Hoe groter de leerachterstand als student, hoe lager het latere loon

Themabeeld. © belga

Het lerarentekort doet het onderwijsniveau al 20 jaar geweld aan, de pandemie deed daar nog een schepje bovenop. Niet zonder gevolgen: ‘Studenten met leerachterstand maken later meer kans op een lager loon en werkloosheid.’

Victor De Roo

Het Belgische onderwijsniveau gaat er al sinds 2003 op achteruit, leerlingen halen alsmaar lagere scores voor lezen, rekenen en wetenschappen. Tijdens de pandemie kwam die achteruitgang in een stroomversnelling, staat in een recent rapport van het Planbureau. En dat is niet zonder gevolgen, al zijn die pas voor later, wanneer de huidige generatie schoolgangers de arbeidsmarkt betreedt. Ze maken meer kans op lagere lonen en werkloosheid.

Naast een lager onderwijsniveau, heeft de pandemie ook geleid tot een toename van de ongelijkheid tussen leerlingen. ‘Dat verbaast me niets’, zegt Ides Nicaise, professor onderwijs en samenleving aan de KU Leuven. ‘Al in mei 2020 waarschuwden we voor dit soort effecten.’ Ook het welzijn van de jongeren is er sinds maart 2020 beroerd aan toe, de sluiting van de scholen heeft daar een grote rol in gespeeld. De cijfers van het gemeenschapsonderwijs zijn sprekend: de helft van de leerlingen liep een leerachterstand op na een jaar pandemie. In het katholiek onderwijs klinkt dezelfde teneur. Die vastgestelde achterstand is in het tweede pandemiejaar niet weggewerkt, in geen enkel geanalyseerd studiedomein is er een inhaalmanoeuvre geconstateerd. De leerachterstand na de pandemie komt ongeveer neer op de helft van de kennis die wordt verworven in een normaal schooljaar.

Verdwijnende leescultuur

‘Er zijn verschillende aannemelijke oorzaken voor het dalende onderwijsniveau de laatste jaren,' zegt Nicaise, ‘maar het lerarentekort spant de kroon. Leerkrachten zijn genoopt vakken te geven waar ze onvoldoende voor zijn gekwalificeerd. Een leerkracht LO die bijvoorbeeld klastitularis wordt, kan heel riskant zijn.’ Hij acht het kwalificatieniveau van de leerkrachten als een grotere dreiging dan de hoeveelheid aan leerkrachten.

Een andere oorzaak die Nicaise aanhaalt, is de verdwijnende leescultuur thuis. ‘Er zijn er die het toenemende aantal leerlingen met een migratieachtergrond als derde mogelijke oorzaak aanhalen, maar daar is niets van aan. Louter statistisch kan je veronderstellen dat het gemiddelde naar beneden gaat, naarmate het aantal leerlingen met een migratieachtergrond toeneemt. Maar dat is nog steeds onvoldoende om de neerwaartse trend van het onderwijsniveau te verklaren, dat is bewezen met een onderzoek waarbij alleen naar leerlingen zonder migratieachtergrond wordt gekeken’, zegt Nicaise. Hij voegt toe: ‘Het niveau van leerlingen met een migratieachtergrond is juist het enige dat erop vooruitgaat.’

Inhaalmanoeuvre in Wallonië

Volgens Nicaise had de Vlaamse regering sneller en krachtiger kunnen ingrijpen om de te verwachte problemen beter het hoofd te bieden. ‘Maar we leven in een democratie waarin allerlei belangen meespelen. Pedagogisch gezien zou het herschikken van de vakantieperiodes een goede zaak zijn, maar daar is geen politieke unanimiteit voor. Andere maatregelen waarvan geweten is dat ze werken, komen er niet door. Dat Ben Weyts (Vlaams minister van Onderwijs, red.) vocht als een leeuw om de scholen open te houden, is wel een verdienste’, zegt Nicaise.

Het rapport van het Planbureau is niet mild voor het Franstalige onderwijs. Ondanks dat ‘vergelijkbare gegevens ontbreken’, wordt er gesteld dat de achterstand in het Franstalige onderwijs nog groter zou zijn. Nicaise bevestigt dat, maar nuanceert. ‘Het onderwijsniveau van de Franstalige gemeenschap is lager dan dat van de Vlaamse gemeenschap, dat is geweten. Maar de Waalse overheid is zich daar van bewust en is bezig aan een inhaalmanoeuvre.’ Nicaise spreekt van een sense of urgency, die langs Vlaamse kant zou uitblijven: ‘We doen alsof onze neus bloedt en gaan diepgaande onderwijshervormingen uit de weg, in tegenstelling tot de Franstalige gemeenschap die met haar ambitieus ‘Plan d’Excellence’ meerdere fundamentele hervormingen tegelijk doorvoert. De laatste serieuze hervorming in Vlaanderen, de modernisering van het secundair onderwijs, dateert van 2015, maar dat was slechts een afkooksel van het initiële plan dat op tafel lag.’