Direct naar artikelinhoud
AchtergrondVrouwenrechten

Waarom christelijk Amerika plots wel radicaal tegen abortus is

Een demonstrant houdt een poppetje van een foetus omhoog tijdens een anti-abortusbetoging in 1993 voor het Hooggerechtshof in Washington.Beeld Corbis via Getty Images

Nu het recht op abortus verdwijnt, vieren Amerikaanse conservatieve christenen hun grootste overwinning ooit. Die anti-abortusstrijd is vooral het werk van protestanten. Hun politieke machine heeft Amerika veranderd.

Ergens aan het einde van de jaren zeventig reisde Francis Schaeffer, presbyteriaans voorganger, af naar de Dode Zee in Israël. In zijn busje zaten duizend plastic poppen. Hij verspreidde ze langs de oever, sommige met het gezicht naar beneden, sommige op de rug, willekeurig, alsof ze uit de lucht waren komen vallen en te pletter waren geslagen. “Hier stond ooit de stad Sodom, de meest gecorrumpeerde stad ter wereld”, proclameerde hij, toen zijn zoon de camera aan had gezet. “Een stad van de dood.”

In Amerika, zo ging hij verder, zijn sinds de legalisering van de abortus in 1973 elk jaar een miljoen ongeboren baby’s vermoord. “U ziet nu duizend poppen. Vermenigvuldig dat met zesduizend en tel er dan elk jaar een miljoen bij. En aanschouw, de slachting van de onschuldigen.” De scène werd onderdeel van een documentaireserie, Whatever Happened to the Human Race (1979), bedoeld voor bijbelstudiegroepen. Maatschappijkritiek vanuit conservatief-christelijk oogpunt, met een zweem van filosofie.

Razend populair in Amerikaanse bible belt

Schaeffer wist toen hij tussen die poppen stond nog niet dat zijn geloofsgenoten zijn boodschap extreem serieus zouden nemen. Dat de videoband razend populair zou worden in de Amerikaanse bible belt, en dat men daar na het zien van de film veertig jaar lang alles op alles zou zetten om het recht op abortus terug te draaien. En dat dit nog zou lukken ook.

Het Hooggerechtshof in Washington zette vorige week zoals verwacht een streep door het federale recht op abortus. Staten moeten het zelf uitzoeken, oordeelde het Hof. De gevolgen daarvan zijn al duidelijk. Zo’n 22 staten hebben vergevorderde plannen voor een verbod, en nog eens vier staten zijn druk met het optuigen van stevige restricties.

Whatever Happened to the Human Race, nog steeds te zien op YouTube, is in Amerika een kantelpunt geweest in het denken over abortus, vertelt evangelical-kenner Sarah Posner. Ze schreef boeken over de innige band tussen christelijk rechts en de Republikeinse partij en over waarom die evangelicals zo gecharmeerd zijn van Donald Trump.

Geen duidelijke mening over abortus

“Het idee dat het leven begint bij de conceptie, is in protestantse kringen vrij nieuw”, zegt ze. Je zou het niet denken, als je hoort hoe fel sommige evangelicals erover vertellen, maar het gaat niet bepaald terug op de tijd van Jezus, en zelfs niet op de tijd van de reformatoren. “Sterker nog: toen het Hooggerechtshof in 1973 het recht op abortus vastlegde, was daar in evangelicale kringen nauwelijks kritiek op. Men had er nog geen eenduidige mening over. Sommigen waren tegen, sommigen voor, velen hadden geen mening. Abortuskritiek was iets voor katholieken.”

Pro-abortusdemonstratie in Jackson, Mississippi.Beeld AP

Er zijn gevallen waarin abortus uitkomst kan bieden, schreef het evangelicale lijfblad Christianity Today in 1968. Bijvoorbeeld als ‘de individuele gezondheid’ of ‘het welzijn van het gezin’ op het spel staat. Soms kon abortus volgens het blad ook een kwestie zijn van ‘maatschappelijk verantwoord’ handelen.

Was een foetus eigenlijk wel een mens? “Ik heb altijd gevonden dat een kind aan zijn leven begint op het moment dat het zich losmaakt van zijn moeder”, stelde de fundamentalistische voorganger Wallie Amos Criswell na de uitspraak van het Hof in 1973. Criswell was toen net een aantal jaren voorzitter geweest van het grootste conservatief-protestantse kerkgenootschap.

Hulp van prominente televisiedominees

Toen er na Schaeffers film ineens wél momentum ontstond tegen abortus, werd dat omarmd door de New Right, een coalitie van populistische Republikeinen die wilden breken met het establishment. Zij kregen weer hulp van prominente televisiedominees. Die begonnen hun preken te gebruiken om hun achterban te waarschuwen: weet u dat vele Amerikanen al worden vermoord voordat ze geboren worden?

