“Het ging nooit allemaal goed, want Wout viel al in het begin eens toen hij terugkwam van een plasbeurt samen met Steven (Kruijswijk, red.)”, aldus Niermann. “Dat was niet zijn allerbeste dag na die val. Richting de finale heb ik het nog niet allemaal gezien, maar ik heb begrepen dat Jonas Vingegaard werd aangereden. In iedere geval was zijn fiets kapot. Maar die fietswissel verliep niet zoals we vooraf hadden besproken, maar ja, in die hectiek gebeurt dat helaas.”

Op een bepaald moment zagen we vier renners van Jumbo-Visma door het beeld lopen. “Volgens mij wilde Nathan Van Hooydonck snel de fiets van Jonas maken, alleen dacht Jonas: Ik pak de volgende fiets. Alleen is Nathan ongeveer twee keer zo groot als hij. Daar kon hij natuurlijk niet op verder. Dus moest Jonas honderd meter verder opnieuw wisselen. Hij had gewoon de fiets van Sepp Kuss of Stevie (Kruijswijk, red.) moeten pakken. Dat kan je honderd keer bespreken en ook gewoon doorgeven, maar in de hectiek met een hartslag van tweehonderd was hij dat even kwijt. In de auto zagen we alleen maar jongens van ons over de weg. Vervolgens hebben we gezegd: pak een fiets van onze auto! En dan hebben we, behalve Christophe Laporte, iedereen opgedragen Jonas Vingegaard te helpen.”

“Vijf kilometer verder rijdt echter een motorrijder een strobaal op de weg en daar knalde dan Primoz Roglic op. Dan had hij zijn schouder uit de kom. Die kon hij gelukkig zelf opnieuw erin zetten. Dat duurde even vooraleer hij die terug kreeg. Ja, dat was dus onze dag”, aldus de Duitser.

Uiteindelijk verloor Vingegaard niet al te veel tijd. “Met dank aan Wout van Aert en Christophe Laporte. We moesten aan risicomanagement doen. We hebben twee kopmannen en we moesten ze allebei helpen. Dat is de allergrootste kloterij. Indien Jonas oké was geweest of Primoz, dan hadden we die andere mannen op een van de twee kunnen laten wachten.”

Grischa Niermann concludeerde dat “we al een paar mooie dagen hebben gehad in de Tour, maar vandaag was het lekker kut. Maar Roglic heeft nog maar twee minuten aan zijn been, dus is er eigenlijk nog niets verloren. Al was dit natuurlijk niet de uitkomst die we graag hadden. Het zou kunnen dat Primoz vandaag de Tour heeft verloren, maar dat zien we pas in Parijs. Ik denk dat iedereen wist dat je in een kasseirit pech kunt hebben, dingen kunt tegenkomen. We zijn niet de enigen geweest. Primoz verliest vandaag twee minuten door een heel lullige valpartij. Dat is het leven, het is zoals het is. Dan kan je goed omringd zijn, dan kan je perfect voorin zitten en dan houdt het op. Primoz gaan we niet afschrijven, maar op dit moment staat Jonas er beter voor dan Primoz, dit is duidelijk. En Wout staat nog altijd in het geel. We onthouden liever het positieve, maar op dit moment nog even niet. Dit was niet ons plan, laat ons duidelijk zijn. Je hebt soms ook geluk nodig. Ons plan was om aan te vallen in de finale vanaf de sector waar Primoz even voordien was gevallen.”

Roglic: “Ik zette me op een stoel en duwde de schouder in de kom”

Primoz Roglic was een van de grootste slachtoffers van een stomme val op een dik dozijn kilometer van de finish. “Of ik vandaag de Tour verloren heb? Dat komt nu niet in mij op. Ik probeer te herstellen van de crash. Ik heb wat schade.”

Het was niet goed zichtbaar, maar de voorin rijdende Roglic werd door een stom incident met de motorrijder die per abuis een strobaal (beschermingsmateriaal) op de straat slingerde. “Het kan beter”, zei de oude Sloveen. “Ik heb wat schade aan mijn heup. Mijn schouder raakte uit de kom. Gelukkig ben ik hier nog. Doordat een motorrijder tegen die baal reed, belandde die op het midden van het wegdek. Ik heb me dan op een stoel van een toeschouwer gezet en dat gedaan. Dat ging niet terwijl ik op de weg stond, maar ik heb wel een techniek om die schouder erin te droppen.”

“Wat erna volgde? Een heel moeilijke onderneming, hè. Ik heb zo hard als ik kon naar het einde gereden. We zien wel hoe het nu verder moet. Laat ons eerst recupereren. Pas daarna denk ik verder”, aldus Roglic, die vorig jaar letterlijk uit de Tour viel.

Vingegaard: “Wout en Christophe beste helpers ter wereld”

“Een echte rotdag voor ons vandaag”, aldus de Deen van Jumbo-Visma. “Primoz heeft tijd verloren, ik heb tijd verloren en dat is jammer. Primoz is ook gevallen. Het belangrijkste is dat hij oké is. Ik had mechanische problemen en speelde 15 seconden kwijt op Pogacar. Voor mij had het erger gekund, maar Primoz verliest wel veel vandaag. Nu kunnen we alleen maar vooruitkijken en zien wat we kunnen doen in de bergen.”

“Ik reed eerst tegen een andere renner aan, of we reden tegen elkaar. Hij raakte mijn ‘frontshifter’ en toen verloor ik mijn ketting. Achteraf bekeken had ik misschien beter de ketting proberen te fiksen in plaats van van fiets te wisselen. Misschien panikeerde ik wat te snel. Het was al de hele dag stressvol. Achteraf bekeken had ik het dus anders moeten doen, maar zo is het nu eenmaal en ik kan dat niet meer veranderen.”

Over Van Aert en Laporte die hem nadien terugbrachten om de achterstand op Pogacar zo klein mogelijk te houden: “Ik had de beste helpers ter wereld hiervoor. Eerst had ik Nathan, Tiesj en Wout die me hielpen. Toen crashte Primoz en moesten Nathan en Tiesj op hem wachten. Dan had ik Wout en Christophe Laporte die voor me werkten. De beste helpers ter wereld. Ze hielpen het verschil te beperken tot slechts 15 seconden en ik moet hen daarvoor echt bedanken. Hoe het nu verder moet? Dat weet ik nog niet. Dat moeten we nog bespreken in onze meeting.”

Laporte: “Wout is een modelploegmaat”

“Soms win je, soms verlies je”, aldus de Fransman. “Dat is niet anders. We houden ons gewoon aan ons initiële plan. We wisten dat het een delicate etappe zou worden. Ons doel was om tijd te winnen vandaag, niet om tijd te verliezen. Er waren valpartijen en technische problemen, maar we zijn niet verslagen. Uiteindelijk hebben we niet al te veel tijd verloren.”

Over Wout van Aert: “Hij heeft nog veel werk verricht na zijn valpartij. Echt een modelploegmaat. Na zo’n val is het niet makkelijk om er opnieuw tegenaan te gaan. Geweldig om hem in je ploeg te hebben.”