Direct naar artikelinhoud
ReportageOekraïense scouts

Oekraïense scouts slaan tenten op in Spa: ‘De wc-blok noemen we Rusland’

Een vast ritueel: elke ochtend wordt de vlag gehesen op het scoutskamp voor Oekraïense jongeren.Beeld Tim Dirven

De Oekraïense scouts in België hebben deze week hun tenten opgeslagen in het Luikse Stavelot. Hun zomerkamp brengt dit jaar ook afleiding voor de kinderen die door de oorlog naar ons land zijn gevlucht. ‘We proberen het wat ludiek te houden. De wc-blok noemen we Rusland.’

“Pozir!” roept de groepsleider met luide stem. Op het kampterrein onderbreken 75 kinderen hun spel om zich in de richting van de vlaggenmast te draaien die ze bij het begin van het kamp gesjord hebben.

Pozir’ betekent ‘aandacht’ en die aandacht voor tradities is binnen de Oekraïense scouts essentieel. “De vlag speelt altijd een belangrijke rol op kamp”, zegt Denys Andrushko (12) uit Antwerpen, die vanochtend de blauwgele vlag mag hijsen. “Maar door de oorlog heeft het ritueel nog meer betekenis gekregen.”

Op een heuvel in Stavelot, een stadje vlak bij Spa in de provincie Luik, ligt Auberge Francopole, een kampeerplaats die al sinds 1966 eigendom is van de Oekraïense gemeenschap in België. Iedere zomer worden hier jeugdkampen georganiseerd. Deze week kamperen de Oekraïense scouts in België er.

“Wij kwamen hier zelf als kind op SUM-kamp”, vertelt Julian Matytchak (25) uit Antwerpen, student biochemie aan de Universiteit Gent. “SUM is te vergelijken met de Chiro. Tof, maar na een tijdje vond ik het wat eentonig worden. Via mijn nichten en neven in Duitsland leerde ik Plast kennen: de Oekraïense scouts. Iedere zomer ging ik met hen mee op kamp in Königsdorf in Beieren. Ik heb er fantastische tijden beleefd. Maar toen ik 17 jaar werd, de leeftijd om leiding te worden, heb ik met een aantal vrienden besloten om ook een scoutsgroep op te starten in België.”

Zo'n 75 kinderen beleven dankzij hun leiding een onbezonnen week vol spel, plezier en Oekraïense tradities.Beeld Tim Dirven

Vijfde keer, goede keer

Het is intussen al de vijfde zomer dat Julian Matytchak als groepsleider het kamp in Stavelot organiseert. “Het was iedere keer hectisch”, zegt Yaremma Vengrynovych (24) uit Halle, die in Leuven voor handelsingenieur studeert en bij de scouts als ‘intendant’ voor de kampboodschappen zorgt. 

“De eerste keer was uiteraard superspannend. Daarna kwam corona en moesten we in bubbels op kamp. Vorig jaar maakten we de hevige overstromingen mee. Gelukkig bleef de schade beperkt, omdat ons terrein boven op een heuvel ligt.”

Dit jaar is het aantal deelnemers verdubbeld: deze week bivakkeren er 75 kinderen in Stavelot. Ze hebben allemaal Oekraïense roots, maar het merendeel van de kinderen is geboren en getogen in België. Een vierde van de groep is nog maar recent in ons land, omdat ze bij de start van de oorlog hun thuisland ontvluchtten. 

“We hebben ons programma wel een beetje moeten aanpassen door de ­oorlog”, zegt Julian Matytchak. “Bepaalde liedjes hebben we geschrapt, maar ook ons kampthema – de Kozakken – werd aangepast. Er was te veel aandacht voor strijd en krijgers, dat vonden we niet gepast.”

“Hier moet ik even niet aan de oorlog denken. Dat doet deugd”, zegt Julia (16) die op 24 februari Irpin, een voorstad van Kiev, ontvluchtte. “Ik had ’s avonds mijn boekentas nog klaargemaakt. Maar ’s nachts werden we wakker door de bommen. Mijn ouders hebben snel wat spullen gepakt en we zijn die ochtend naar Ternopil gereisd in het westen van het land.”

“Mijn zus was toen de oorlog uitbrak toevallig bij een vriend in Antwerpen op bezoek om zijn verjaardag te vieren. Ik ben haar achterna gereisd”, vertelt Julia. “Mijn ouders zijn nog in Oekraïne: mijn vader mocht het land niet verlaten en mijn moeder zorgt er voor mijn hulpbehoevende grootouders.”

Sinds 4 maart woont het 16-jarige meisje in Antwerpen bij het gastgezin waar ook haar oudere zus verblijft. “Ik ben hen erg dankbaar, maar het is niet makkelijk. We wonen met acht mensen in een appartement met drie kamers. Ik ging tot eind vorige maand iedere dag naar school, maar met de vakantie wist ik niet zo goed waarheen. In de Oekraïense kerk vernam ik dat er een zomerkamp georganiseerd werd. Ik was nog nooit op kamp geweest in Oekraïne, maar het is best cool om hier in België samen te zijn met mijn landgenoten.”

Spaghetti en borsjtsj

Op het kamp in Stavelot is Oekraïens de voertaal. Behalve spaghetti en balletjes in tomatensaus staan er vooral typische Oekraïense gerechten op het menu zoals borsjtsj (rodebietensoep) en varenyky (aardappeldumplings). De scouts vieren samen de zonnewende en zingen Oekraïense liedjes. “Dit is een klein stukje Oekraïne in België”, zegt Julian Matytchak. “Met een beetje goede wil doen de Ardennen ook aan de Karpaten denken.”

‘Dit is een klein stukje Oekraïne in België. Met een beetje goede wil doen de Ardennen ook aan de Karpaten denken’
Julian Matytchak (25)Groepsleider

Zelf is de student geboren en getogen in België. “Wij spreken thuis Oekraïens, ik ben met alle tradities grootgebracht. Ik ben een Belg, maar ik voel mij Oekraïner. Daarom zijn de Belgische scouts ook niets voor mij. Voor mij gaat het om veel meer dan sjorren en hiken. Het zijn onze tradities die we hier beleven.”

Op het menu staan echte kampklassiekers zoals spaghetti, maar ook Oekraïense specialiteiten zoals borsjtsj.Beeld Tim Dirven

Om de kinderen wegwijs te maken op het kampterrein draagt elke tent de naam van een land. Zo wordt de voorraadtent ‘Oekraïne’ genoemd. De twee grote witte tenten, waar de maaltijden klaargemaakt worden, zijn ‘Canada’ en ‘Amerika’ gedoopt. Een lichtblauw tentje waar je wat kunt uitrusten, heet dan weer ‘Noorwegen’.

Is er ook een tent die Rusland heet? “De wc-blok noemen we Rusland”, zegt Yaremma Vengrynovych. “De bevoorrading met toiletpapier moet uit Oekraïne komen en iedere dag wordt Rusland ook een keer gepoetst. We proberen het wel wat ludiek te houden. Uiteraard wordt er aan het kampvuur ook over de oorlog gepraat, maar het blijft beperkt en het nieuws wordt gemeden. Dit kamp dient om even te ontsnappen aan de harde realiteit.”