Direct naar artikelinhoud
InterviewLous and the Yakuza

‘Het eten is zo slecht in de States, ieuw. Op tijd en stond moet ik mijn stoemp met saucissen hebben’

Lous and The Yakuza tijdens haar passage op Rock Werchter.Beeld Koen Keppens

Ze werd onlangs genamedropt door Iggy Pop en Madonna. Ze speelde in The Tonight Show van Jimmy Fallon, stond op Rock Werchter en tourt met Alicia Keys. Jay-Z schoof haar een contract onder de neus bij zijn bedrijf Roc Nation, en dankzij haar killer looks sloot ze een modedeal met Louis Vuitton. Het leven van de Brussels-Congolees-Rwandese Marie-Pierra Kakoma (26), alias Lous and the Yakuza, lijkt op een wilde rollercoasterrit, maar ze blijft er ontwapenend nuchter onder. ‘Op tijd en stond moet ik mijn stoemp met saucissen hebben.’

Ik zit met Marie-Pierra Kakoma op het terras van de Botanique. Haar beringde vingers met vervaarlijk lange zwart-gouden nagels spelen met een pakje sigaretten. Ze kijkt naar het ons omringende park, en naar de stad erachter: Brussel. Nog niet zo lang geleden was ze hier dakloos, een periode die volgde op een breuk met haar ouders: zij zagen een riskante carrière in de muziek niet zitten voor hun hyperintelligente dochter.

Marie-Pierra Kakoma: “Ik ging hier vroeger in de cafés in de buurt sméken om te mogen spelen. Meestal mocht dat, maar het was keihard werken. Ik leid zo’n compleet ander leven nu, die gedachte overviel me nog niet zo lang geleden. Het was begin juni en ik moest op het We Love Green-festival in Parijs spelen, om vier uur ’s namiddags. Ik dacht dat het op een klein podium zou zijn. Maar ik stapte dat podium op en zag 20.000 man. Ze zongen mijn songs allemaal woord voor woord mee – ‘Dilemme’, ‘Amigo’, ‘Kisé’. Dat was de dag dat ik besefte: oh my God, nog niet zo lang geleden leefde ik op straat, nu zingen 20.000 mensen mijn song mee. Verwarrend!” (steekt een sigaret op)

Ook touren kan verwarrend zijn, voor het geheugen. Waar heb je gisteravond gespeeld?

Kakoma: “Oslo. En de dag ervoor in Kopenhagen. En de dag daarvoor was ik… in de UK? Ja, misschien zaten we dan in Londen.”

Je onderbreekt je tournee met Alicia Keys om hier vanavond in de Orangerie te komen spelen. Ik heb zo’n vermoeden dat zij een jeugdidool was.

Kakoma: “En nog geen beetje! Acht jaar geleden stond ik ‘Superwoman’ van Alicia Keys te zingen op mijn diploma-uitreiking. Ze heeft me al de raad gegeven om van dit alles te genieten. Ze is een kalme kracht. Twee dagen geleden heeft ze me zelfs gevraagd of ik samen met haar één van haar nummers wil zingen op onze show in Polen. Ik mag het lied kiezen – ik twijfel nog tussen ‘Superwoman’ en ‘Try Sleeping With a Broken Heart’. Ik moet mezelf nog steeds in de wang knijpen dat ze me dat vroeg.”

“Alicia Keys was als Beyoncé voor mij. En nu lijken ze zo dichtbij.”

Veelbesproken in België de afgelopen maanden, wegens ongezien in onze contreien: de deal die je tekende met Roc Nation, het entertainmentbedrijf van Jay-Z.

