Structurele hervormingen vele malen belangrijker dan koopkrachtideetjes

Terwijl het publieke debat focust op de koopkracht op korte termijn, blijft de aandacht voor structurele hervormingen in de arbeidsmarkt en de pensioenen beperkt. Nochtans laten we daar een enorm potentieel liggen om ons economisch potentieel, en dus ook onze koopkracht, echt duurzaam te versterken.  

De federale regering lijkt nu toch te werken aan een groot akkoord over een pakket aan hervormingen. Dat akkoord zou er moeten zijn tegen 21 juli. Die ambitie is uiteraard goed nieuws. Met (normaal) nog twee jaar te gaan in deze legislatuur kunnen we het ons eenvoudigweg niet veroorloven dat de regering nu al in een soort campagnemodus zou gaan. En nog belangrijker, op het vlak van hervormingen is er in deze legislatuur totnogtoe pijnlijk weinig gerealiseerd. Op die manier laten we vooral een enorm potentieel liggen. 

Verontrustender zijn de signalen dat de zeer bescheiden arbeidsdeal herbekeken zou worden (en allicht niet in de richting die echt leidt naar meer mensen aan het werk), en ook de signalen over de richting die de pensioenhervorming uitgaat, zijn niet meteen geruststellend. Terwijl net in die dossiers deze regering echt het verschil kan maken voor onze toekomstige welvaart.  

Laat geen 80 miljard liggen op de arbeidsmarkt

De grote lijnen van wat er fout loopt op onze arbeidsmarkt kennen we al lang: te zware belastingdruk op arbeid, te weinig flexibiliteit, te vroeg stoppen met werken, te weinig levenslang leren, …  En uiteindelijk combineert dat allemaal in te weinig mensen aan het werk. Om de gemiddelde werkzaamheidsgraad van landen als Nederland (82,3 procent), Zweden (81,1 procent) en Zwitserland (81,3 procent) te halen, zouden in België 700.000 meer mensen aan het werk moeten zijn. De federale regering zette de doelstelling van een werkzaamheidsgraad van 80 procent tegen 2030 voorop en plaatste ook al verschillende van de pijnpunten op de agenda, maar de concrete uitwerking ervan blijft voorlopig pijnlijk mager. 

Het economisch potentieel dat we op onze slecht werkende arbeidsmarkt laten liggen is nochtans enorm. Recente simulaties van de OESO geven aan dat we via een pakket van hervormingen gefocust op lagere lasten op arbeid en het verhogen van de effectieve pensioenleeftijd, de economische activiteit op termijn met 16% zouden kunnen verhogen. Dat komt overeen met 80 miljard in euro’s van vandaag. Het blijft verbijsterend hoe vlot dat enorme potentieel genegeerd wordt.

Koopkrachtdebat op korte termijn hypothekeert potentieel

Het publieke debat concentreert zich de jongste maanden op koopkracht, terwijl er in België geen breed koopkrachtprobleem is. Met het sociaal tarief en de automatische loonindexering wordt de koopkracht van het grootste deel van de gezinnen wel degelijk beschermd. De situatie in België is in die zin niet te vergelijken met die in de meeste andere Europese landen. Meer nog, met de overdreven focus op koopkracht dreigen we de impact van de indexering op onze concurrentiepositie uit het oog te verliezen. Via die indexering bouwen we vandaag opnieuw een aanzienlijke loonhandicap op die nog jarenlang op ons economisch potentieel zal wegen. 

Nog erger voor onze welvaart op langere termijn is dat het koopkrachtdebat ook de plannen voor structurele hervormingen dreigt te ‘besmetten’. Ernstige hervormingen op de arbeidsmarkt en in de pensioenen kunnen op langere termijn evenwel een enorme positieve impact hebben op onze economische activiteit, wat zich uiteindelijk ook zou vertalen in meer koopkracht. Als deze regering echt de koopkracht van de mensen duurzaam wil versterken dan kan ze maar best zo snel mogelijk werk maken van dat soort structurele hervormingen. De impact daarvan op de koopkracht zal vele malen groter zijn dan die van de kortetermijnideetjes die vandaag aan de lopende band gelanceerd worden. 


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka

Meer