©  Jan Van der Perre

Na vier jaar schittert ’t Schoon verdiep in volle glorie: Bart De Wever toont het gerenoveerde Stadhuis

Vier jaar na de start van de renovatie van het Antwerpse stadhuis, is het zover. Het huis van de Antwerpenaar heropent vandaag, zaterdag 18 juni, met een volksfeest zijn deuren voor het grote publiek. Het kostenplaatje voor de hele restauratie bedraagt 33 miljoen euro, maar het resultaat mag er zijn. En wie anders dan de eerste burger van de stad is beter geplaatst om ons rond te leiden in dit schitterende zestiende-eeuwse renaissancegebouw. Een trotse Bart De Wever ging ons met plezier voor.

Patrick Van de Perre

“Tot voor een paar jaar bestond de benedenverdieping van het stadhuis naar goede Vlaamse gewoonte uit een verzameling koterijen. Nu die weg zijn en de hele ruimte gerestaureerd is, herken je het bijna niet meer”, zegt burgemeester Bart De Wever als we aan de rondleiding beginnen.

Voorlopig is het nog steeds binnengaan via de achterdeur voor wie het stadhuis wil betreden. Maar het is zoals Bart De Wever zegt: “Bekend volk wordt altijd via de achterdeur ontvangen.” Maar voor alle duidelijkheid: tegen de opening op 18 juni is de hoofdingang op de Grote Markt klaar.

De achteringang van het Stadhuis ©  Jan Van der Perre

De burgemeester heeft gelijk. De benedenverdieping was tot voor de restauratie een benauwende ruimte met te veel kleine hokjes. Antwerpenaars die wel eens het stadhuis bezochten, herinneren het zich nog. “Hier zaten jarenlang Denise en Doris, samen levend Antwerps erfgoed, aan het onthaal.”

Wanneer het stadhuis, na ruim vier jaar een werf geweest te zijn, op 18 juni opnieuw bevolkt wordt door politici en ambtenaren, zullen er op de plek van de twee dames automatische poortjes staan. Voor wie er werkt. Want de catacomben, zoals de benedenverdieping door ingewijden genoemd wordt, zullen permanent open zijn voor het publiek.

De catacomben, zoals de benedenverdieping door ingewijden genoemd wordt, zullen permanent open zijn voor het publiek. ©  Jan Van der Perre

“Op deze plek komt de tentoonstelling De stad van morgen, die nu in het MAS-paviljoen te bezichtigen is. In die tentoonstelling draait alles rond hoe Antwerpen er in de toekomst zal uitzien. En die toekomst moet in het centrum van de stad getoond worden”, zegt Bart De Wever.

In galop naar binnen

Tijdens de wandeling wordt nog stilgestaan bij de balustrades die voor de hoofdingang van het stadhuis op de Grote Markt staan. “De stenen balustrades zijn hier neergezet bij de renovatie van het stadhuis in de negentiende eeuw”, legt Bart De Wever uit.

Wat precies de functie ervan is, blijft onduidelijk. Misschien iets met paarden? Ook Bart De Wever heeft geen pasklaar antwoord. “Mogelijk waren het een soort van dranghekken.” Maar over de paarden weet hij wel iets te vertellen. “Er is een periode geweest dat bezoekers met hun paard het stadhuis in konden rijden. Er was zelfs een stal. Nu ja, een stalling voor paarden, want een grote ruimte is het niet.”

De stalling is er niet meer, de ruimte nog wel. Witgekalkt en opgefrist zoals de rest van de benedenverdieping. “Onder de vloer is nog een aantal van de oorspronkelijke kasseien verwerkt.”

“Onder de vloer van de voormalige paardenstalling zijn nog een aantal van de oorspronkelijke kasseien verwerkt”, zegt Bart De Wever. ©  Jan Van der Perre

Heel mooi allemaal, maar het antwoord op de vraag of de restauratie van het stadhuis geslaagd is, ligt elders in het gebouw. Onderweg naar ’t Schoon Verdiep, al eeuwenlang het pièce de résistance van het stadhuis, uit Bart De Wever zijn tevredenheid over het toegenomen comfort in het gebouw. “Er is eindelijk een behoorlijke keuken en mensen kunnen douchen zonder dat ze bang moeten zijn om ziek te worden van de schimmel die er vroeger in de sanitaire ruimtes hing.”

De trappen die leiden naar ’t Schoon Verdiep ©  Jan Van der Perre

’t Schoon Verdiep

’t Schoon Verdiep is het epicentrum van het stadhuis. Hier wordt politiek bedreven en over de toekomst van de stad beslist. Op het eerste gezicht lijkt er weinig veranderd op deze verdieping. Alles hangt en staat nog op zijn plaats. Alleen een flinke laag stof her en der verraadt dat er in de aanloop naar de opening nog flink gewerkt wordt. Maar schijn bedriegt. De schilderijen, meestal gerestaureerd, zijn ontdaan van hun donkere lagen en schitteren opnieuw, het zitmeubilair voelt niet langer als een versleten zitzak.“De stoelen waren vroeger gevuld met paardenhaar. Ook de stoelen in de raadzaal. De historische stoelen bevatten nog het originele leder, maar werden, voor het zitcomfort, gevuld met het moderne materiaal bultex. Wie op een modern ogende stoel wil zitten, moet eerst in het schepencollege geraken”, zegt Bart De Wever droogjes.

De historische stoelen bevatten nog het originele leder, maar werden, voor het zitcomfort, gevuld met het moderne materiaal bultex, in plaats van paardenhaar voordien. ©  Jan Van der Perre

“De stoelen in de raadzaal zijn gerestaureerd en opnieuw opgevuld. Wie op een moderne stoel wil zitten, moet eerst in het schepencollege geraken”

De hele opstelling in de raadzaal is veranderd. De gemeenteraadsleden zitten binnenkort pal tegenover de burgemeester en de schepenen.