Kakoma: “Ik schrok van die aandacht. Uiteindelijk is het ‘maar’ een zakelijke beslissing. Maanden geleden veranderde ik van advocaat, daar kraaide toch ook geen haan naar? Zelf ben ik wel erg zakelijk gedreven: ik kén mijn bedrijf. Het enige moment dat ik écht jong ben en plezier kan maken, is op het podium. De rest van de dag ben ik een zakenvrouw, die met advocaten, accountants en fiscalisten aan de telefoon hangt. Ik moet zo zijn, zo voorkom je problemen. Als iemand me een rekening stuurt, neem ik de rekenmachine erbij en controleer ik alles.”

Als tiener moest je met je ouders breken, want die wilden niet dat je muziek maakte. Je werd dakloos en had geen geld. Coely, die thuis in armoede opgroeide, vertelde me dat ze nog niet met geld kon omgaan toen ze opeens veel verdiende met haar muziek: ‘Ik had nooit geleerd om te sparen, ik gaf alles weg.’

Kakoma: “Ik heb ook fouten gemaakt. In het begin heb je geen idee van wat je allemaal moet afstaan aan de belastingen – en in België is dat heel wat. Als er 2.000 euro op je bankrekening wordt gestort, besef je niet dat je 1.000 euro aan de staat moet geven. En dus doe je die volledige 2.000 euro op, maar dan volgt er een afrekening en heb je géén geld meer. Dat is mij één keer overkomen, toen ik 23 was. Ik ben compleet beginnen te flippen: ‘O mijn God, straks sturen ze me naar de gevangenis!’ (lacht) Sinds die dag ben ik supergefocust en controleer ik alles.”

Waren Rihanna en Beyoncé – zwarte, succesvolle, vrouwelijke ondernemers – voorbeelden voor je op dat vlak?

Kakoma: “Ja, maar Oprah Winfrey nog meer. Als kind al keek ik naar haar shows. Zij was de pionier, want toen zij haar imperium uitbouwde, in de jaren 80 en 90, waren er géén voorbeelden. Zij heeft zoveel veranderd voor zwarte vrouwen, door oprecht en authentiek te zijn wie ze is, tot op de dag van vandaag. Zij heeft me geïnspireerd: om een leider te zijn, maar ook zorgzaam. En géén slachtoffer.”

“Kijk, ik ben niet naar de universiteit geweest. Enfin, ik ben wél naar de unief geweest, maar ik heb geen diploma. Ik heb een jaar filosofie gevolgd, daarna heb ik rechten geprobeerd en het jaar daarna politieke wetenschappen. Ik wenste dat ik dat nog steeds kon. Vroeger betaalde ik een jaar inschrijvingsgeld en ging ik in de les zitten wanneer ik kon, tussen het muziek maken door.”

Aan de examens deed je nooit mee?

Kakoma: “Nee, mijn obsessie met de universiteit is gericht op bijleren, niet op studeren. Ik zag de universiteit als een interessante hobby, als gymnastiek voor mijn brein.”

“Maar dus, ik denk dat ik zo gefocust bent op de zakelijke kant omdat ik geen universitair diploma heb. Ik moet het geld dat ik nu verdien goed beheren, want het zal moeten dienen voor de rest van mijn leven. Op een dag zal het succes ophouden, daar ben ik zeker van – niets is eeuwig.”

‘Het eten is zo slecht in de States, ieuw. Op tijd en stond moet ik mijn stoemp met saucissen hebben’
Beeld Photo News

ZIEKENHUIS BOUWEN

De ironie van het lot: een paar jaar geleden zwierf je als dakloze rond in de chiquere Brusselse buurten aan de Louizalaan omdat het daar veilig was, tussen de Louis Vuitton- en Chanel-vitrines. In maart van dit jaar vroeg de Belgische Louis Vuitton-ontwerper Nicolas Ghesquière je om in Parijs op de catwalk te defileren.

Kakoma: “De eerste keer dat ik een mail kreeg van Louis Vuitton, met de vraag of ik wilde poseren voor een brillencampagne, dacht ik dat het om een grap ging. Pas toen ik Nicolas Ghesquière ontmoette, besefte ik: oké, dit is écht. Zes maanden later vroegen ze om deel uit te maken van het bedrijf en tekende ik een contract. Toen heb ik wél naar mijn hele familie gebeld.”

