Ruzie Zweedse premier met oppositie kan NAVO-toetreding bemoeilijken: “Regeringscrisis niet wat Zweden nodig heeft”

Magdalena Andersson, de Zweedse premier, heeft het momenteel niet onder de markt in haar land. De eerste minister heeft gezegd af te treden als haar minister van Justitie een vertrouwensstemming in het parlement verliest. Het conflict kan de Zweedse harmonie bedreigen die nodig is om het Turkse veto tegen de mogelijke NAVO-toetreding van het land te counteren.

Waarom is dit belangrijk?

Zweden heeft vorige maand, samen met Finland, een aanvraag ingediend om lid te worden van het NAVO-bondgenootschap, uit bezorgdheid over de veiligheid in de regio na de inval van Rusland in Oekraïne. De Turkse leider Recep Tayyip Erdogan verzet zich echter tegen een mogelijke toetreding van de Scandinaven. Hun landen zouden volgens hem een thuishaven zijn voor terroristische groeperingen, zoals de Koerdische PKK.

Andersson heeft donderdag gedreigd af te treden als de centrumrechtse oppositie erin slaagt een motie van wantrouwen tegen Morgan Johansson, de minister van Justitie en Binnenlandse Zaken, aan te nemen. De premier vertelde op een persconferentie dat zowel zij als de regering “zeker” zouden opstappen als Johansson weggestemd werd. “Dan zal er een regeringscrisis komen, en dat is niet wat Zweden nodig heeft”, klonk het. Ze refereerde hierbij aan de aanvraag die haar land indiende voor het NAVO-lidmaatschap.

De motie van wantrouwen is voor 7 juni gepland, en werd uitgeschreven door de rechts-populistische Zweden-democraten. Zowel de Middenpartij, de Liberalen als de Christen-Democraten zeiden al dat zij de motie van wantrouwen zouden steunen. De partijen vinden dat Johansson de verantwoordelijkheid op zich moet nemen voor de gebrekkige aanpak van de bendecriminaliteit, die de laatste jaren tot een golf van moorden heeft geleid in het Scandinavische land.

Kingmaker

Bovenstaande vier partijen plus nog één parlementslid zouden nodig zijn om de stemming door te laten gaan. Dat dit specifiek parlementslid, een politica met een Koerdische achtergrond, zich ontpopt als de kingmaker van Andersson, zal Turkije waarschijnlijk flink irriteren. Dat bericht het persagentschap Bloomberg.

Zo zou de Turkse ambassadeur in Zweden, Hakki Emre Yunt, vorige maand in een interview met het Zweedse nieuwsagentschap TT gezegd hebben dat de Scandinaven Amineh Kakabaveh, zoals de politica heet, “indien mogelijk” best zouden uitleveren. In een later interview met een Zweeds radiomedium noemde hij het bericht een misverstand. Want “Turkije heeft een dergelijke eis niet gesteld en kan ook niet om de uitlevering van Kakabaveh vragen, die uit Iran komt en nooit een Turks staatsburger is geweest”, schrijft Bloomberg.

Kakabaveh had vorig jaar al een sleutelrol bij de benoeming van de premier, en in ruil voor de steun heeft zij met de partij van Andersson afgesproken de samenwerking met een Koerdische groepering, de Syrische PYD, uit te breiden. “Zolang onze overeenkomst geldt, zal ik een motie van wantrouwen niet steunen”, zei Kakabaveh donderdag in een interview. Vandaag zei zij op een Zweedse radiozender dat zij “begrijpt” dat “dit niet het juiste moment is voor een nieuwe regeringscrisis.”

Andersson, van haar kant, beklemtoonde vandaag dat haar partij “altijd achter afspraken staat, wat er ook gebeurt.”

Stembus

Zweden gaat op 11 september naar de stembus. Volgens Ulf Kristersson, leider van de grootste oppositiepartij, probeert Andersson andere partijen op die wijze te intimideren dat ze haar steunen.

“Wij zijn van plan deze hele regering te vervangen – ten laatste bij de verkiezingen, maar hoe eerder hoe beter”, wordt hij geciteerd door het persagentschap Reuters.

(ns)

Meer