het kleine Moldavië vangt al 479.513 mensen op. In België vroegen tot dusver 41.217 Oekraïners het speciaal statuut van tijdelijke bescherming aan.

Daarbovenop zijn er ook zo'n 8 miljoen interne vluchtelingen, Oekraïners die hun woonplaats ontvlucht zijn maar in eigen land zijn gebleven.

BEKIJK - VRT NWS-journalist Jan Balliauw sprak met Oekraïners die naar Dnipro in eigen land zijn gevlucht:

Videospeler inladen...

Officieel heet het dat dit om een oorlog tussen Rusland en Oekraïne gaat en het Westen en zeker het westerse militaire bondgenootschap de NAVO er niet bij betrokken zijn. Maar veel westerse landen steunen Oekraïne wel, met wapenleveringen of geld om wapens mee te kopen.

De Verenigde Staten spannen de kroon. De Duitse denktank Kiel Institute berekende dat de VS sinds het begin van de inval al meer dan 40 miljard euro aan steun gaf, goed voor bijna twee derde van alle geregistreerde hulp. Het grootste deel van dat budget wordt gespendeerd aan militaire bijstand. Woensdag nog kondigde de Amerikaans president Joe Biden een pakket ter waarde van 700 miljoen dollar aan, met onder meer een lading langeafstandsraketten.

Ook het Verenigd Koninkrijk en Polen tastten al diep in de buidel (zie grafiek), zij het beduidend minder dan de Verenigde Staten. De Europese Unie verleende al 4 miljard euro aan steun (militair, financieel, humanitair), al moet gezegd worden dat verschillende EU-lidstaten ook apart wapens, geld of humanitaire hulpmiddelen sturen. Een overzicht van verschillende wapenleveringen kan je hier vinden.  

Privé-inzamelingen of donaties via ngo’s zoals het Rode Kruis werden niet in de statistieken opgenomen en blijven volgens het Kiel Institute vaak onder de radar.

Hoe moeilijk het ook is om in tijden van oorlog betrouwbare cijfers te vinden, duidelijk is dat zowel Oekraïne als Rusland zware verliezen heeft geleden. Maar wat heeft de oorlog de Russen al opgeleverd? Hoeveel progressie hebben ze nu eigenlijk gemaakt in die 100 dagen?

De Oekraïense president Zelenski maakte gisteren bekend dat Rusland momenteel 20 procent van Oekraïne bezet of zo’n 125.000 vierkante kilometer (op een totaal van 600.000 km²). Dat zou wel eens kunnen kloppen, als we de kaarten mogen geloven die onder andere Liveuamap publiceert, een internetdienst die in 2014 opgestart werd door twee Oekraïense softwareontwikkelaars.

Maar Zelenski rekent daar de eerder door Rusland of pro-Russische rebellen veroverde gebieden bij, met name de Krim in het zuiden en delen van de provincies Loegansk en Donetsk in het oosten. Voor de invasie hadden de Russen volgens Zelenski iets meer dan 43.000 km² in handen. Dat zou betekenen dat de Russen (en de rebellen) in die 100 dagen nog maar twee keer zoveel gebied hebben kunnen veroveren als het gebied dat ze al in handen hadden. 

En het gaat dan vooral om kleinere steden. Want als we 24 februari als startpunt nemen, de eerste dag van de Russische invasie, dan heeft Rusland eigenlijk nog maar 2 grote steden kunnen veroveren: Cherson centraal in het zuiden en Marioepol in het zuidoosten (in de provincie Donetsk). Naast Cherson en Marioepol vielen wel verschillende kleinere steden in Russische handen, zoals Berdjansk en Melitopol in het zuiden en Izjoem in het noorden.

Verschillende andere steden, grote en kleinere, zijn de voorbije maanden zwaar onder vuur genomen of omsingeld, zoals Charkov in het oosten, Soemi en Tsjernihiv in het noorden en Mikolajiv in het zuiden. Maar uiteindelijk hebben de Russische troepen zich daar teruggetrokken en de focus verlegd naar het oosten, met als belangrijkste doel de Donbas-regio veroveren. Ook delen van de hoofdstad Kiev zijn gebombardeerd en verschillende kleine voorsteden van de hoofdstad werden een hele tijd door de Russen gecontroleerd, zoals Boetsja, Hostomel, Makariv, Borodjanka en een deel van Irpin. Maar ook daar hebben de Russen zich teruggetrokken.

BEKIJK - Een overzicht van 100 dagen oorlog in beelden:

Videospeler inladen...

Beluister een gesprek met VRT NWS-journalist en Ruslandkenner Jan Balliauw over 100 dagen oorlog in "De ochtend" op Radio 1:

Momenteel focust het Russische leger zich op Severodonetsk en Lisitsjank, twee steden in de provincie Loegansk. Severodonetsk zou al voor zo’n 80 procent veroverd zijn, zegt de lokale overheid. De twee steden zijn strategisch niet zo belangrijk, maar wel symbolisch. Vallen ze in Russische handen, dan bezet Rusland zo goed als de hele provincie Loegansk.

De hele Donbas-regio veroveren (bestaande uit de provincies Loegansk en Donetsk) is een van de belangrijkste prioriteiten van Rusland in deze oorlog. In de provincie Donetsk is echter nog een aanzienlijk deel in Oekraïense handen, onder andere de (kleinere) steden Sloviansk en Kramatorsk. Die laatste geldt momenteel als de administratieve hoofdplaats van het deel van de provincie Donetsk dat nog in handen van Oekraïne is. Voor 2014 was dat de gelijknamige stad Donetsk, die sinds 2014 gecontroleerd wordt door de pro-Russische rebellen.

Dat Severodonetsk zal vallen, lijkt al vast te staan. Maar Oekraïne wil er alles aan doen om het deel van de provincie Donetsk dat nog niet door de Russen is bezet, in handen te houden. Wapenleveringen uit het buitenland komen dan goed te pas. Tegelijk zet het Oekraïense leger ook in op tegenaanvallen in het zuiden. Cherson viel al vrij snel tijdens deze oorlog in Russische handen, maar de Russen lijken de stad door hun focus op de Donbas nu minder goed te bewaken. En daar probeert Oekraïne van te profiteren. Ontrolt zich eenzelfde scenario als rond Kiev en Charkov? 

BEKIJK - Jan Balliauw in Odessa (Oekraïne) en Geert Groot Koerkamp in Moskou (Rusland) geven in "Terzake" hun kijk op de oorlog:

Videospeler inladen...

Meest gelezen