België zit al in het rijtje van de Club Med-landen, maar nog is 300 miljard aan overheidsuitgaven niet genoeg

Het bedenkelijke niveau van het publieke debat rond onze overheidsfinanciën blijft verbazen. Uit zowat alle hoeken komen vragen voor meer middelen, terwijl politieke partijen blijven uitpakken met allerlei onzinnige ideetjes voor extra uitgaven. En dat terwijl we al met hoge overheidsuitgaven, zware belastingdruk en een onhoudbaar groot begrotingstekort zitten. 

De voorbije weken waren er noodkreten voor meer middelen vanuit de politie, justitie, defensie, de zorg, de openbare sector, de cultuur, de non-profit, het onderwijs, de NMBS en de Lijn (mogelijk vergeet ik er nog een paar). En ondertussen lanceerde zowat elke politieke partij ideetjes voor extra uitgaven, vooral om de koopkracht te ondersteunen. In Franstalig België lijkt het niet op te kunnen: de PS kwam met een koopkrachtplan van 6,5 miljard, Ecolo wil 30.000 euro voor elke 25-jarige (4 miljard per jaar) en MR pleitte zelfs voor een basisinkomen van 1.000 euro per maand voor iedereen (50 miljard per jaar). Je zou haast denken dat we in een land leven met een minimaal overheidsapparaat waarin de publieke sector tot op het bot gesaneerd is en waarbij we ondertussen niet weten wat te doen met de enorme begrotingsoverschotten. De realiteit is uiteraard anders.

Hoge uitgaven, zware belastingdruk, groot tekort

De noodkreten voor extra middelen staan in schril contrast met onze huidige overheidsuitgaven. Volgens de Europese Commissie komen we in 2022 uit op totale overheidsuitgaven van 54 procent van het bbp (292 miljard), de tweede hoogste van Europa. Dat er tegen die achtergrond voor zowat alle overheidstaken geld tekort is, is onwaarschijnlijk. De eerste vraag zou dan telkens moeten zijn of we de huidige middelen wel correct inzetten. Internationale vergelijking tonen keer op keer aan dat we in België meer zouden moeten kunnen doen met de publieke middelen die we inzetten. 

Ondertussen wordt in sommige hoeken steevast nagedacht over extra belastingen om de extra uitgavenplannen te financieren. Dat gaat evenwel voorbij aan het feit dat we nu al de derde hoogste totale belastingdruk van Europa hebben, wat een rem zou moeten zijn op voorstellen voor allerlei extra belastingen. Een verdere verhoging van de totale belastingdruk zou onvermijdelijk economische schade met zich meebrengen.  

Ten slotte lijken alle ideetjes voor extra uitgaven te ‘vergeten’ dat we vandaag met een begrotingstekort van 5 procent van het bbp (27 miljard) zitten. Het idee dat onze overheid heel wat extra middelen overhoudt aan de huidige inflatiecrisis is een fabeltje. Tegenover de extra inkomsten uit accijnzen en belastingen staan extra uitgaven, onder meer voor de indexering van de ambtenarenlonen en allerlei uitkeringen. Het argument dat de overheid geld over heeft, dat ‘teruggegeven’ moet worden aan de burger, botst met de pijnlijke realiteit van het enorme begrotingstekort. 

Slechter dan de club Med-landen

En dan is er ook nog de overheidsschuld van meer dan 100 procent van het bbp (582 miljard). Die verhoogt de kwetsbaarheid van onze overheidsfinanciën, zeker in een klimaat van stijgende rentes. Het einde van het gratis-geld-beleid van de centrale banken betekent ook het einde aan 30 jaar van dalende rentelasten voor de overheid. De komende jaren zal die terug meer middelen moeten gaan uittrekken voor de rentebetalingen op haar schulden. 

Met een overheidsschuld van meer dan 100% staat België in het rijtje van de club Med-landen. Nog verontrustender is dat we er met het grote begrotingstekort en de zware vergrijzingsfactuur duidelijk slechter voor staan dan die club Med-landen. Volgens de Europese Commissie is een inspanning van maar liefst 42 miljard (op jaarbasis) nodig om onze overheidsschuld op lange termijn te stabiliseren. Tegen de achtergrond van de enorme budgettaire inspanning die ons te wachten staat, is het niveau van het huidige beleidsdebat ronduit verbijsterend.   


De auteur Bart Van Craeynest is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de feiten 

Meer