Crèches

Beke schuift verantwoordelijkheid in onderzoekscommissie meteen naar zijn administratie

Wouter Beke. © Kristof Vadino

Ex-minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) getuigt vandaag in de onderzoekscommissie kinderopvang. Hij nam vorige maand ontslag maar wijst nu zijn diensten met de vinger. ‘Ze hebben mij nooit gemeld dat iets beter moest.’

Simon Andries

Met een bezoekerslintje om de hals maakte voormalig minister van Welzijn Wouter Beke (CD&V) vanmorgen zijn opwachting in het Vlaams Parlement. Het was wat symbolisch voor de gevallen minister die nu toch nog een laatste keer zijn opwachting moet maken in het halfrond. Hij staat daarbij vandaag nog voor een spervuur aan parlementaire vragen over de problemen in de kinderopvang, en met name het overlijden van een peuter in kinderopvang ’t Sloeberhuisje. Dat betekende uiteindelijk ook het begin van het einde van zijn ministerschap.

Beke legde vanmorgen zelf meteen een verklaring af in het parlement. En net als bij zijn ontslag volgde geen mea culpa maar wel een langgerekte verdediging. Hij benadrukte eerst en vooral dat hij na het overlijden van de peuter onmiddellijk alle inspectieverslagen en info opvroeg en een audit instelde naar de handhavingsprocessen. ‘Ik heb het parlement op elk ogenblik alle info bezorgd zoals ik ze kreeg van het agentschap.’

Daarna ging Beke over naar een langgerekte vingerwijzing naar zijn eigen diensten. ‘Ik stelde samen met u vast dat het kinderdagverblijf toch niet op de lijst van verhoogd toezicht stond.’ Op zijn Bekes benadrukte hij dat ‘het duidelijk was dat de interne processen en de governancestructuur rond handhaving moesten gereorganiseerd worden’. In mensentaal: de diensten faalden.

Geen individuele casussen beoordelen als minister’

Beke expliciteerde dat vervolgens nog eens door te benadrukken dat hij ‘als minister niet elk dossier eigenhandig moet beoordelen’. ‘Als minister moet je geen individuele casussen beoordelen. Ik wil geen micromanagement, ik wil beleidskaders uittekenen om de kinderopvang te verbeteren. En dat is wat we hebben gedaan. Ik heb in de uitvoering altijd sterk vertrouwd op de agentschappen en ik ben altijd vertrokken van het principe van vertrouwen.’

Hij benadrukte ook dat er de voorbije jaren ‘in onderlinge gesprekken nooit naar voren is gekomen dat het agentschap in de uitvoering van de plannen rond handhaving over te weinig instrumenten zou beschikken of dat de informatiedoorstroming beter moest of wat dan ook.’

CD&V in verweer

Na Beke kwam onmiddellijk ook zijn partijgenoot en Parlementslid Katrien Schryvers (CD&V) aan het woord om vragen te stellen. Ook Schryvers richtte meteen alle pijlen op het agentschap. Ze verwees daarbij ook naar huidig Welzijnsminister Hilde Crevits (CD&V) die deze week nog het agentschap op de vingers tikte omdat ze foute informatie kreeg over een crèche in Veurne.

‘Het is duidelijk dat de informatiedoorstroming bij Kind en Gezin niet loopt zoals het zou moeten lopen. Heeft u zelf ook zicht op gebrekkige informatiedoorstroming vanuit het beleid naar het kabinet en de minister? Vindt u dat men u veel meer informatie had moeten geven en veel meer had moeten wijzen op bepaalde problematieken?’, aldus Schryvers.

Straks zijn de andere Parlementsleden nog aan het woord en volgt er nog een repliek van Beke. Maar de toon van de verdedigingslijn van CD&V is meteen duidelijk gezet.