De twee lichamen werden opgeborgen in een voormalige vliegtuigloods
Hans Kühne (archief Peter Taghon)

Mysteries ontrafeld: liggen er twee Duitse soldaten begraven in het Meer van Keerbergen?

In Keerbergen doet er al jaren een verhaal de ronde over twee Duitse militairen die sinds de Tweede Wereldoorlog begraven zouden liggen op de bodem van het Meer van Keerbergen. Uit onderzoek van onze redactie blijkt dat het verhaal niet klopt. Om de oorsprong van deze urban legend te begrijpen, moeten we terug naar het begin van de jaren 30. In die tijd was het Meer van Keerbergen nog geen waterplas, maar wel een vliegveld. En daardoor een interessante uitvalsbasis voor de Duitse troepen.

Radio 2 ontrafelt de hele zomer lang mysteries uit Vlaanderen en Brussel. Met de hulp van luisteraars en experten proberen we het antwoord te vinden op geheimzinnige verhalen.

“Keerbergen was voor de Duitse bezetter niet van cruciaal belang op militair vlak”, weet luchtvaartjournalist Frans Van Humbeek. Hij schreef jaren geleden een boek over wat hij “Het verdronken vliegveld van Keerbergen” noemt. “Ze gebruikten het vliegveld geregeld ter ontspanning. Zo werd er onder andere aan zweefvliegen gedaan. Maar de Duitsers hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog wel een verkenningseenheid met lichtere vliegtuigen. Die kon aan de grondtroepen laten weten waar de vijand zich bevond zodat ze hun tactiek daaraan konden aanpassen.”

Hoogspanningslijn

Op 30 oktober 1940 – slechts een paar maanden na de inval van de Duitse troepen in ons land - zou het noodlot toeslaan voor Oberleutnant Karl Obenhuber en Feldwebel Alfons Hartmann. Twee Duitse militairen die op dat moment gestationeerd waren in Keerbergen. Obenhuber was hoger in rang en zou een paar dagen later trouwen. Omdat hij daarvoor nog wat voorbereidingen moet doen en er voor Hartmann sowieso een koeriervlucht op de planning stond, besluiten de twee samen richting Frankfurt te vliegen.

Een kleine 20 kilometer verderop, boven Holsbeek, blijft hun toestel echter in een hoogspanningslijn hangen en stort het te pletter. Beide militairen komen daarbij om. "Volgens mijn berekeningen moet dat in deelgemeente Nieuwrode gebeurd zijn. Op de grens met de dorpskern van Sint-Pieters-Rode", laat Rudy Janssens van de Holsbeekse Werkgroep Heemkunde weten.

“De Duitsers zijn hun lichamen diezelfde avond nog gaan ophalen en hebben ze teruggebracht naar het vliegveld van Keerbergen”, vertelt gemeenteraadslid en geschiedenisfanaat Maarten Gabriels. Uit getuigenissen van inwoners van toen blijkt dat ook het wrak werd meegenomen. Het werd door de Duitsers versleept met een tank en later op een vrachtwagen richting Keerbergen gezet. Op foto’s die Frans en Maarten in hun bezit hebben, is te zien hoe de twee soldaten met grote militaire eer werden begraven aan de rand van de toenmalige startbaan. “De Duitsers lieten daarvoor zelfs de aalmoezenier van Keerbergen en een muziekkapel opdraven.”

Beide soldaten lagen een jaar lang begraven aan de rand van het vroegere vliegveld
Hans Kühne (archief Peter Taghon)

Een dikke 20 jaar later, in 1962, is het over en uit voor het vliegveld van Keerbergen. Cogea, een bedrijf dat er jarenlang recreatieve vluchten organiseerde, kiest ervoor om een deel van zijn activiteiten te verhuizen naar de luchthaven Raversijde in Oostende. “Het belang van het vliegveld van Keerbergen werd daardoor teniet gedaan”, legt Frans uit. “Door een samenloop van omstandigheden hield het dan ook op met bestaan. De huurcontracten voor de gronden waren afgelopen, Cogea kreeg stilaan financiële problemen en er was ook nog een zwaar ongeval met een passagiersvliegtuig.” 

Midden de jaren 60 komen twee lokale baronnen op het idee om het voormalige vliegveld van Keerbergen om te vormen tot een recreatief domein met villa’s en watersportmogelijkheden. Een baggerboot baggerde het volledige vliegveld uit tot wat het vandaag is: een grote, langwerpige waterplas van zo’n 22 hectare groot. Een deel van het slib dat destijds werd uitgegraven, wordt vandaag nog steeds gebruikt door het golfterrein in de buurt.

Hartmann en Obenhuber hebben hier hun definitieve rustplaats gekregen. Volgens de Conventie van Genève is dat ook voor eeuwig.

Guy Cardeynaels, Duitse Militaire Begraafplaats in Lommel

Dat de twee militairen al lang niet meer in Keerbergen begraven liggen en dus ook niet opgeslokt werden door het meer, blijkt wanneer we in de archieven van de Duitse Militaire Begraafplaats in Lommel duiken. “In de jaren na de Tweede Wereldoorlog zijn enorm veel Duitse soldaten die in ons land zijn gesneuveld, ontgraven en overgebracht naar Lommel. In totaal liggen hier bijna 40.000 mensen begraven”, legt verantwoordelijke Guy Cardeynaels uit. Met een oppervlakte van 11 hectare is die van Lommel de grootste militaire begraafplaats van West-Europa. “Om plaats te besparen, ligt er zelfs aan beide kanten van de stenen kruisbeelden iemand begraven.”

Op een fiche die in 1949 werd opgemaakt op het moment van de herbegraving in Lommel staat vermeld dat de twee lichamen ontgraven zijn op het “cimetière communal de Louvain”. Niet in Keerbergen dus, maar op de stadsbegraafplaats van Leuven. “Dat klopt”, laat de dienst Begraafplaatsen van de stad ons weten. “Beide heren werden in Leuven op de Stadsbegraafplaats begraven op 29 november 1941.” 

Met andere woorden: Karl Obenhuber en Alfons Hartmann lagen slechts een jaar lang begraven op het toenmalige vliegveld van Keerbergen. Lang voor het meer werd uitgebaggerd, werden hun lichamen al ontgraven. Ze hebben – mits een paar omzwervingen – intussen hun laatste rustplaats gevonden op de begraafplaats in Lommel. “En dat is in principe voor eeuwig. In de Conventie van Genève staat dat alle oorlogsgesneuvelden eeuwig rustrecht hebben”, aldus nog Guy.

De laatste rustplaats op de Duitse Militaire begraafplaats in Lommel
Radio 2
De muziekkapel brengt een laatste eerbetoon aan de twee soldaten
Hans Kühne (archief Peter Taghon)

Meest gelezen