Irandeal in gevaar? ‘Dit dreigt een heel lucratief handeltje te worden’

Wouter De Vriendt (Groen). ©  blg

In de bevoegde Kamercommissie dreigt het wets­ontwerp over het ruilen van gevangenen met Iran onvoldoende steun te vinden. Volgens minister van Justitie Vincent Van Quickenborne (Open VLD) gaat het om een zaak van leven en dood, maar commissieleden van oppositie én meerderheid vrezen dat de deal de deur openzet voor chantage. Woensdag wordt gestemd.

rvs, sa

Dinsdag ligt in de Kamercommissie Buitenlandse Betrekkingen het wetsontwerp voor om het verdrag met Iran te ratificeren over het ruilen van gevangenen. Algemeen werd aan­genomen dat ons land met de deal zou proberen om de door Iran in 2017 ter dood veroordeelde VUB-gastprofessor Ahmadreza Djalali te ruilen met de Iraanse terrorist ­Assolah Assadi. Nu blijkt echter dat ook de Belgische ngo-medewerker Olivier Vandecasteele in de cel zit in de Iraanse hoofdstad Teheran. Kort na zijn arrestatie zijn tussen België en Iran onderhandelingen begonnen die beide landen in staat zouden stellen om gevangenen te ruilen.

Olivier Vandecasteele zit ondertussen in volledige isolatie in de gevangenis. Zijn familie had éénmaal contact met hem, maar hij heeft geen contact met zijn Iraanse advocaten. Door het slechte eten heeft hij veel gewicht verloren en hij heeft gezondheidsproblemen, aldus nog de familie.

Olivier Vandecasteele. ©  Facebook

‘Deze persoon wordt verdacht van spionage, maar er is niet de minste aanwijzing dat dit berust op feiten’, verklaarde minister Van Quickenborne in de commissie. ‘Het gaat om een wederrechtelijke vrijheidsberoving. Buitenlandse Zaken houdt intense contacten met familie en autoriteiten.’

‘We doen er alles aan om deze persoon te helpen’, aldus Van Quickenborne nog. ‘Dat is onze morele plicht. Het is de morele plicht van een land om onschuldige landgenoten in het buitenland te bevrijden en veilig terug te brengen naar familie. Meer kan ik hierover niet zeggen, ook op vraag van de familie. Ik wik mijn woorden, er staan mensenlevens op het spel. Dat zijn de woorden van onze veiligheidsdiensten.’

Geen verplichting

Geen van beide landen is door het verdrag verplicht om het akkoord uit te voeren, legde de minister uit. ‘Dat is een groot verschil ten opzichte van uitleveringsverdragen’, aldus de minister. ‘Overbrenging is nu niet mogelijk tenzij er een verdrag is. In een rechtsstaat is er voor elke handeling die de regering stelt een juridische grondslag nodig, anders komt men terecht in een tapijten- of voddenmarkt.’ Wanneer Iran het verdrag van zijn kant zal ratificeren, is volgens Van Quickenborne nog onduidelijk.

Van Quickenborne benadrukte nog dat het verdrag enkel geldt voor landgenoten, en dus niet voor VUB-gastprofessor Djalali, die de Zweedse nationaliteit heeft. ‘Maar we blijven ons mobiliseren voor hem.’

Groen: ‘Pervers effect?’

‘Is België te chanteren voor terroristen of niet? Het zal het ene of het andere zijn’, was N-VA-fractieleider Peter De Roover duidelijk. ‘Dan (met dit akkoord) zeggen we aan schurkenstaten: je kunt wel proberen om een aanslag te plegen, maar als ze vervolgens een Belg oppakken dan laten we ze weer los. Belgen zullen daar gewoon als wisselmunt bij hun nekvel worden gevat zonder dat ze daar iets mispeuterd hebben.’

Partijgenote Darya Safai, zelf afkomstig uit Iran, smeekte de commissieleden om het verdrag niet goed te keuren. ‘Dit is net de reden waarom ze onschuldige mensen oppakken: als pasmunt voor een of andere terrorist. Ik ben een van de dissidenten, wij zijn ook jullie landgenoten en wij hebben ook jullie bescherming nodig. Jullie laten de achterpoort open voor terroristen die hier een aanslag komen plegen.’

‘Heeft dit verdrag geen pervers effect?’, vroeg Groen-commissielid Wouter De Vriendt zich af. ‘Iran kan een willekeurige toerist oppakken om dan westerse landen te chanteren. Dat dreigt een wel heel lucratief handeltje te worden met grote gevolgen voor Europa. Zet dit niet de deur open voor een gijzelingsstrategie?’

