Direct naar artikelinhoud
AchtergrondStudentenleven

‘Ik bewoog me tussen mijn bed, de eetkamer en de tuin’: afstuderende ‘corona-studenten’ getuigen

Robin Gilissen, Sidney Van Ravenstyn en Jolien Wauters.Beeld Bob Van Mol

De studententijd wordt weleens ‘de mooiste periode van je leven’ genoemd, maar een pandemie kan een flinke domper op de feestvreugde zijn. Vlak voor ze afstuderen, blikken vier jongeren terug op jaren van online colleges, doorzettingsvermogen en gemiste feestjes.

Hadewijch Keersebilck (22), student dierenzorg: ‘Ik kreeg steeds vaker het gevoel dat ik opgesloten zat’

“Een lessenpakket met aandacht voor theoretische basiskennis, aangevuld met een heleboel praktijkuren.” Dat is wat Hadewijch Keersebilck verwachtte toen ze zich in het najaar van 2018 voor de bacheloropleiding dierenzorg inschreef. Tijdens haar eerste academiejaar aan de HoGent had de student het naar haar zin, maar nadien kregen zij en haar studiegenoten het moeilijker. De twee laatste jaren van de bacheloropleiding zetten sterk in op praktijklessen, maar in een pandemie waren dat net de moeilijkste colleges om te organiseren. 

“We hebben veel belangrijke praktijklessen gemist”, blikt Keersebilck terug. “Bij het vak proefdierkunde leer je normaal bijvoorbeeld hechtingen plaatsen, maar die leerstof hebben wij nooit behandeld. Het lab om bloedonderzoek te doen, kon ook niet doorgaan. Net als heel wat andere vakken waarin relevante technieken van dierenartsen uitgelegd worden.”

Toen het openbare leven voor het eerst op slot ging, had de student dierenzorg het daar niet zo moeilijk mee. Ze verwachtte dat de lockdown slechts enkele weken zou duren, en de mogelijkheid om vooraf opgenomen lessen te volgen, beviel haar wel. “Het was fijn om vakken op mijn eigen tempo te volgen, maar na een tijdje miste ik sociaal contact. Ik kreeg steeds vaker het gevoel dat ik opgesloten zat”, zegt ze. 

De blok en de examens zitten er stilaan op, maar sommige afstuderenden hebben door corona een wel erg ongewone studententijd achter de rug.Beeld Wannes Nimmegeers

Later werd het steeds duidelijker dat de crisis lang zou aanslepen en dat had ook gevolgen voor haar studietraject. De mogelijkheid om deel te nemen aan een van de leerrijke stages in het buitenland verdween, en aan het eind van het academieaar vielen haar examenresultaten tegen. “Ik heb mijn hoofd wat laten hangen tijdens de pandemie, mijn motivatie was verdwenen. Dat had deels met de coronacrisis zelf te maken, maar ook met elementen uit mijn privéleven.”

Keersebilck deed uiteindelijk een jaar langer dan gepland over haar bacheloropleiding. Daardoor kreeg ze tijdens haar laatste schooljaar, waarin de pandemie meer onder controle was, de kans om meer praktijklessen bij te wonen. “Er werden twee inhaalpractica georganiseerd, maar in twee uur tijd kun je natuurlijk niet leren wat je twee academiejaren lang gemist hebt.” Dankzij haar stage kon de student haar praktische kennisachterstand gelukkig inhalen, al weet ze nog niet zeker welke richting ze volgend jaar uit wil. “Ik zou graag aan mijn professionele carrière beginnen, maar misschien schrijf ik me toch nog in voor een andere opleiding. Het lijkt me fijn om nog écht van het studentenleven te genieten.”