Hoe is de relatie met je ouders nu?

Kakoma: “Het contact is drie jaar geleden hersteld, toen ik mijn platencontract tekende. Toen voelden ze zich geruster over mijn toekomst. Ze waren gewoon heel bang, dachten dat ik gek was en mijn leven vergooide aan de muziek. Door dat contract konden ze weer opgelucht ademhalen: oké, ze is niet gek (lacht). Toen ze ineens weer aan mijn deur stonden, was het even hard voor mij, maar ik hou nu eenmaal erg veel van hen. Die liefde streek de plooien glad. Het maakt me blij als mijn moeder me belt voor iets banaals, of als ik mijn vader zie glimlachen… Als je zo intens gelukkig wordt van zulke kleine dingen, dan weet je: ik hou van deze mensen.”

Waar leven je ouders nu?

Kakoma: “Ze zijn nog steeds een koppel, maar ze wonen elk in hun eigen thuisland. Mijn moeder is Rwandese en werkt in Rwanda als kinderarts, mijn vader is Congolees en werkte in Congo als gynaecoloog – hij is intussen 74 en met pensioen.”

Je investeert nu ook een deel van je geld in projecten in Congo en Rwanda. Wat ben je daar van plan?

Kakoma: “Mijn grootste wens in het leven, en ik vind dat belangrijker dan muziek maken, is invloed te kunnen uitoefenen op de maatschappij, op de gezondheidszorg, in Afrika. Daarom ben ik een ziekenhuis aan het bouwen in Kigali. En ik wil de kraamkliniek van het universitaire ziekenhuis van Lubumbashi, waar ik zelf ben geboren, renoveren.”

Ga je vaak naar Rwanda en Congo?

Kakoma: “Om de zes maanden ga ik mijn moeder bezoeken in Rwanda, mijn vader komt dan ook altijd langs. En eind dit jaar wil ik ook weer naar Congo, het is al te lang geleden dat ik daar geweest ben.”

Wat voel je als je in Congo en Rwanda bent?

Kakoma: “Dat het mijn thuis is.”

Brussel is dat niet?

Kakoma: “Toch wel. Ik zei vroeger altijd dat ik me alleen thuis voelde in Rwanda en Congo, maar de laatste twee jaar heb ik zoveel gereisd voor de muziek, dat ik heb beseft dat Brussel evengoed mijn thuis is. Als ik nu terugkeer naar Brussel, gaat het van: (ademt uit) eindelijk rust. Dat is ook waarom ik je een halfuur liet wachten voor dit interview: ik heb de chauffeur van de tourbus gevraagd om even te stoppen in Saint-Gilles, ik wilde er thee drinken in café Maison du Peuple. Alléén. Ik mis mijn België. Ik wil hier nu al blijven” (lacht)

Je voelt je dus ook Belg?

Kakoma: “Ik heb de dubbele nationaliteit, op mijn paspoort staat Rwandees-Belgische. Maar ik voel me Rwandees, Congolees, Brussels én Belgisch. Ik hou enorm van de Belgen. Er zijn landen waar ik veel gemene mensen heb ontmoet – ik zeg niet waar (lacht) – en ik weet nu dat België een land is van lieve mensen. Belgen nemen zichzelf ook niet al te serieus. Dat is waar ik van hou: gewoon normaal doen.”

BLACK LIVES MATTER

Je maakte de Franse vertaling van het gedicht van Amanda Gorman dat ze voorlas op de inauguratie van Joe Biden, ‘The Hill We Climb’. Hoe moeilijk was dat?