Jerry Falwell, wiens diensten miljoenen kijkers trokken, tuigde een campagne-apparaat op. Posner: “Zo ontstond wat we nu kennen als christelijk rechts.” Zat er een verkiezing aan te komen, dan stuurden Falwell en andere pastors flyers naar hun kijkers waarin ze uitlegden welke kandidaat garant stond voor ‘christelijke’ waarden. Gebed op school, de strijd tegen het Sovjet-communisme, abortus: het waren steevast de Republikeinen die het groene vinkje kregen. Evangelicals waren niet gewend om politiek actief te zijn, zegt Posner. “Maar de veranderende zeden, de nasleep van de jaren zestig, brachten hen in actie.”

Voorgangers zorgden dat hun gevolg ging stemmen, en dat ze dan een Republikein kozen. De Republikeinse partij begon op haar beurt de christelijke thema’s op te nemen in haar verkiezingsprogramma’s. Een novum. Voor die tijd stemden evangelicals niet zo duidelijk Republikeins.

Sterker nog: in het Witte Huis zat op dat moment Jimmy Carter, een evangelical én Democraat. In de cultuurstrijd speelde abortus een belangrijke rol, zegt Posner. Abortus was voor hen meer dan een medisch-ethische ingreep waar je voor of tegen kon zijn, het was moord, grootschalige kindermoord. Er was een ‘genocide tegen kinderen’ gaande, verkondigden evangelicale organisaties.

Doodscultus

Wie kon daar nu voor zijn? De Democraten. “Het idee dat Democraten niet alleen een verkeerde mening hadden, maar moord toejuichten, dat ze evil waren, dat hoorde je eerst alleen in radicale katholieke kringen”, zegt Posner. “Vanaf de jaren tachtig wordt dat breed opgepikt.”

Op de conservatieve radio begonnen pastors in de jaren tachtig een offensief dat nog altijd voortduurt. In programma’s op de landelijke evangelicale zender American Family Radio (AFR) constateren presentatoren en inbellers nog regelmatig dat er een ‘culture of death’ heerst. Pastor Earl Walker Jackson bijvoorbeeld wijdde onlangs een uur van zijn programma aan de volgens hem macabere moraal van de Democraten. Thema van de dag: ‘Links is een doodscultus’.

Dat veel Republikeinen en Democraten elkaar vandaag niet meer kunnen luchten of zien, komt niet alleen door abortus, benadrukt Posner. “Maar het heeft wel een significante rol gespeeld: het idee dat Democraten niet alleen politiek fout zitten, maar foute mensen zijn.”

Inmiddels zijn christelijk rechts, de Republikeinse Partij en populistische bewegingen nog moeilijk van elkaar te onderscheiden. Evangelicals hielpen Donald Trump in het zadel: van de witte evangelicals die in 2016 hun stem uitbrachten, ging vier op de vijf voor Trump. Bij Fox News, rechtse radiozenders en in podcasts van rechtse complotdenkers schuiven geregeld pastors aan.

QAnon, de rechtse complottheorie over een deep state die de staat ondermijnt, duikt regelmatig op in evangelicale media. Onderzoeksbureau American Enterprise Institute constateerde vorig jaar dat ruim een kwart van de witte evangelicals de QAnon-ideeën aanhangen. Posner: “Het is een wisselwerking. Christelijk rechts heeft polarisering aangejaagd, maar de achterban is ook meegesleept in de partijpolitieke strijd.”

Evangelicale kerken groeien niet meer

Evangelicals vormen een derde van het Republikeinse electoraat. Groeien doen ze niet. Integendeel, de afgelopen decennia slonk hun gezelschap. Een gevolg van secularisatie. Hun kerken lopen minder snel leeg dan die van progressievere geloofsgenoten, maar groei zit er niet meer in.

Dat een minderheid zo’n grote invloed kan uitoefenen, is een enorme prestatie, vindt Posner. Zeker als je bedenkt dat de meeste Amerikanen het recht op abortus willen behouden. “Christelijk rechts kijkt altijd naar de lange termijn. Op conservatieve scholen worden al decennia rechters opgeleid die de grondwet op conservatieve wijze uitleggen.”

Die rechters zijn inmiddels benoemd bij allerlei rechtbanken door het hele land, waaronder het Hooggerechtshof. “Intussen blijven lobbyorganisaties rechtszaken voeren. Tegen homorechten, tegen de scheiding van kerk en staat en tegen abortus. En je ziet: als je dat lang genoeg volhoudt, werpt dat zijn vruchten af. Dan kun je als minderheid een grote stempel op het land drukken.”

Evangelicale kerken groeien niet meer
Beeld AP