Robin Gilissen (23), student meertalige communicatie: ‘De spontaniteit verdween uit de lessen’

Robin Gilissen (23), student meertalige communicatie: ‘De spontaniteit verdween uit de lessen’
Beeld Bob Van Mol

Toen het coronavirus zich over de wereld verspreidde, studeerde Robin Gilissen al twee en een half jaar lang toegepaste taalkunde aan de KU Leuven. In theorie hoefde hij dus niet meer zo lang in het afstandsonderwijs mee te draaien, maar de lockdown kwam hard aan omdat hij wist hoe fijn het studentenleven kan zijn. “De spontaniteit verdween uit de lessen. De interactie verliep veel moeilijker en je zat vaker in de les omdat je er moest zitten dan omdat je er wou zijn”, vertelt hij. Hoorcolleges konden vlotter in een digitale omgeving georganiseerd worden dan practica, en de docenten deden hun best, maar het onderwijs boette in aan diepgang. “Er was ook minder leerplezier omdat studenten bijna altijd thuis waren. Ik bewoog me tussen mijn bed, de eetkamer en de tuin.”

Gilissen bleef niet bij de pakken neerzitten en wilde zich tijdens het tweede coronajaar voor zijn leeftijdsgenoten inzetten. Hij werd daarom preses van studentenvereniging Calesa, maar het was niet gemakkelijk om leden warm te maken voor virtuele activiteiten. “Studenten brachten al veel tijd online door voor school, in hun vrije tijd wilden ze dan liever iets anders doen. Ik merkte dat ook bij mezelf en mijn vrienden. Tijdens de eerste lockdown belden en gameden we nog vaak, maar later verdween die noodzaak.”

De penibele situatie van studenten was ook zwaar om te dragen omdat zij minder vaak op versoepelingen konden rekenen dan andere bevolkingsgroepen. Middelbare scholieren kregen regelmatig les op school en heel wat werknemers zagen nog collega’s op kantoor, maar voor studenten bleef afstandsonderwijs lang de regel. “Na een Overlegcomité hoopten we telkens op versoepelingen, maar vaak werden we teleurgesteld. Al werkten sommige studenten dat misschien ook in de hand: na de eerste versoepelingen waren er een paar rotte appels die de regels overtraden en het zo voor de rest verpestten.”

In de komende maanden rondt Gilissen zijn masteropleiding meertalige communicatie af. Een professionele carrière lonkt, maar tegelijkertijd heeft hij het gevoel dat hij zijn studententijd nooit ten volle kon beleven. “Toen ik na de versoepelingen weer uitging met vrienden, merkte ik dat ik twee jaar van mijn leven kwijt was. Voor corona was ik een van de jongste mensen op een fuif, nu ben ik bij de oudste aanwezigen. Dat geeft me geen fijn gevoel.”

Sidney Van Ravenstyn (22), student orthopedagogie en toegepaste jeugdcriminologie: ‘Je studeert niet alleen om bij te leren’

Sidney Van Ravenstyn (22), student orthopedagogie en toegepaste jeugdcriminologie: ‘Je studeert niet alleen om bij te leren’
Beeld Bob Van Mol

Op de middelbare school wist Sidney Van Ravenstyn al dat ze zich na haar afstuderen op jeugdcriminologie wilde toeleggen. Alleen kon ze op dat moment nog niet inschatten dat haar een hobbelig studieparcours wachtte. Aan het eind van haar eerste academiejaar aan de hogeschool koos ze ervoor om de opleiding orthopedagogie met specialisatie jeugdcriminologie aan een andere onderwijsinstelling voort te zetten. “Tijdens het eerste semester hadden we vooral vakken in aula’s, waardoor het moeilijk was om studiegenoten te leren kennen. Nadien brak de coronacrisis los, waardoor sociaal contact met mensen uit mijn richting nog moeilijker werd”, zegt Van Ravenstyn. De stap naar afstandsonderwijs had niet enkel gevolgen voor het sociale leven van de student. Zo merkte ze op dat studeren voor haar minder vlot ging als er geen interactie was. “Als er iets grappigs gebeurt of iemand stelt een vraag, kan ik daaraan terugdenken bij het blokken. Nu waren die herinneringen er niet.”

Elk nadeel heeft zijn voordeel. De examenresultaten van Van Ravenstyn gingen er tijdens de pandemie op vooruit omdat ze de kans kreeg om lesopnames te herbekijken. “Als je tijdens een livecollege iets mist, haal je dat later ook niet meer in. Daar was het afstandsonderwijs dus wel interessant voor.” Al was die techniek niet voor alle opleidingsonderdelen haalbaar. Het belangrijke vak gespreksvoering werd bijvoorbeeld zo wel gegeven, maar daardoor werd het lastig om cruciale kennis  te verwerven. “Je mist de non-verbale communicatie van je gesprekspartner, maar je leert daar ook hoe je een ruimte kunt gebruiken. Hoe ver je van een cliënt moet zitten en wat je moet doen als hij plots dichterbij komt. Dat pik je in een digitale omgeving niet zomaar op.”

