Direct naar artikelinhoud
NieuwsCoronavirus

Labo Marc Van Ranst doet ontdekking over coronatesten: ‘Dit kan een gamechanger zijn’

Labomanager van het Rega Instituut Elke Wollants (KU Leuven) en diensthoofd Marc Van Ranst (KU Leuven).Beeld Joel Hoylaerts / Photo News

De voorbije twee jaar pompte de overheid 1,5 miljard euro in PCR-testen om naar corona te speuren. Wat als we die dure testen binnenkort vaarwel kunnen zeggen? Het labo van Marc Van Ranst (KU Leuven) deed een ontdekking die een uitweg biedt. ‘Dit kan een gamechanger zijn.’

Aan het Rega Instituut van de KU Leuven hebben diensthoofd Marc Van Ranst en labomanager Elke Wollants een ontdekking gedaan die volgens hen onze teststrategie op zijn kop kan zetten in het najaar. “Al sinds de start van de pandemie zweren we bij PCR-testen als ‘gouden standaard’ voor corona”, zegt Wollants. “Volgens ons is de tijd gekomen om daarvan af te stappen. PCR-testen zijn peperduur en het is niet evident om voldoende labocapaciteit te blijven voorzien.”

De jongste maanden is bovendien gebleken dat de veel goedkopere sneltesten betrouwbaar genoeg zijn om de epidemie op te volgen. “Alleen bleef er nog één argument over om toch bij PCR-testen te zweren: het was de enige manier om zicht te kunnen hebben op welke varianten er in ons land rondgaan.” Maar daar hebben Wollants en Van Ranst nu een antwoord op gevonden.

Wat is het verschil tussen een PCR-test en een sneltest?

Een PCR-test wordt afgenomen met een neuswisser. Vervolgens gaat het staal naar een labo waar het in machines wordt geanalyseerd. Het resultaat is in het beste geval binnen de twaalf uur beschikbaar. Een PCR-test is zeer gevoelig en pikt ook patiënten op met een oude infectie.

Een snelle antigeentest wordt ook afgenomen met een neuswisser, maar het staal kan ter plaatse door een arts of apotheker geanalyseerd worden op een testplaatje. Na vijftien minuten verschijnt het resultaat. De antigeentest is minder gevoelig en pikt enkel patiënten op die besmettelijk zijn.

Samen met hun team hebben ze de voorbije maanden uitgezocht of het ook mogelijk is om varianten te bepalen op basis van een sneltest. “En dat bleek — tot onze eigen verbazing — bijzonder goed te lukken”, legt Wollants uit. “Zelfs uit gebruikte sneltesten die hier al drie maanden lagen, hebben we nog virusdeeltjes kunnen halen waarvan we vervolgens via genoomsequentie konden bepalen om welke variant het ging. Het straffe is dat die testen al die tijd op kamertemperatuur bewaard zijn en voortdurend blootgesteld werden aan licht. En toch konden we ze gebruiken om de variant te bepalen.” 

De laboranten in Leuven herhaalden de analyse meer dan dertig keer met verschillende merken en met testen die tussen de drie maanden en 24 uur oud waren. In zo goed als alle gevallen kon de variant succesvol bepaald worden en in tien gevallen kon zelfs het volledige genoom eruit gehaald worden.

Lees ook

Coronacijfers gaan verkeerde kant op: 8 vragen over de nieuwe variant omikron BA.5

Negatieve zelftest maar toch covid-symptomen? Dit kan er aan de hand zijn

“Dit kan een gamechanger zijn”, denkt Wollants. “Want het laatste argument voor het massale gebruik van PCR-testen is hiermee van tafel. We zouden komende herfst en winter perfect alle patiënten enkel nog met sneltesten kunnen testen op corona — en zelfs op griep — en nadien vragen aan huisartsen, apotheken of testcentra om een beperkt deeltje van hun testen op te sturen naar een labo voor de analyse op varianten.”

Besparing

Wollants ziet enkel voordelen. “Iedere patiënt weet voortaan al na een kwartier of hij besmettelijk is, de labo’s kunnen zich opnieuw met andere analyses bezighouden en de overheid kan miljoenen besparen.” Dat laatste is zelfs nog licht uitgedrukt. In de herfst en winter van 2021 en 2022 gaf de federale overheid 625 miljoen euro uit aan PCR-testen. Als we komend najaar massaal zouden overschakelen op sneltesten, dan zakt de kostprijs voor dezelfde hoeveelheid testen naar 308 miljoen. Een besparing van 317 miljoen euro.

De vraag is of de labo’s een ommezwaai in de teststrategie zullen zien zitten. Want zij verdienen momenteel goed hun boterham met PCR-testen. “Voor ons is dat geen enkel probleem”, zegt Wollants. “Wij zullen zelfs blij zijn als we weer andere zaken kunnen doen. Of private labo’s daar hetzelfde over denken? Dat weet ik niet.” 

Ook bij de huisartsen zou weerstand kunnen ontstaan, want er is het voorbije jaar veel onduidelijkheid geweest over de betrouwbaarheid van sneltesten. “Ten onrechte”, vindt Wollants. “Wij hebben al aangetoond dat sneltesten effectief zijn, maar toch is die gedachte zeer hardnekkig in sommige kringen. Laatst gaf ik een webinar aan huisartsen en daar stelde ik vast dat velen niet eens wisten hoelang een sneltest een positief resultaat geeft.”

“Ook de overheid verspreidt nog steeds foute informatie. Zo kreeg een kennis van mij van een contact tracer te horen dat snel- en zelftesten onbetrouwbaar zijn omdat ze tot 30 dagen na infectie nog positief kunnen zijn. Dat is onzin. Maar het toont aan hoeveel werk er nog is als we straks enkel nog sneltesten zouden willen gebruiken.”

Vandenbroucke

Wollants hoopt dat de federale regering en minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) te overtuigen vallen. “Ook professor Van Ranst zal adviseren om van strategie te veranderen. Als je als overheid honderden miljoenen kan besparen zonder in te boeten op kwaliteit, dan moet je toch niet twijfelen? We zouden dan wel snel in gang moeten schieten, want er zullen procedures uitgewerkt moeten worden.”

Wollants en haar collega-onderzoekers dienen hun studie binnenkort sowieso in bij een wetenschappelijk vakblad, zodat het gecontroleerd kan worden door andere wetenschappers (een zogenaamde peer-review). “Voor zover we weten, zijn we de eersten die zo’n uitgebreide studie deden naar het bepalen van varianten via sneltesten. Finse collega’s publiceerden begin dit jaar ook een paper, maar die beperkte zich tot één merk van sneltesten die allemaal binnen de 48 uur afgenomen waren. Ze bewaarden de stalen ook in een frigo. Wij hebben meerdere merken en virussen geanalyseerd en ontdekten dat je zelfs drie maanden oude testen kan gebruiken die op kamertemperatuur bewaard zijn. Dat opent bijzonder veel perspectieven om het gebruik van PCR-testen fors terug te dringen.”