Direct naar artikelinhoud
AchtergrondBelgisch Congo

Als de vader zwart was, kon abortus wél in België toen het nog illegaal was

Als de vader zwart was, kon abortus wél in België toen het nog illegaal was
Beeld Getty Images

30 jaar voor België abortus toeliet, stonden de regering en parketten een uitzondering toe. Belgische vrouwen die na de Congolese onafhankelijkheid terugkeerden, konden onbestraft een abortus laten uitvoeren, omdat ‘de komst van een mulaat erger was dan curtage’. Dat blijkt uit pas ontdekte archiefdocumenten.

Voor het eerst tonen documenten aan hoe in juli 1960 de Belgische staat in het grootste geheim abortus mogelijk maakte voor vrouwen die terugkeerden uit de voormalige kolonie en zwanger waren van een metis, een kind van een Afrikaanse vader. Nochtans was elke zwangerschapsafbreking in België strafbaar tot 1990.

De Belgische christendemocratische ministers sloten hierover een deal met de parketten, maar benadrukten dat alle communicatie daarover mondeling moest gebeuren “gezien het delicaat karakter dezer aangelegenheid”. De enige reden dat het nu toch naar boven komt, zijn twee documenten in het archief van de toenmalige christendemocratische premier Gaston Eyskens, ontdekt door de Belgische historicus Frank Gerits (Universiteit Utrecht).

“Meer nog dan de hele operatie is het vooral de racistische rechtvaardiging die tot de verbeelding spreekt”, zegt Gerits, die de opzoekingen deed voor een boek dat hij volgend jaar uitbrengt. “Het doel van de betrokken ministers en magistraten is niet zozeer hulp aan getraumatiseerde vrouwen, maar wel het voorkomen van de geboorte van metissen.”

Het eerste document is een brief van de toenmalige minister van Volksgezondheid en Gezin aan premier Gaston Eyskens. Die brief kwam er na overleg met de minister van Justitie en de procureurs-generaal, die beloofden om de vrouwen niet te vervolgen als ze terugkeerden na de Congolese onafhankelijkheid van 30 juni 1960 en zich lieten behandelen voor vruchtafdrijving. Daarvoor moesten alle magistraten worden ingelicht en vier universiteiten moesten speciale centra voor deze abortussen inrichten. “Dit alles is mondeling geschied.”

De regering betrok ook de katholieke Kerk in het plan. Kardinaal Suenens liet weten dat abortus altijd ongeoorloofd was, maar minister van Koloniën Raymond Scheyven had enkele priesters geraadpleegd die een medische interventie wel verantwoord vonden.

Daaruit volgde een nota van het kabinet van premier Eyskens met de instructies “in verband met de verkrachtingen en geweldplegingen in Congo”. Een documentairereeks over metissen op Canvas vertelt de verhalen van kinderen van Afrikaanse moeders en Belgische vaders. België rukte de zogenaamde ‘kinderen van de zonde’ weg bij hun familie en bracht hen in België onder in weeshuizen en adoptiegezinnen, vaak in slechte omstandigheden.

In de chaos rond de onafhankelijkheid verschenen in Belgische kranten daarentegen vooral verhalen over het geweld tegen Belgen en groepsverkrachtingen van Belgische vrouwen door Congolese, Burundese of Rwandese mannen. De nota van het kabinet Eyskens beschrijft “dat België, dat wil zeggen in eerste instantie de regering, wenst dat er geen enkele geboorte zou voortvloeien uit de in Congo gepleegde gewelddaden”.

De morele grond daarvoor, een “katholiek standpunt”, was dat “het verstoren van de familiale integriteit en orde door de komst van een mulaat (minachtend woord voor metis, BST) erger was dan curtage (vruchtafdrijving of doding)”.

Belgisch beschavingsproject

Op basis van deze twee documenten valt niet uit te maken of de abortusoperatie ook plaatsvond. Zowel metissen als historici vragen al langer om alle archieven te openbaren. Op zijn minst zeggen de documenten iets over hoe ons land naar metissen keek.

“Abortus was verwerpelijk maar moreel goed als het de geboorte van een metis kon voorkomen”, zegt Gerits. Bekend is de boutade van oud-premier Joseph Pholien (PSC-CVP), ook wel de vader van de Belgische koloniale doctrine genoemd: “God schiep de witte en de zwarte, de duivel maakt de metis.” In 2019 bood toenmalig premier Charles Michel (MR) namens België excuses aan tegenover de metissen.

Vijf metissenkinderen klagen intussen de Belgische staat aan voor misdaden tegen de mensheid. Dit weekend maakten ze bekend dat ze in beroep gaan, want in eerste aanleg verloren ze hun zaak. Een van hun advocaten is maandag gehoord in de Kamercommissie die het Belgische koloniale verleden onderzoekt. Voor historicus Frank Gerits is het Belgische beleid tegenover de metissen, en zo ook de abortusoperatie onder Gaston Eyskens, tekenend voor dat verleden.

“Het feit dat katholieke ministers niet alleen bereid waren om coulant te zijn voor een zogenaamd zware zonde maar eveneens een illegale actie faciliteerden toont de expliciet racistische aard aan van het officiële Belgische beschavingsproject”, aldus Gerits.

Nieuwe informatie

De regeling van de Belgische regering en de argumentatie ervoor zijn nieuwe informatie, ook voor zes experten die De Morgen en Gerits raadpleegden. “Ik was op de hoogte van geruchten over abortussen”, zegt antropologe Bambi Ceuppens (AfricaMuseum).

Hoeveel Belgische vrouwen toen werden verkracht, is nooit opgehelderd. “Een miniem aantal op de +/- 10.000 vrouwen die uit Congo terugkeerden”, schreef de toenmalige minister van Volksgezondheid en Gezin aan Eyskens. Er volgde destijds wel een onderzoekscommissie, maar ons land heeft dat syntheserapport nooit vrijgegeven. Volgens historicus Rudi Van Doorslaer (UGent) weigerde België dat, omdat dan zou blijken dat het geweld niet afkomstig was van de bevolking of de regering-Lumumba, maar veroorzaakt werd door een dieper liggende rancune van de zwarte soldaten die zich specifiek richtte tegen Belgische officieren en hun partners.

“Het is duidelijk dat de Belgische regering moeilijk met een dergelijk verslag in het buitenland kon uitpakken om haar militaire interventie te verklaren”, schrijft Van Doorslaer. Berichten over seksueel geweld waren tijdens het onafhankelijkheidsconflict en de nasleep ervan een retorisch argument om repressie en interventie te legitimeren.

Voormalig VRT-Journalist Peter Verlinden, die eveneens een groot deel van het rapport begin jaren 2000 kon lezen en tientallen interviews deed met kolonialen, schat het aantal verkrachte Belgische vrouwen niettemin op een duizendtal. Ook hij kende deze documenten uit het Eyskens-archief niet, maar ziet wel redenen om te denken dat de plannen van de regering zijn doorgegaan. “In het onderzoeksrapport dat ik kon inkijken, staat dat de teruggekeerde vrouwen medisch werden onderzocht en zo nodig behandeld.”