In de raadzaal is de opstelling van de gemeenteraads- en collegebanken veranderd. Iedereen kijkt elkaar nu recht in de ogen ©  Jan Van der Perre

Wandelend doorheen de Trouw- en de Leyszaal valt opnieuw op dat de schilderijen en wandschilderingen beter tot hun recht komen dan ooit tevoren. In de Trouwzaal staat Bart De Wever stil bij de beelden van de hand van Cornelis Floris De Vriendt en de fries van Joris Geefs, die de enorme schoorsteen sieren. “De fries verbeeldt Scaldis en Amphitrite, ofwel de verbintenis tussen de Schelde en de zee en werd eind negentiende eeuw toegevoegd. De beelden naast de schouw dateren uit de beginperiode van het stadhuis, dus je kan je voorstellen dat die in de loop der eeuwen heel wat gezien hebben. Het is misschien maar goed dat ze niet kunnen praten.”

Scaldis en Amphitrite. De twee bijna levensgrote beelden van Cornelis Floris De Vriendt die de schoorsteen in de Trouwzaal sieren, dateren van de begin-periode van het stadhuis in 1565. Ze stellen de verbintenis tussen de Schelde en de zee voor. ©  Jan Van der Perre

Een boom van een tafel

Via het kantoor van de assistente van Bart De Wever – zij krijgt wel een nieuw bureau – is het slechts een deur verder naar het kabinet van de burgemeester. Die ploft neer in een opgeknapte stoel en ziet dat ook op zijn werkplek weinig veranderd is. “Alles is historisch en van waarde. Hier past geen modern kantoormeubilair. Dit is trouwens de enige ruimte waar er origineel goudlederen behang tegen de muren hangt. In de overige zalen en kamers was dat altijd al neplederen behang.”

Bart De Wever ploft neer in een opgeknapte stoel in zijn kabinet en ziet dat ook op zijn werkplek weinig veranderd is. “Alles is historisch en van waarde. Hier past geen modern kantoormeubilair.” ©  Jan Van der Perre

Ook de grote houten tafel, die volgens de overlevering gemaakt is van de vrijheidsboom die ooit op de Grote Markt stond, heeft een onderhoud gekregen. “Of de tafel echt gemaakt is van het hout van de vrijheidsboom staat overigens ter discussie. Niet iedere historicus is ervan overtuigd dat dit klopt.”

Ook de grote houten tafel, die volgens de overlevering gemaakt is van de vrijheidsboom die ooit op de Grote Markt stond, heeft een onderhoud gekregen.  ©  Jan Van der Perre

Bart De Wever trekt nog even de deur van de toiletruimte open. Het oude sanitair is vervangen door een modern exemplaar. “Ik ben de enige in het stadhuis die over zijn eigen toilet beschikt”, voegt de burgemeester eraan toe. Hij lijkt opgelucht.

Een verdieping hoger valt er weinig meer te vertellen dan dat ook hier alles opgeknapt is. “Deze verdieping was vooral bedoeld om een mooi uitzicht te bieden op het ondergelegen Schoon Verdiep. Terwijl Bart De Wever over de leuning naar beneden kijkt, ziet hij dat dit opzet meer dan geslaagd is.

Nog een verdieping hoger wordt pas echt duidelijk welk een metamorfose het stadhuis heeft ondergaan. Wat eens een stoffige en slecht onderhouden opslagplaats was, is verbouwd tot een ruime en lichte verdieping. Het is een modern atrium in een monument uit 1565.

Hoogste verdieping. Licht en lucht vervangen de bijna vergeten ruimte op de hoogste verdieping. Een modern atrium in een historisch monument van 1565.  ©  Jan Van der Perre

Voorsmaakje voor Eiffeltoren

In wat de bibliotheek moet worden, vallen een smeedijzeren balustrade en draaitrap op. Ook de zware ijzeren bogen die bij de renovatie in de negentiende eeuw werden toegevoegd, springen in het oog. “Wat je hier ziet, is een stukje industriële geschiedenis. Dit dateert van 1870 en dus van ruim twintig jaar voor de bouw van de Eiffeltoren. Deze ruimte toont ook hoe het latere Centraal Station er zou gaan uitzien”, vertelt Bart De Wever.

Spanten als in de EiffeltorenIn wat ooit de bibliotheek moet worden op de hoogste verdieping, domineert gietijzer. De spanten dateren van ruim twintig jaar voor de bouw van de Eiffeltoren.  ©  Jan Van der Perre

Op deze verdieping komen vooral kabinetsmedewerkers te zitten. “De meesten hopen dat ze op de lagergelegen verdiepingen een plekje krijgen. Maar geloof me, als ze dit zien, gaan ze nog vechten om hier te mogen werken. Het is bovendien de enige verdieping van het stadhuis waar je door het raam kunt kijken zonder dat je een trapje nodig hebt. Het mooiste uitzicht op de Grote Markt heb je vanaf deze verdieping.”

“De meesten hopen dat ze op de lagergelegen verdiepingen een plekje krijgen. Maar geloof me, als ze dit zien, gaan ze nog vechten om hier te mogen werken.”

Mooiste uitzicht. De hoogste en heel heldere verdieping is de enige waar je door het raam kunt kijken zonder dat je een trapje nodig hebt. “Het mooiste uitzicht op de Grote Markt heb je hier”, verzekert de burgemeester.  ©  Jan Van der Perre

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Stadhuis Antwerpen