Taxichauffeurs krijgen twee jaar langer de tijd om klanten in het Nederlands leren aan te spreken
Taxichauffeurs die onvoldoende Nederlands kennen, krijgen twee jaar langer de tijd om het vereiste taalniveau te halen. Dat heeft de Vlaamse regering beslist. Zonder de verlenging van de overgangsperiode zouden 2.600 taxichauffeurs hun bestuurderspas kwijtraken, meldt Vlaams minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld) dinsdag.
Sinds 1 juli 2020 moeten taxibestuurders volgens het nieuwe taxidecreet een bestuurderspas op zak hebben. Een van de eisen is wel dat de bestuurders een bewijs van taalbekwaamheid hebben.
Het gaat om een attest van taalniveau B1 (richtgraad 2.4), dat de bestuurders ten laatste twee jaar na het verkrijgen van de pas moesten kunnen voorleggen.
Dat wil zeggen dat ze klanten in Vlaanderen in het Nederlands moeten kunnen helpen en op zijn minst moeten kunnen verstaan.
Maar de Vlaamse regering heeft nu beslist om die overgangsperiode met twee jaar te verlengen. De regering besloot ook om het gevraagde taalniveau aan te passen van B1 (richtgraad 2.4) naar B1 (richtgraad 2.2).
“Zonder aanpassing aan de regelgeving zou in de komende maanden de bestuurderspas van zo’n 2.600 bestuurders, op een totaal van 8.300, ingetrokken worden”, duidt Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Peeters.
plusartikels. Je moet nog even inloggen. Zo herkennen we je als abonnee.
