Zelf was de ex-Tourwinnaar tevreden met zijn derde plaats op 1’17” van de jonge Sloveen. “Ik kwam in de best mogelijke conditie naar hier. Alles kwam net op tijd. Ik heb een andere coach die me iets meer rust en wat meer intensiteit in de trainingen doceerde en dat pakt goed uit. Dat ondervond ik al in de Ronde van Zwitserland, al wist ik wel al dat ik in een goed vormpeil eraan begon. En dan eindig ik super (hij won de Ronde van Zwitserland, red). “Of ik spijt heb van wat er zich de voorbije negen dagen afspeelde? Vooraf heb je wel altijd vraagtekens: hoe zou de tijdrit zijn, de kasseien en La Planche des Belles Filles? Deze vraagtekens zijn uitgewist. ”

“Er was die kleine crash in de rit naar Roubaix. Dat hielp me niet bepaald, maar da’s altijd zo in een grote ronde. Je verliest hier en daar wat tijd. Maar je kan ook een goede dag hebben terwijl anderen kleine fouten maken. Zo zit het ineen. Laat ons gewoon vooruit kijken en positief blijven. We staan er goed voor met Yates, mezelf en ook Tom Pidcock waarvan niemand weet – ook hijzelf niet – waar het schip strandt. Alleen Daniel (Felipe Martinez, red.) is zondag een beetje gekraakt. Het kon allemaal veel slechter zijn geweest, zeker met zo’n tegenstander als Tadej Pogacar. 1’17” achter is héél ver, zeker als je ziet hoe hij momenteel koerst. Maar in een grote ronde kan er van alles gebeuren. Met ook nog Covid erbij. Mijn opdracht is simpel: sterk blijven”, meende Thomas.

Bewondering voor Pogacar

“Tadej is gewoon van een hoger niveau. Nibali en Contador waren vooral heel goede klimmers. Al kon de Spanjaard ook goed tegen de klok rijden. Froomey kon de twee verschillende disciplines ook goed. Maar Pogacar? Hij is wat anders. Kijk naar zijn sprint. Kijk naar zijn eerste Ronde van Vlaanderen. Hij was ook daar de sterkste man van de koers. Hij gaat goed over de stenen. Hij kan alles. Fenomenaal! Ik zie niet in hoe hij de volgende vijf, zes jaar niét de grootste favoriet zou zijn op de Tourzege. In de eindspurt van de Ronde van Vlaanderen was de eerste keer dat ik ergens een vorm van gebrek aan métier zag in de eindspurt. Maar neem nu La Super Planche des Belles Filles. Hij was zo slim om ook die etappe te pakken en rondde daarmee het werk van zijn ploeg af. Je hebt je eigen métier, maar daarachter heb je nog de ervaring van de hele staff. Dat is even belangrijk als je eigen ervaring. Maar uiteindelijk weet je niet hoe het uitdraait.”

Over twee zware dagen in de Alpen

Thomas ervaart de Col du Granon van woensdag als de eerste “grote shake-up”. “En Alpe d’Huez is gewoon fenomenaal. Het wordt ook de warmste week van de Tour. Dat wordt ongetwijfeld een bijkomende factor. Het wordt de heetste week die ook ik ooit zal gedaan hebben, als we de voorspellingen mogen geloven. Het belangrijkste is dat de twijfels die je altijd voor zo’n grote Tour hebt, redelijk weg zijn. Op dit moment rijden Pogacar en Vingegaard heel sterk. Er waren wat vraagtekens rond de sterkte van UAE Team Emirates, maar ze zijn nog goed gegroepeerd. Ze hebben het geel en iemand als Pogacar lift heel de ploeg naar boven. Maar nu hebben we de grote test. Hopelijk kunnen we bevestigen. Het wordt een exciting next week.”

Tevreden met podium in Parijs

Thomas mag dan wel vier jaar geleden gewonnen hebben en al tweede zijn geëindigd in 2019, hij zou tevreden zijn met een podium in Parijs. “Ik zou trots zijn indien ik opnieuw op het podium eindig. Zeker na die voorbije jaren. Al was het maar om sommige mensen uit mijn omgeving te bewijzen dat ik het nog kan. Het zou een verdienste zijn om bij de eerste drie te eindigen, maar aan de andere kant zou ik toch willen proberen de Tour nog eens te winnen. Het allerbelangrijkste is dat ik Parijs zonder spijt verlaat. En dat we als team alles hebben gedaan om te proberen deze grote ronde te winnen”, stelde de 36-jarige Welshman. “We moeten in de juiste situatie komen om ons overtal uit te spelen, maar zoals altijd: je moet er ook de juiste benen voor hebben. Het doen is nog wat anders. Om je benen ook in tijdswinst om te zetten. Er is ook nog Jumbo-Visma dat probeert te winnen. Zeven andere jongens in de top tien kunnen nog meespelen. Je moet gewoon de opportuniteit vinden, maar zoals ik al zei: gemakkelijker gezegd dan gedaan hé.”

Over Pidcock en Vingegaard

“Niemand weet wat Tom (Pidcock, red.) op dit moment kan. Hij ook niet. Het is een supertalent. Hij toonde dat al in eendagskoersen. Laat hem maar zelf uitzoeken hoe ver hij kan gaan. Omdat Pogacar geen twee truien kan dragen, zit hij in dat witte shirt. Maar dat geeft hem toch elke dag een lift. In het team hangt er een goede spirit en hij zit op het juiste spoor. Ik zou niet verrast zijn indien hij de volgende drie dagen wat tijd verliest, maar wel nog ergens in de top tien, top vijftien hangt. We zien het de volgende dagen wel.”

“De voorbije dagen was Vingegaard echt wel sterk. Anderzijds heeft Roglic wel last van zijn val, maar hij kan het toch nog goed doen. Kijk naar Romain Bardet, hij zit misschien in de conditie van zijn leven. Hij rijdt heel goed. En dan heb je nog Gaudu en Mas. Het is een sterk veld met veel goede jongens. Vlasov was mijn dark horse, maar hij verloor door de val wat tijd. Ik dacht dat hij in staat zou geweest zijn om mee te vechten voor het podium van Parijs. Het is een super sterk deelnemersveld, alleen was Pogacar de voorbije negen dagen een niveau beter. We zien wel hoe het iedereen de volgende negen dagen vergaat.”

Over de schrik voor Covid

“Die is er wel degelijk”, gaf de veteraan van Ineos-Grenadiers toe. “Maar alle voorzorgsmaatregelen die we kunnen gebruiken, gebruiken we ook effectief. Ik ga niet zeggen dat het doorlopend in je achterhoofd zit, maar toen we hoorden dat UAE-renner Vegard Stake Laengen eruit ging, dan zeiden we: shit. Dat gaat opnieuw dezelfde weg op als de Ronde van Zwitserland. Morgen opnieuw drie anderen. En tien de volgende dag… Hopelijk blijft het nu oké. Niemand wil dat in het team hebben. We zijn heel alert. Je wil niet op die manier de Tour verlaten, maar anderzijds, dat is de wereld waarin we nu leven”, besloot Thomas.