Direct naar artikelinhoud
InterviewAnton Dautzenberg & Vincent Loozen

Heavy metal in de Lage Landen: ‘Punk was voor studenten, metal voor de working class. Terwijl het toch slimmer in elkaar zat’

De Brugse band Acid, met in het midden zangeres Kate De Lombaert, in de jaren tachtig.Beeld rv

Dit weekend vindt in Dessel de 25ste, zoals altijd geheel uitverkochte Graspop Metal Meeting plaats. Hoe is heavy metal zo ­mateloos populair kunnen worden in de Lage Landen? Een fraaie plaat-met-boek vertelt het hele verhaal.

‘Crash! Bang! Wallop!’ is Engels voor ‘Pats! Boem! Paukeslag!’ En het is nu ook de titel van een plaat met historische opnames van Nederlandse en Belgische heavymetalbands. Luidruchtige muziek uit de pioniersjaren 1979-’84, toen de zogeheten New Wave of British Heavy Metal (NWoBHV) hier aan land rolde. Ineens – pats boem paukeslag – waren daar bands als Iron Maiden, Judas Priest en Saxon. 

Bij de luxe-editie van de plaat zit een uitgebreid tourbook. Het is van de hand van twee auteurs wier coming of age wonderwel samenviel met de coming of age van de heavy metal.

Anton H.J. Dautzenberg (54) is schrijver. Zijn roman Samaritaan ging over een man die een nier afstaat aan een volslagen onbekende, wat Dautzenberg ook echt heeft gedaan. En zijn geruchtmakend interview met Motörhead-voorman Lemmy Kilmister, waarin die werd opgevoerd als financieel expert, bleek van a tot z verzonnen. Fake news avant la lettre, een satire op de finan­ciële bollebozen die de wereld in een financiële crisis hadden gestort.

Coauteur Vincent Loozen (55) is een professionele Nederbelg. In zijn vorige levens was hij onder meer promotieman bij Humo, meesterbrein ­achter de cultbladen MaoMagazine en Deng, en ­directeur van de cultzender Acht.

Dautzenberg heeft nog maar onlangs zijn haar kort laten knippen; Loozen heeft zijn hoofdbeharing inmiddels weten te verplaatsen van zijn ­schedel naar zijn kin. Veertig jaar geleden zagen ze er helemaal anders uit. Maar de muziek waar ze warm voor lopen, is nog steeds dezelfde.

Klopt het cliché dat hardrock en heavy metal zijn voortgekomen uit de arbeidersklasse?

Loozen: “Helemaal. De New Wave of British ­Heavy Metal is ontstaan in de arbeiderswijken van de industriesteden. Al die nieuwe bands kwamen uit Oost-Londen en Birmingham, uit Newcastle en Sheffield. In Nederland situeerde de metalscene zich in Oost-Nederland en in Limburg, rond de fabrieken, de mijnen en de hoogovens. En in België was het genre vooral populair in Limburg en West-Vlaanderen, bij de kinderen van mijnwerkers en varkensboeren. In het Luikse had je ook een scene, meer bepaald in Seraing en Herstal. Een van die Luikse bands heette FN Guns. Die kende ik al voor ik wist dat FN een wapenfabriek in Herstal was.”

Dautzenberg: “Ach, het is typisch zo’n verhaal van min plus min wordt plus. De muziek werd door de beheerders van de goede smaak beschouwd als minderwaardig lawaai, en als arbeiderskinderen zaten wij allemaal in min of meerdere mate met een minderwaardigheidsgevoel. Maar opgeteld gaf dat juist veel positieve energie. De muziek die we als de onze gingen beschouwen, gaf ons kracht en zelfbewustzijn.”

Loozen: “De universiteitsstudenten van toen waren bezig met punk en new wave. Heavy metal werd afgedaan als muziek voor simpele geesten. Punk was sociaal en politiek geëngageerd, metal niet of nauwelijks. Maar puur muzikaal zat heavy metal wel een pak intelligenter, subtieler en ingewikkelder in elkaar dan punk.”