Van Ravenstyn slaagde er in de loop van het derde jaar in om meer contact met studiegenoten op te bouwen, en tijdens haar stageperiode deed ze de nodige praktijkervaring op. Toch koos ze ervoor om nog geen definitief punt achter haar tijd op de schoolbanken te zetten. Volgend jaar begint ze aan een masteropleiding criminologie aan de KU Leuven. Haar honger naar een verdere kennisuitdieping is groot, en ook het verlangen naar studentenfeestjes speelde mee in die beslissing. “Ik kreeg bijvoorbeeld nooit de kans om aan naar fuiven te gaan. Ze waren heel lang verboden en na de versoepelingen was mijn stage al begonnen. Ik kijk ernaar uit om dat in te halen. Want je studeert om bij te leren, maar je wilt ook activiteiten doen die het leuk voor je zelf houden.”

Jolien Wauters (22), student autotechnologie: ‘In een aula was ik vaak afgeleid, thuis kon ik me concentreren’

Jolien Wauters (22), student autotechnologie: ‘In een aula was ik vaak afgeleid, thuis kon ik me concentreren’
Beeld Bob Van Mol

In de verhalen die afstuderende bachelorstudenten over de coronajaren vertellen, duiken bepaalde elementen telkens weer op. Zo leed ook de opleiding autotechnologie aan de Antwerpse Karel de Grote Hogeschool onder het afstandsonderwijs. Student Jolien Wauters legt uit dat docenten er sterk op inzetten om de jeugd alles over de werking van motoren te leren. Een diagnose stellen bij een wagen kan natuurlijk moeilijk via Zoom, en dat liet zich sterk voelen. “Tijdens de eerste drie weken van de lockdown in maart 2020 leek het alsof school niet bestond. Niemand wist precies hoe de rest van het schooljaar er zou uitzien. Uiteindelijk werden de praktijklessen digitaal gegeven, maar je leert natuurlijk het best als je zelf iets kunt doen. Daardoor begonnen veel studenten met een kennisachterstand aan hun stage.”

De pandemie roept bij veel studenten nare herinneringen op, maar Wauters denkt er niet met uitsluitend negatieve gevoelens aan terug. Zo ontdekte ze tijdens de crisis dat ze de leerstof uit hoorcolleges veel beter begreep wanneer ze die op haar eigen tempo kon verwerken. “In een aula ben ik vaak afgeleid, maar thuis heb ik daar veel minder moeite mee. Ik deed bovendien veel vaker aan zelfstudie dan in eerdere periodes.” Veel vergelijkingsmateriaal had ze weliswaar niet, want de coronacrisis begon al toen haar eerste semester als bachelorstudent nog maar net achter de rug was. Ze had wel het geluk dat haar vriendengroep op dat moment al grotendeels gevormd was, waardoor ze er niet alleen voor stond toen de wereld op slot ging. “We hadden een groepschat waarin we elkaar op de hoogte hielden, en later konden we ook afspreken om samen te wandelen. Meer sociaal contact was natuurlijk welkom geweest, al had ik altijd vrienden en familie in mijn omgeving.”

Wauters is ten slotte dankbaar voor een belangrijke les die ze dankzij de pandemie leerde. Zo zag ze nu in dat het nuttig kan zijn om af en toe rust op te zoeken. “Soms word je namelijk overrompeld door de drukte”, vertelt ze. “Studenten leerden tijdens de pandemie ook om gemotiveerd te zijn en om gedisciplineerd te studeren. We waren zelf verantwoordelijk om alles op te volgen en vakken na te kijken.” Met die kennis kon ze ook al een eerste job versieren. Want hoewel ze haar diploma pas in de zomer krijgt, draait ze momenteel al mee bij een Volvo-consessiehouder. “Na afloop van mijn stage vroegen ze me om te blijven”, vertelt ze. De gemiste praktijkkennis was dus lang niet onoverkomelijk.