Kakoma: “Die vertaling mogen maken was één van de hoogtepunten van mijn leven, maar ik vond het niet intimiderend of moeilijk. Ik dééd het gewoon: het werk van een andere, krachtige vrouw vertalen. Het voorwoord was geschreven door Oprah Winfrey, toen moest ik wel even de ogen uitwrijven: wow, ben ik dit écht aan het doen? Die opdracht betekende veel voor mij, omdat ik zo kon tonen: het is mogelijk, op straat leven en enkele jaren later Oprahs woorden vertalen. Net zoals Amanda Gorman het tot de inauguratie van Joe Biden schopte. Dat was het interessante en het mooie eraan: Gormans kans gaf mij een kans, en mijn kans zal iemand anders een kans geven.”

De Nederlandse dichteres Marieke Lucas Rijneveld gaf haar opdracht om ‘The Hill We Climb’ te vertalen terug, na kritiek omdat ze niet zwart is. Wat dacht jij daarover?

Kakoma: “Vooraleer ik íéts ben, ben ik – net als mijn vader – een humanist. Dus natuurlijk hoef je niet zwart te zijn om zwarte woorden te vertalen. Maar in deze tijden kan ik niet ongevoelig blijven voor de struggle van de zwarte gemeenschap. Zwarte mensen voelen zich genegeerd: al zoveel kansen zijn aan hen gepasseerd, al zo vaak zijn ze gekwetst. Dus toen die opdracht naar een witte vrouw ging, ontstond er ontevredenheid: ‘Komaan, we hadden nu eindelijk eens ons eigen moment.’

“Doordat ik zo betrokken was bij Black Lives Matter (Kakoma gaf een speech tijdens de BLM-manifestatie in 2020 in Brussel, red.), ben ik enorm uitgeput geraakt, door de doodsbedreigingen. Dat is het donkerste wat ik ooit heb meegemaakt. Ongeëvenaard. Ik heb zovéél haat over me heen gekregen. Via persoonlijke berichten, op Twitter en Instagram, van mensen op straat, overal.”

Kun je een voorbeeld geven van zo’n haatbericht?

Kakoma: “‘Was jij maar George Floyd geweest, dan hadden we je dood kunnen wurgen.’”

Hoe bang, gekwetst of ontmoedigd raak je daardoor? Iedereen heeft een breekpunt.

Kakoma: “Toen had ik nog niet door dat ik dat niet persoonlijk hoef te nemen. De persoon die zulke bedreigingen uit, heeft een probleem, niet ik. Het heeft me twee jaar gekost om dat te beseffen: wat de haat ook is die je jegens mij koestert, het is jouw haat.”

Heb je ook positieve effecten ervaren van BLM?

Kakoma: “Zeker. Mensen worden nu supersnel op hun plaats gezet als ze een racistische opmerking maken, daar heeft BLM voor gezorgd.”

“Zelf ervaarde ik de voorbije twee jaar minder racisme, maar dat komt doordat ik nu meer geld heb. Ik ben nog niet racistisch behandeld in businessclass op het vliegtuig. Jay-Z heeft dat ooit gezegd: hoe rijker je wordt als zwarte, hoe meer afgeschermd en geïsoleerd je gaat leven en hoe minder racisme je tegenkomt.”

Dat zegt degoutant veel.

Kakoma: “Het is degoutant en droef. Maar zo zit het systeem in elkaar: sinds ik een Louis Vuitton-koffer achter me aan zeul op luchthavens, word ik meestal met rust gelaten door de douane. Want men veronderstelt dat je ‘iets’ bent, ook al ben je dat niet eens. Hetzelfde met huisvesting. Vroeger, toen ik nog op zoek moest naar een goedkoop huurappartement, moest ik zeker 37 appartementen aflopen. Maar omdat ik nu in zo’n hoge prijsklasse ben beland, was één appartement bezoeken al oké. Ze vroegen me zelfs geen documenten om te bewijzen dat ik de huur kon betalen, terwijl ik dat vroeger wel moest doen. Ik hoorde toen zelfs huisbazen zeggen dat ze geen zwarte huurders wilden, door de etensgeuren die dan in het gebouw zouden hangen: (gespeeld verbaasde blik) okaaaay. Nu leef ik een totaal ander leven. En als ik toch nog racisme meemaak, dan denk ik: racisme is niet mijn probleem.”