Dautzenberg: “Precies omdat het idioom van de punk zo begrensd was, is de muziek van de smartasses vrij snel weggeëbd. Terwijl de heavy metal is blijven bestaan en blijven evolueren.”

Auteurs Anton Dautzenberg en Vincent Loozen: 'De rol van België in de vroege Europese metalscene wordt onderschat. Bij jullie ging het er van meet af aan rauwer, wilder en avontuurlijker aan toe dan in Nederland.'Beeld Hub Dautzenberg

Wat deden jullie ouders?

Loozen: “Mijn vader was mijnwerker.”

Dautzenberg: “De mijne is vanaf zijn 14de tot aan zijn pensioen fabrieksarbeider geweest bij Philips in Heerlen. In mijn familie was ik de eerste die naar een atheneum ging, en daarna naar de universiteit. De ergste nachtmerrie van mijn vader was dat ik, door de metal-T-shirts die ik droeg en mijn haar dat steeds langer werd, alsnog mijn toekomst in het gedrang zou brengen. Hij was ­ervan overtuigd dat ik door mijn uiterlijk lagere cijfers zou krijgen.”

Loozen: “‘Iedereen zal denken dat jullie hasjkikkers zijn’, zeiden mijn ouders tegen mij en mijn twee jaar oudere broer. Dat was toen de term waarmee in Nederland de ‘onverzorgde’ jeugd werd aangeduid. Terwijl wij niet eens rookten en ons net afzetten tegen de blowende hippies van twee generaties eerder. Het verschil tussen de oude hardrockers en de nieuwe metalheads was in belangrijke mate vestimentair: zij droegen jeans met wijde pijpen en Indische hemden, wij strakke broeken, cartooneske T-shirts in felle kleuren en jekkers met metalen pinnen erop.”

Dautzenberg: “De heavy metal gaf mij een identiteit. Ik was een heel eenkennige, verlegen puber. Tot ik twee gozers uit een andere school tegen het lijf liep die, afgaande op de T-shirts die ze droegen, ook van die muziek hielden. Ineens had ik een nieuwe familie. Ineens hoorde ik ergens bij.”

De band die voor al wie opgroeide met die ­muziek bepalend is geweest, de band die ­levens heeft veranderd, is Iron Maiden.

Dautzenberg: “Iron Maiden was de grote openbaring. Ik zag ze voor het eerst in 1983, in Kerkrade.”

Loozen: “Iron Maiden had alles in zich wat ik als vijftien-, zestienjarige belangrijk vond. Voetbal, om maar eens iets te noemen. (lacht) Iron Maiden, dat was West Ham United. De vlag van die Londense club stond tijdens hun concerten mee op het podium. Maiden was ook de meest literaire en geëngageerde van de nieuwe metalbands. Nog voor hun eerste album uitkwam, maakten ze Sanctuary, een ep met een legendarische hoes: een tekening van Eddie, hun mascotte, die over het lijk van Margaret Thatcher gebogen staat, met een groot mes in zijn hand. Ze hebben het beeld zelf licht gecensureerd door een balkje over ­Thatchers ogen te leggen. Met voorbedachten rade: om de aandacht van de tabloids te trekken. Dat is goed gelukt. (lacht) 

“Aanvankelijk sloot Iron Maiden nog wat aan bij de punk. Paul Di’Anno, de eerste zanger, was ook veeleer een punkzanger. Maar visueel hebben ze meteen een eigen iconografie neergezet, met hun zeer herkenbare grafiek en lettertypes. Een stijl die ze tot vandaag zijn blijven aanhouden.”

Iron Maiden in 1984, met Steve Harris in kenmerkende streepjesbroek. ‘Zij definieerden het genre.’Beeld Getty Images

Dautzenberg: “Zij zijn de archetypische NWoBHM-­band. Zij hebben het genre gedefinieerd. Bij hen klopte het plaatje helemaal: de muziek, het narratief, de show, het artwork, de dresscode... Het is bovendien een band met unieke persoonlijkheden. Steve Harris, de bassist, is de onbetwiste bandleider die de richting aangeeft en het zaakje bij elkaar houdt. En Bruce Dickinson is een soort homo universalis: zanger, schrijver, luchtvaartondernemer, piloot van de Ed Force One, hun eigen jumbojet. En vergeet niet: Iron Maiden scoorde hits, werd mega­populair.”

