Direct naar artikelinhoud
NieuwsBiologie

Reuzenbacterie ontdekt die met het blote oog zichtbaar is: ‘Ik viel van mijn stoel’

De bacterie Thiomargarita magnifica, met een muntje ter vergelijking.Beeld Tomas Tyml

Al een tijdje vroegen wetenschappers zich af wat toch die rare witte sliertjes waren die ze met het blote oog konden zien op sommige rottende blaadjes in de mangrovebossen van Guadeloupe. Nu komen ze in vakblad Science met het onthutsende antwoord: het zijn bacteriën, van wel een centimeter lang.

“Ik viel van mijn stoel”, is de eerste reactie van systeembioloog Frank Bruggeman (VU Amsterdam) op de ontdekking. “Dit zet de microbiologie een beetje op zijn kop. Het is echt een heel eigenaardige knakker. Een soort giraf onder de bacteriën. En niet iets wat je in de leerboeken zult tegenkomen.”

Er is immers een reden waarom bacteriën microscopisch klein zijn: alleen op die manier hebben ze genoeg ‘buitenkant’ om hun binnenste van voldoende voedingsstoffen te voorzien. Naarmate een bolletje groter is, neemt zijn volume immers navenant sneller toe dan de oppervlakte van zijn buitenkant. Een keiharde ‘begrenzing van afmeting’, schrijven de wetenschappers, onder aanvoering van de Frans-Amerikaanse zeebioloog Jean-Marie Volland.

De bacterie Thiomargarita magnifica (letterlijk: reusachtige zwavelparel) pakt dat anders aan: de bacil ontwikkelde zich in de lengte, zodat hij lekker veel celwand houdt. Bovendien heeft hij binnenin een soort holle binnenband, die alle werkzame onderdelen tegen de buitenkant aandrukt. “Zo is zijn biologisch actieve volume heel klein. En toch is dit één cel”, zegt Bruggeman.

Om het allemaal nog vreemder te maken plant de bacterie zich niet voort door gewone celdeling, maar door kleine stukjes van zijn uiteinde af te splitsen. Plus dat zijn DNA niet vrij ronddobbert, maar verpakt zit in blaasjes die zich gedragen als een soort bacil in de bacil, ook al ongewoon. “Bacteriën zijn eindeloos flexibel en zitten altijd vol verrassingen”, schrijft de Amerikaanse microbioloog Petra Anne Levin in een begeleidend commentaar.

Wellicht heeft de evolutie de langwerpige vorm bij de bacterie afgedwongen zodat hij beter bij zijn voornaamste voedsel – zwavelwaterstof, H2S – kan komen, oppert Bruggeman. “Als de bron daarvan zich telkens verplaatst, heb je er voordeel bij om lang te zijn. Ze steken hun nek uit, om het zo te zeggen, om het aanbod te volgen.”

Het grootste eencellige wezen is de nieuwe bacterie overigens niet: in zee leven sommige algen die in feite uit één cel bestaan, hoewel ze er gewoon uitzien als zeewier. Bij Namibië vonden wetenschappers al eerder een ‘zwavelparel’ die enkele tienden van een millimeter lang kan worden. De nieuwe bacterie verpulvert dat record echter. Het grootste exemplaar dat Volland vond, is twee centimeter lang.

Het team roept collega’s op om eens wat meer te letten op schijnbaar onbetekenende dingetjes in het water. “De ontdekking van Thiomargarita magnifica geeft aan dat grote en meer complexe bacteriën zich misschien wel onder onze neus verborgen houden.”