Ook Kattrin Jadin (MR) waarschuwde voor ‘risico op chantage’. ‘Breder overleg op Europees niveau zou welgekomen zijn op dat vlak.’

Vooruit: ‘Heel moeilijk dilemma’

‘Het is heel naïef om zelf toe te kijken hoe onze mensen wegcreperen in een cel daar’, vond Van Quickenbornes partijgenote Goedele Liekens (Open VLD). ‘Als je alles in de weegschaal legt, primeert een mensenleven toch nog tegenover een principiële houding tegenover chantage. Dit verdrag verplicht ons tot niets, maar houdt opties open om binnen de marges van de rechtsstaat oplossingen te zoeken.’

Voor Vooruit gaat het om een allesbehalve evidente keuze. ‘Iedereen zit hier met het nodige ongemak’, verwoordde commissielid Kris Verduyckt. ‘Wat voorligt, ruikt naar gijzelingsdiplomatie van een dictatoriaal regime wat we allemaal veroordelen. Maar dit gaat ook over de veiligheid van landgenoten.’ Verduyckt verwees daarbij naar andere westerse landen die eerder ook gevangenen ruilden met Iran. ‘Dat hier urgentie gevraagd wordt, is niet alledaags en doet mij vermoeden dat het toch gestoeld is op de veiligheid van Belgen die inderdaad in het gedrang is. Onze fractie heeft vertrouwen in de minister en in de veiligheidsdiensten.’

Ecolo eist garanties

Ook CD&V-commissielid Els Van Hoof was zeer kritisch voor het akkoord. ‘Dit Iraans regime heeft geen ethische reflex, geen ethisch kompas. Ze zijn promotors van terrorisme. De druk van het buitenland zal niet verdwijnen als we dit verdrag goedkeuren. Hoe gaan we daarmee om? Er zijn geen andere Europese landen die een dergelijk gedrag willen goedkeuren. Is dit dan wel het juiste instrument?’

Ecolo toonde zich bij monde van Samuel Cogolati wel bereid om het wetsontwerp te ondersteunen. ‘Ik vraag dan wel volledige transparantie en over alle elementen te beslissen. We hebben de mensen ook zien betogen vanmorgen, we kunnen daar niet doof voor blijven. Ik heb u horen verwijzen naar de inlichtingen van de veiligheidsdiensten. We kunnen geen vrijbrief aan Iran geven, we moeten alle concrete gevolgen van dit verdrag kennen. De vraag die niemand durft stellen: wat maken we nu eigenlijk mogelijk door het goedkeuren van dit verdrag? We moeten als parlement heel sterke waarborgen krijgen over de levens die we hiermee kunnen redden.’

Van Quickenborne: ‘Geen debat tussen meerderheid en oppositie’

‘Dit is geen debat tussen meerderheid en oppositie’, benadrukte minister Van Quickenborne in zijn antwoord. ‘We moeten dit in de eerste plaats doen om onze landgenoten te beschermen. Ik heb meneer De Roover amper iets horen zeggen over de onschuldige Belg die nu in een Iraanse cel zit. Dat moet in de weegschaal worden gelegd. U lijkt te insinueren dat het de schuld is van die persoon zelf. Wat zeggen we dan tegen de 209 andere Belgen die op dit moment verblijven in Iran? Wat zeggen we dan tegen onze diplomaten?’

Het gevaar voor een gijzelingsdiplomatie werd volgens Van Quickenborne uitvoerig besproken. ‘Maar mijn kompas is daar het oordeel van onze veiligheidsdiensten en zij zeggen heel duidelijk: dit verdrag niet afsluiten, betekent morgen nog meer gegijzelden en mensenlevens die op het spel worden gezet. Ik begrijp de boosheid over het Iraans regime, ik heb dat ook. Maar het overbrengingsverdrag is geen achterpoort maar een instrument van onze rechtsstaat.’  

Van Quickenborne wilde niet bevestigen dat Assadi bij een gevangenenruil betrokken zou worden, ook al is het duidelijk dat daaraan gedacht wordt. ‘Ik kan geen voorafnames doen over de vermeende diplomaat.’ Hij benadrukte tot slot dat ook andere landen als Japan, India en Brazilië al een dergelijk verdrag met Iran afsloten.

De commissie herneemt woensdagochtend om 9 uur, daarna volgt een stemming.