Loozen: “Ze werden een genre-overstijgende groep, net als Metallica en in mindere mate ­Slayer. Dat is de reden waarom die band nog steeds zo groot en invloedrijk is. (lacht) Ik zag er destijds uit als een ‘Steve Harris van d’n Aldi’, met zijn typische haartooi en gestreepte broeken. Ik vond hem de coolste man op aarde, hét voorbeeld.”

Dautzenberg: “Ik had ook zo’n gestreepte broek. Maar ik was een mager mannetje met dunne beentjes. Ik droeg een pyjamabroek onder die gestreepte pantalon om ze een beetje volume te geven. Echt waar.” (lacht)

Hoe belangrijk is België geweest? Voor jullie, en voor de geschiedenis van de heavy metal?

Loozen: “Behoorlijk belangrijk, dat wordt onderschat. In Nederland kwamen veel metalbands uit de traditie van de bluesrock, hun muziek was nogal rechttoe rechtaan. In België ging het er van meet af aan rauwer, wilder en avontuurlijker aan toe. En in België had je ook een platenfirma die muziek van lokale metalbands uitbracht: Mausoleum. Wij staken vaak de grens met België over, vanuit Nederlands Limburg. Met de fiets.

“In ons tourbook staan een paar mooie verhalen over Belgische metalbands. Over Acid, bijvoorbeeld, een groep uit Brugge die met Kate De Lombaert een van de zeldzame vrouwelijke metalzangers in haar rangen had. Of over Steelover, een band uit Seraing met Rudy Lenners op drums, die nog bij Scorpions heeft gespeeld. Steelover heeft een plaat opgenomen met Dani Klein (van Vaya Con Dios, red.) als zangeres: een goed bewaard geheim, want ze werd nooit uitgebracht.

“En in het grote geschiedenisboek van de ­heavy metal staat België met stip genoteerd vanwege Heavy Sound, het allereerste metalfestival op het Europese vasteland. De eerste editie vond in 1983 plaats in Brugge, daarna is het nog twee keer gehouden in Poperinge. In 1984 stond Metallica op de affiche. Het was hun eerste optreden ooit op een festival. En in 1985 trad Slayer aan. Na afloop zakte een groepje Duitse Slayer-fans af naar een naburig kerkhof en groef er een geraamte op. Waarna Heavy Sound nooit meer een vergunning kreeg om nog een festival te organiseren.”

Graspop Metal Meeting 2019 in Dessel. ‘Heavy metal is inmiddels door alle leeftijdsgrenzen en sociale klassen heen gebroken.’Beeld Stefaan Temmerman

Midden jaren 1980 waren de pioniersjaren voorbij, lees ik in Crash! Bang! Wallop!. Toen bracht de heavy metal zijn eigen perversie voort: de ‘haarlakbands’, zoals jullie ze noemen. Wie waren ze, en wat deden ze verkeerd?

Dautzenberg: “In 1984 ging ik naar Iron Maiden kijken in Keulen. In het voorprogramma stond een Amerikaanse band genaamd Mötley Crüe. Het hele podium hing vol met damesslipjes. En toen kwamen ze op met hun gecrepeerd haar en hun gezichten vol make-up. Ik vond het vreselijk. En dan moesten hun kutrefreintjes nog komen!”

“Maar Mötley Crüe werd groot en populair, net als het al even hopeloze Bon Jovi, en een hoop bands uit de NWoBHM gingen hen na-apen. Raven, Def Leppard en Loudness maakten ­ineens ook van die Amerikaanse klinkende ­albums.”

Loozen: “Ongeveer tezelfdertijd ontstonden de subgenres: speed metal, black metal, trash metal, noem ze maar op. Dat was het moment dat je nog wel bij de ene tak van de metal wilde horen, maar totaal niet meer bij de andere.”