BLACK LIVES MATTER
Beeld Humo

Maar dat van de racist.

Kakoma: “Het zit in de menselijke natuur. We moeten aanvaarden: we zullen nooit perfect zijn als mensheid. Er zullen altijd goeie en slechte mensen zijn. Ik word omringd door zoveel witte mensen die mijn allerbeste vrienden zijn, mijn geliefden soms ook. En net zo goed ben ik al slechte zwarte mensen tegengekomen.”

FILM IN HOLLYWOOD

De jongen van de platenfirma laat ons weten dat we moeten afronden, Marie-Pierra moet zich klaarmaken voor haar show in de Orangerie: tijd voor een laatste, snelle vragenronde.

Je vertelde me ooit over ‘bus 57’, een denkbeeldige bus in je hoofd met daarin verschillende persoonlijkheden die je aannam in moeilijke tijden. Josephine was de donkere, depressieve vrouw, het dominante personage tijdens je periode als dakloze. Alice was dan weer de biseksuele vrouw. Wie ben je vandaag?

Kakoma: “Vandaag ben ik gewoon Marie-Pierra. Ik switch nog altijd hele dagen naar andere personages, maar er zitten veel minder mensen op die bus in mijn hoofd. Vroeger waren we zeker met zo’n zeventien.”

“Toen ik in Los Angeles aan het werken was aan mijn nieuwe plaat, was ik Lous. Er is een subtiel verschil tussen die twee: Lous is wie de mensen dénken dat ik ben, Marie-Pierra is wie ik echt ben.”

Je kon in Los Angeles, het epicentrum van de showbizz, dus niet jezelf zijn?

Kakoma: “Inderdaad. L.A. is een speciale omgeving, hè. Ook daar geldt: als je geld hebt, wil iedereen je kennen. Terwijl het downtown vol daklozen zit. Dat is waarom ik in België wil blijven wonen tot ik sterf. (samenzweerderig) Ik word verondersteld te verhuizen naar L.A.: ik heb er al in een film gespeeld – ik kan er verder niks over zeggen – en ik ga er nu in een héél grote film spelen. Ik wil acteren, dus ik móét binnenkort wel deeltijds verhuizen naar Hollywood. Mijn management begrijpt niet waarom ik altijd terug wil naar België. Maar het eten is ook zo slecht in de States, ieuw. Op tijd en stond moet ik mijn stoemp met saucissen hebben.”

Zullen de Amerikanen van Roc Nation je in de toekomst nog in het Frans laten zingen?

Kakoma: “Ze zijn net naar me toe gekomen omdát ik in het Frans zing. Zelf vond ik dat ook vreemd: ze moeten ginder gek zijn?! Op mijn nieuwe plaat (die in het najaar moet uitkomen, red.) zing ik in het Frans. Maar voor mij is gelijk welke taal mogelijk, ik wil me niet beperken.”

Op je eerste plaat, Gore, verwerkte je de oorlogstrauma’s van je familie. Daarover zei je ooit: ‘Als kind in Rwanda vertelden volwassenen me verhalen over hoe er tijdens de genocide werd gevoetbald met afgehakte babyhoofden. Ik droom daar nog over.’ Nu is er oorlog in het Westen, maar je nieuwe plaat kreeg liefde als thema.

Kakoma: “Dat was wat ik nu móést doen. Mijn eerste album herinnerde de mensen aan wat de realiteit is voor zovelen. Ik wil het nu over positieve dingen hebben, ik wil de wereld helpen te genezen.”

Ben je op dit moment verliefd?

Kakoma: “Zoals gewoonlijk: ja. Maar hij houdt niet van mij. Zoals gewoonlijk.” (lachje)

© HUMO