Direct naar artikelinhoud
NieuwsNAVO

NAVO schaalt op naar 300.000 snel inzetbare militairen: ‘Grootste herziening sinds Koude Oorlog’

Amerikaanse mariniers tijdens de een NAVO-oefening eerder dit jaar.Beeld REUTERS

De NAVO gaat het aantal snel inzetbare eenheden drastisch verhogen naar 300.000 militairen. Dat heeft secretaris-generaal Jens Stoltenberg aangekondigd voor het begin van de NAVO-top in Madrid. Hij sprak van ‘de grootste herziening van de collectieve verdediging en defensie sinds de Koude Oorlog’.

De huidige snelle reactiemacht (NRF) bestaat uit nationale eenheden (op land, ter zee en in de lucht) van lidstaten die samen 40.000 militairen op de been kunnen brengen. Dat het aantal snel inzetbare militairen meer dan verzevenvoudigd wordt, zal grote gevolgen hebben voor lidstaten. Veel nationale eenheden hebben namelijk een langere reactietijd, of zijn gecommitteerd aan andere taken. 

Stoltenberg deed zijn toezegging in de aanloop naar de NAVO-top in Madrid, die dinsdagavond begint met een diner van de regeringsleiders. Het is, samen met de versterking van de NAVO-aanwezigheid langs de oostelijke flank die tijdens de top wordt aangekondigd, een van de antwoorden op de Russische agressie in Oekraïne en andere dreigingen in wat Stoltenberg “een tijdperk van strategische rivaliteit” noemt.

Secretaris-generaal Jens Stoltenberg maandag op zijn persconferentie.Beeld AFP

Voorwaartse defensie

Vooral in Polen en de militair kwetsbare Baltische landen krijgt de NAVO een grotere aanwezigheid: de vooral symbolische ‘tripwire’-functie van de multinationale eenheden die er sinds 2014 actief zijn, verandert in een voorwaartse defensie met meer militairen en ook meer materieel en voorraden die in die landen beschikbaar worden gehouden. 

De bedoeling is dat eenheden uit NAVO-landen specifieke sectoren krijgen toebedeeld waar ze bij een conflict worden ingezet. Daarbij wordt gedacht aan een multinationale brigade (van tussen de 3.000 en 5.000 militairen) in elk van de Baltische landen en Polen. Maar deze militairen worden niet permanent langs de oostflank van de alliantie gelegerd, zoals de Balten graag wilden. Het ‘uitklapmodel’ is een compromis dat, zeggen NAVO-experts, voldoende flexibiliteit bewaart om eenheden in te zetten waar ze nodig zijn. Zo gaat Duitsland zijn bijdrage in Litouwen volgens dit model fors verhogen.

Gevraagd naar de Russische dreigementen tegen Litouwen (dat goederen die onder EU-sancties vallen niet doorlaat naar de Russische exclave Kaliningrad) herinnerde Stoltenberg aan de versterkingen die al naar het oosten van het NAVO-grondgebied zijn gestuurd. “Geloofwaardige afschrikking is er niet om te provoceren, maar om conflicten te voorkomen.” Volgens Stoltenberg begrijpt de Russische president Poetin de implicaties van een aanval op een NAVO-lidstaat. Hij zei dat Litouwen EU-sancties uitvoert die ook door de NAVO worden gesteund.

Overleg met Erdogan

De NAVO-chef maakte ook bekend dat de presidenten Erdogan (Turkije), Sauli Niinistö (Finland) en Magdalena Andersson (Zweden) zijn uitnodiging hebben aanvaard om elkaar dinsdag voor het officiële begin van de top te ontmoeten in Madrid.

De ontmoeting is het hoogtepunt van intensieve crisisdiplomatie in de afgelopen dagen en weken tussen betrokken partijen, Stoltenberg en andere NAVO-landen. Die laatsten zijn erop gespitst de Turkse blokkade van het Finse en Zweedse lidmaatschap zo snel mogelijk op te heffen, liefst nog voor de top. Dat zou de boodschap van eensgezindheid richting Poetin vergroten.

Stoltenberg kon maandag niet zeggen of die diplomatieke inspanningen al tijdens de top succesvol zullen zijn. “Ik kan geen beloften doen. Maar de bedoeling van het overleg morgen is natuurlijk om vooruitgang te boeken. We hebben hard gewerkt om ervoor te zorgen dat ze zo snel mogelijk erbij kunnen komen. Hun aanmelding voor het lidmaatschap is historisch en zal de veiligheid van het Euro-Atlantisch gebied vergroten.”

De NAVO publiceerde maandag ook de jongste cijfers over defensie-uitgaven. Deze laten plotseling een grote stijging zien in veel landen (niet allemaal: België is een van de uitzonderingen). Negen bondgenoten zitten nu al op het in 2014 afgesproken niveau van 2 procent van het nationaal inkomen, nog eens negentien andere landen zullen dat volgens Stoltenberg halen in 2024.