Dautzenberg: “Ik groeide mee met de extreme metal, tot op de dag van vandaag eigenlijk. Dat was mijn manier om me af te zetten tegen de haarlakbands.”

Zien jullie op Graspop de mensen van vroeger terug, de ­arbeiders en de plattelanders, of wezenlijk ­andere mensen?

Loozen: “Méér mensen, vooral.”

Dautzenberg: “Heavy metal is inmiddels door alle leeftijdsgrenzen en sociale klassen heen gebroken. Dat komt mede door Guns N’ Roses en Metallica, die héél groot zijn geworden, nog groter dan Iron Maiden. Nu zijn er ook hipsters die naar Werchter gaan om Metallica te zien, en pubermeisjes die hun T-shirts kopen in de H&M.”

Loozen: “Wat je wel nog ziet op Graspop, is de cultuur en het uniform. Het marktje met kleding, juwelen en parafernalia is daar echt nog belangrijk. Nostalgie is in metalmiddens geen vaag verlangen naar een tijd die voorgoed voorbij is, maar een gevoel van blijvende verbondenheid: je verleden nooit verloochenen, de andere fans als broeders beschouwen, je helden blijven eren.”

De jongens van Slayer in 1985 op Heavy Sound in Poperinge. Het was het eerste metalfestival op het Europese vasteland.Beeld Alex Solca

Romantiseer je het nu niet? De metalscene heeft toch ook een donkere kant? De lijkenschenners op Heavy Sound, de satanisten, de Scandinavische black-metalheads die kerken in de fik steken...

Dautzenberg: “Die Noorse black metal is heel groot geworden in de beeldvorming, maar in werkelijkheid was het een marginaal, compleet irrelevant verschijnsel. Net zoals die Duitse gekken op Heavy Sound. (lacht)

“Ik liet me in mijn jonge jaren weleens meeslepen naar een discotheek. Afgezien van de vreselijke muziek werd daar bijna altijd gevochten. Op metalmeetings gebeurt dat nooit! Ik heb me nooit angstig of bedreigd gevoeld op de honderden metalconcerten die ik heb gezien, terwijl ik van nature een bang, verlegen, mager mannetje was. Ik zeg je: die hele scene is hard vanbuiten, zacht vanbinnen. Maar dat krijg je buitenstaanders niet wijsgemaakt. 

“Mijn jongenskamer hing vol met satanische posters. Als ik er niet was en mijn nichtjes kwamen logeren, durfden ze niet op mijn kamer te slapen, haha!

“Weet je wat ik denk? Dat heel veel van die rechtse populisten en rechtsextremisten van nu – in Nederland zijn dat de volgelingen van Geert Wilders en Thierry Baudet – van het Nederlandse levenslied houden. En ab-so-luut niet van heavy metal. Dat denk ik. En dat zegt wat mij betreft veel.”

Loozen: “Een van de grootste bands in de ­heavy metal, altijd geweest en gebleven, is Judas Priest. Hun zanger is Rob Halford. Toen ik vijftien was, vond ik hem stoer en macho, ik wilde op hem lijken. Eind vorige eeuw kwam hij uit de kast als homo, live op MTV. Ik denk dat hij dat niet vooraf met zijn manager of platenfirma had overlegd, want dan zouden die gezegd hebben: ‘Niet doen, of het is afgelopen met de band.’ Wel, de coming-out van Halford heeft Judas Priest niet één fan gekost. En Rob Halford wordt vandaag nog net zo op handen gedragen als vroeger. Nu zijn ze opnieuw headliner op Graspop.”    

Heavy metal in de Lage Landen: ‘Punk was voor studenten, metal voor de working class. Terwijl het toch slimmer in elkaar zat’
Beeld rv

Crash! Bang! Wallop! is uit bij Excelsior Records. De box met een dubbele vinylplaat en het tourbook van Anton H.J. Dautzenberg en Vincent Loozen kost 76,99 euro. De plaat is ook zonder tourbook te koop op cd en vinyl.

Graspop Metal Meeting, nog tot zondag 19 juni in Dessel, graspop.be