Direct naar artikelinhoud
JongerenparlementJens Meijen en Luka De Kinder

Moeten we weer ons kot in, reizen afzeggen en festivals mijden? Jongeren over de stijgende coronacijfers

TW Classic deze zomer. 'Jongeren hebben de voorbije periode evenzeer hun steentje bijgedragen.'Beeld © Stefaan Temmerman

Moeten we putje zomer weer ons kot in omdat de coronabesmettingen stijgen? Reizen afzeggen en festivals mijden? Schrijver, letterkundige en politicoloog Jens Meijen en Luka De Kinder, student journalistiek aan de VUB, wikken en wegen.

en

Jens Meijen: ‘De minste restrictie wordt door sommigen al ervaren als ‘dictatuur’

“Op die vragen valt geen eenduidig antwoord te geven. Je sociale activiteiten zijn toch geen monoliet? Je kunt naar een festival gaan en wat afstand proberen te houden van anderen, maar je kunt ook op de wei iedereen een tong draaien. Een festival is bovendien totaal wat anders dan een lezing in een goed geventileerde zaal.

“Heel veel factoren reduceren of vermeerderen juist de kans op besmetting: daar moet je rekening mee houden. Of ik nu oproep om je gezond verstand te gebruiken? Dat vind ik zo’n dooddoener. Ik zou eerder zeggen: let op de gedragingen en handelingen die risico’s inhouden.

“Houd dus afstand. Test je na een feest of evenement. Was en ontsmet je handen. Als kleuters dat kunnen, kunnen volwassenen dat toch ook?

“Het draagvlak lijkt me ook finaal weg om nu strengere maatregelen te nemen; als ik zie wat er allemaal op mijn sociale media passeert... De minste restrictie wordt door sommigen al ervaren als  ‘dictatuur’. Het is niet zo, denk ik, dat deze mensen ver voorbij de rationaliteit zijn en alleen emotioneel reageren. Het is wel zo dat zij ingekapseld zitten in hun eigen logica en hun eigen gemeenschap.

“De coronabarometer weer van onder het stof halen, heeft mijns inziens weinig zin. Mensen die aandacht hebben voor die barometer, zullen sowieso al wat meer opletten. Anderen zien er een ‘kwaadaardig instrument van een fout regime’ in. Al is die groep wel kleiner dan we vaak denken – zij zijn vooral erg luid.

“Ik ga graag weg, maar werk bijna constant thuis; ik moet dus niet verplicht de deur uit. Ik heb graag mijn privétijd. Even geleden heb ik corona gehad en had ik welgeteld een dag wat last. Ik ben dus niet voor mezelf voorzichtig; ik wil vooral geen zwakkeren, ouderen of immunogecompromitteerden aansteken. Ik vind het moreel verwerpelijk dat mensen zich niet persoonlijk geroepen voelen om solidair te zijn met deze kwetsbare groepen.” 

Luka De Kinder: ‘Ik zou het heel jammer vinden mocht men nu weer naar jongeren kijken’

“Wanneer de wetenschap het signaal geeft dat we onze activiteiten op een lager pitje moeten zetten, zal ik dat respecteren. Voor mijn stage de afgelopen weken heb ik vaak genoeg met Marc Van Ranst en zijn collega’s aan de telefoon gehangen, ik weet hoe nauwgezet zij te werk gaan. Ik vertrouw er ook op dat als de situatie zodanig zorgelijk wordt dat er weer bijkomende maatregelen nodig zijn, zij wel aan de alarmbel zullen trekken. En dat de politiek op dat ogenblik wel volgt. 

“Ik vond het vreemd dat die coronabarometer gewoon afgeschaft werd, terwijl er toch voorspeld werd dat er in het najaar allicht nog een opflakkering zit aan te komen. Mondmaskers op het openbaar vervoer bijvoorbeeld is een kleine moeite om stijgende cijfers weer wat in te dijken. Zelf ga ik binnenkort met de trein op reis naar Zweden, en als dan wordt beslist dat mondmaskers weer verplicht zijn, zal ik dat zonder morren dragen.

“Ik zou het wel heel jammer vinden mocht men nu weer naar jongeren kijken om in te binden. Zij hebben de voorbije periode evenzeer hun steentje bijgedragen en hebben belangrijke ontwikkelingsmomenten moeten missen. In de meest recente cijfers zie je dat de stijging bovendien vooral onder de actieve werkbevolking zit. Ik denk dat zij er minder last van ondervinden mochten zij weer wat meer van thuis uit moeten werken.

“Enerzijds vind ik dus niet dat we van jongeren moeten verwachten dat zij uit zichzelf al hun sociale contacten beperken zonder dat daar vanuit wetenschappelijke of politieke hoek signalen voor komen. Anderzijds denk ik ook wel dat we jongeren voldoende mogen vertrouwen omdat ze ondertussen wel weten wat ze moeten doen wanneer ze symptomen of een risicocontact hebben. Ik ken niemand die nu vrolijk gaat feesten en drie dagen later met een hoestje zijn grootouders gaat knuffelen zonder eerst te zelftesten. Dat zijn kleine gewoontes die we de voorbije jaren opgebouwd hebben, en die ons ook de vrijheid gegeven hebben om nu toch weer te kunnen genieten van onze jeugd.”