Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSociale onrust

Hoe de Nederlandse boerenprotesten ook een les zijn voor België: ‘Pas op als mensen met de rug tegen de muur staan’

Boeren met trekkers protesteerden enkele dagen geleden op de Dam in Amsterdam.Beeld ANP

Het boerenprotest in Nederland wordt grimmiger. Tegenstanders van het coronabeleid en radicale populisten springen mee op de kar. Op Schiphol Airport heerst sociale onrust. Er zijn veel gelijkenissen met België. Staat dit ons straks ook te wachten? 

‘We moeten oppassen dat we niet met zijn allen in een soort ondergangsstemming terechtkomen. Het is zoals met de avondklokprotesten tijdens de coronapandemie. Sommige groepen mensen denken: bestaat Nederland over een week nog? Dat zie je nu met de boeren ook weer”.

Assistent-professor veiligheidsbeleid Jelle van Buuren (Universiteit Leiden) ­herhaalt tegenover ons de waarschuwing die hij vorige zondag uitsprak tijdens het duidingsprogramma Eén vandaag. Zijn woorden waren nog niet koud of de politie vuurde dinsdag schoten af op de trekker van een 16-jarige die door een wegversperring brak tijdens protesten tegen strengere stikstofregels. ‘Boer Jouke’ werd opgepakt, maar is intussen vrij.

Van Buuren, die voor zijn onderzoek groepen volgt die zich gedelegitimiseerd voelen door de overheid, zegt te hopen dat alle betrokken partijen het hoofd koel zullen houden. “We moeten toch nuchter blijven kijken naar wat er gebeurt. Ja, de boeren zijn onrustig, maar kom op! Er gebeuren toch ergere dingen in de wereld? Tegelijk mogen we niet blind blijven voor hun grieven en die van andere ontevreden groepen.”

De Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing beaamt dat. “Boeren zijn altijd stevig ­geweest in hun protest. Nog voor de coronapandemie bezetten ze de RIVM, het rijksinstituut dat de stikstofmetingen deed. Laatst vertelde ex-minister van Landbouw Laurens Jan Brinkhorst (D66) dat hij zich door zijn stikstofbeleid sinds 2000 niet kan vertonen in het boerendorp Kootwijkerbroek waar hij nog steeds ‘Brinkhorst Hitler’ wordt genoemd.

“De protesten waren ook toen agressief. De agrolobby van boeren en voedingsbedrijven is altijd al onevenredig machtig geweest en blokkeert steeds hervormingen. Dit is geen sluimerend ongenoegen dat plots de kop opsteekt. Je moet het volgens mij losknippen van de oorzaken van een breder, socialer onbehagen in Nederland.”

Poldermodel

Van Buuren herkent wel één structurele oorzaak bij alle ontevredenen: “Ons beroemde poldermodel functioneert niet meer. De afgelopen twintig jaar hebben we veel kabinetten gehad met min of meer dezelfde partijen, eerst onder Jan Peter Balkenende (CDA) en dan de laatste twaalf onder leiding van de liberale premier Mark Rutte (VVD). Soms stemt de ‘constructieve oppositie’ met ze mee. In Den Haag wordt dat gezien als een goed stukje politiek handwerk, maar een deel van de samenleving ziet daarin het bewijs dat het niet uitmaakt op wie je stemt, ‘want je krijgt toch altijd hetzelfde beleid’.”

Dit soort ontevreden groepen is heel divers. Naast de boeren gaat het volgens Van Buuren bijvoorbeeld over de Groningers die boos zijn hoe de sluiting van de gasvelden en de schade van gasboringen is afgehandeld, of over gedupeerden van de Toeslagenaffaire (waarbij tienduizenden mensen plots enorme bedragen kinderbijslag moesten terugbetalen, MR). Veelal gaat het tegelijk ook over mensen die niet meekunnen met de globalisering en ­digitalisering van de economie. 

“Ze hebben allemaal hetzelfde idee: wij doen er niet meer toe, niemand interesseert zich nog voor ons”, zegt Van Buuren. “De technocratie heeft deze ­ondergangsstemming zelf in de hand ­gewerkt. Mensen klagen volgens onze ­onderzoeken over uiteenlopende zaken, maar het verdwijnen van de nabije overheid staat vaak centraal. Zo verdween, bijvoorbeeld, het postkantoor om te worden vervangen door digitale zuilen. De overheid staat volgens deze mensen niet meer achter of naast ze, maar tegenover ze. Die grieven hebben zich vastgezet. Een deel van onze samenleving heeft daarom geen vertrouwen meer in het ‘systeem’.”

Antisystemisch sentiment

In België leven deze antisystemische sentimenten ook. Deze emoties kookten hier het laatst over tijdens de coronaprotesten. Uit een recente sociologische studie van de vakgroep Media, Movements & Politics van de Universiteit Antwerpen naar de coronabetogers blijkt dat zij zich “politiek dakloos” voelen. Bijna zes op de tien deelnemers stelt zich met geen enkele politieke partij nog te kunnen identificeren, terwijl ze in 2019 nog op een brede waaier aan partijen stemden. 

Wie zich wel met een partij identificeerde koos voor de uitersten: Vlaams Belang (12,1 procent) en PVDA (9,4 procent). Volgens de onderzoekers gaf één betoger op de drie aan uiterst ontevreden te zijn met hoe de democratie werkt in België. “De betogers vinden dat politici te weinig naar het volk en de gewone man luistert.”

Sitalsing: “Ik denk dat in Nederland ook het uitkleden van de sociale zekerheid door de marktwerking en de onzekere situatie van flexwerkers op de arbeidsmarkt meespeelt. Zij hebben geen demonstratiemacht, maar kunnen wel staken, zoals onlangs op Schiphol gebeurde met de bagagegooiers. Dat zijn allemaal mensen die het zat zijn.” Ook hier zijn er parallellen met de sociale onrust op Brussels Airport.

Het probleem met het huidige overlegmodel is volgens Sitalsing dat alle problemen steeds gesmoord worden in een ­consensus waarin iedereen met bezwaren achterblijft. “Bepaalde problemen blijven dan etteren, zoals de stikstofproblematiek. Polderen is een manier geworden om problemen te parkeren. Wij Nederlanders zijn zachte heelmeesters, maar dan krijg je stinkende wonden die ontsteken, zoals nu”.

Populistische aanjagers spelen op de onvrede in. “De populistische politici proberen steeds om protesten te kanaliseren. Geert Wilders (PVV) heeft het geprobeerd, maar vooral Thierry Baudet (Forum voor Democratie, FvD) wil antistatelijke elementen verenigen. Hij zoekt het ongenoegen op. Tijdens de pandemie sloot hij zich aan bij tegenstanders van het coronabeleid, van werkloze yogamoeders tot ondernemers met gesloten bedrijven”, zegt Sitalsing. 

“Je ziet dat sommige van deze corona­radicalen zich nu ook bij de boeren willen voegen. Je krijgt een soort hoefijzermodel van groepen die eigenlijk van oudsher niets met elkaar te maken hebben – Baudets achterban is bang voor koeien en zag nog nooit een schaap van dichtbij – maar ze ageren samen tegen de overheid.”

Ook Van Buuren ziet bij de boerenprotesten clubjes opduiken die actief waren in de coronaprotesten. “Het is wel onduidelijk hoe intens die banden zijn, want de digitale netwerkjes op sociale media zijn niet altijd representatief voor wie we op straat zien verschijnen. Nieuw zijn de ­verbanden ook niet. Bij het begin van de coronaprotesten was er ook al een klein groepje boeren actief. Nu zien we dit soort dwarsverbanden opnieuw, wel op kleine schaal.”

Politiek is dit soort allianties wel op drijfzand gebouwd. Sitalsing wijst erop dat het FvD van Baudet twee jaar geleden nog provincieverkiezingen won door zich te verenigen met een radicale fractie van de boerenbeweging, het Farmers Defence Force dat nu opnieuw op de barricades staat. “Sindsdien is Baudet in de provinciale peilingen gezakt omdat hij niks voor ze deed. Er is zelfs een filmpje uitgelekt waarin Baudet zei: ‘Djezus, die kutboeren!’ Nu zijn de meesten weg bij het FvD en schuiven hun eigen leiders naar voren. Het is zoals Bob Marley zei: ‘You can fool some people sometime, but you can’t fool them all the time.’”

Koopkrachtcrisis

Nu de koopkrachtcrisis en de hoge energieprijzen steeds meer huishoudens treffen stelt zich wel de vraag of groepen ontevreden burgers zich in de herfst breder gaan mobiliseren, naar het model van de Franse gele hesjes.

“Dat is de grote vraag voor de nabije toekomst.” zegt Van Buuren. “Je ziet dat de vissers zich nu solidair verklaren met de boeren en een deel van de transport­sector ook. Tegelijk weet je dat er nog ­andere protesten kunnen komen tegen de energietransitie, -prijzen en hoge inflatie. Er zit dus wel meer sociaal protest aan te komen.

Dit heeft zich tot nu niet verenigd zoals in Frankrijk, maar onderliggend kent ­Nederland eigenlijk al sinds 2005 vergelijkbare gelehesjesgrieven en emoties. De vraag is of dit zich zal verdichten tot één sterkere beweging die dat allemaal bij ­elkaar weet te krijgen, dan wel versnipperd blijft met nu en dan een steekvlam.”

“Het wonderlijke is wel dat je een hele grote groep in Nederland hebt die hier ­helemaal niet van wakker ligt en tevreden is. Uit alle cijfers blijkt dat het overgrote deel van de Nederlanders welvarend is, een goed leven heeft en vindt dat alles prima gaat. De meeste mensen zijn nog altijd content. Zij zijn de reden dat Rutte werd herverkozen en de VVD de grootste partij is”, aldus Sitalsing. 

“De problemen die er zijn aan de onderkant van de arbeidsmarkt raken de meeste mensen niet. Het blijft een raar land hoor, Nederland. We zijn toch saaier dan België waar er toch feller wordt betoogd en gestaakt. (lacht) Nee, ik blijf wel een beetje bezorgd hoe het nu zal aflopen met die boerenprotesten.”

Ook in België zijn landbouwers ontevreden met nieuwe stikstofmaatregelen. Druppelt het straks in Brussel nu het regent in Den Haag? “Er zijn zeker overeenkomsten. Jullie minister van Omgeving, Zuhal Demir (N-VA), vertelde hier in Nieuwsuur wel dat ze nu rondtourt langs de boeren om in gesprek te gaan. Dat vind ik heel slim, want dat is hier te weinig gebeurd. Ik geloof dat boeren zowel hier als bij jullie willen meedenken over oplossingen, maar dan willen ze wel ernstig genomen worden. Het is de uitdaging om dat overleg tijdig te organiseren”, duidt Van Buuren. 

“Hier in Nederland hoor ik nu iets te veel boeren zeggen ‘dat ze met de rug tegen de muur staan en niets meer te verliezen hebben’. Als je dat soort uitspraken hoort, moet je als overheid oppassen, want dat betekent dat er iets kan knappen en het wel eens heel fout kan gaan – zeker met trekkers die dodelijke wapens kunnen zijn langs de ene kant en langs de andere kant overwerkte oproeragenten die onder druk staan van de werkende bevolking die de blokkades weg willen.”