Direct naar artikelinhoud
InterviewPetra De Sutter en Elio Di Rupo

‘Als kind dacht ik: homoseksualiteit is slecht. Pas als twintiger besefte ik: wat voor onzin hebben ze mij verteld’

‘Als kind dacht ik: homoseksualiteit is slecht. Pas als twintiger besefte ik: wat voor onzin hebben ze mij verteld’
Beeld Damon De Backer

Nog steeds kost het bijzonder veel jongeren moeite om uit te drukken wie ze zijn of hoe ze zich voelen. Door op deze plek te praten over hun eigen parcours willen vicepremier Petra De Sutter (59) en Waals minister-president Elio Di Rupo (70) hen een hart onder de riem steken. ‘Elio is nog altijd een rolmodel voor mij.’

Dit interview heeft een lange voorgeschiedenis. Net voor de Brussels Pride op 21 mei contacteren Petra De Sutter en Elio Di Rupo deze krant met de vraag of er interesse is voor een gezamenlijk interview. Omdat ze, willens nillens, pink politicians zijn willen ze samen, ter ere van de Pride, hun verhaal doen. Maar door twee overvolle agenda’s zagen ze zich genoodzaakt het gesprek te annuleren.

Na veel zoeken kwam er een nieuwe afspraak, vorige week. Het begin van de zomer lijkt een ideaal moment om, wat weg van het Wetstraatgewoel, hun verhaal te doen. Di Rupo wordt echter enkele dagen voor die afspraak met spoed opgenomen in het ziekenhuis. Even lijkt het gesprek weer in het water te vallen, maar dat ziet hij niet zitten. Voor dit gesprek moet alles een uur wijken.

Di Rupo en De Sutter treffen elkaar in een café, centrum Brussel. Met espresso’s (twee, voor hem) en een bosvruchtensmoothie (een, voor haar). Zij, professor gynaecologie, informeert meteen naar zijn gezondheid, hij is zichtbaar opgelucht wanneer ze wat uitleg geeft. De Sutter: “Ik heb hem niet gebeld om te overleggen over dit interview. Wij kennen elkaar goed genoeg om dat niet te doen.”

Petra De Sutter

geboren in Oudenaarde op 10 juni 1963 / buitengewoon hoogleraar in de gynaecologie / lid van het Europees Parlement voor Groen / vicepremier en minister van Ambtenarenzaken, Overheidsbedrijven, Telecommunicatie en Post in de regering-De Croo / eerste transgender minister van Europa / publiceerde in 2016 een boek over haar leven: (Over)leven

Elio Di Rupo

geboren in Morlanwelz op 18 juli 1951 / jongste zoon in een gezin van Italiaanse immigranten / doctor in de scheikunde / minister-president van Wallonië (1999-2000; 2005-2007; 2020-heden) / vele en gevarieerde PS-ministerposten tussen 1992 en 1999 / vicepremier 1994-’99 / eerste minister 2011-2014

Waar hebben jullie elkaar voor het eerst gezien?

Di Rupo: “De eerste keer dat ik haar zag, was op de televisie. Petra heeft me verleid. Omdat ik haar politieke argumentatie zo opmerkelijk vond: sterk en eenvoudig tegelijk. Ik dacht meteen: wow, het is niet verwonderlijk dat Groen haar minister heeft gemaakt.”

De Sutter: (gecharmeerd) “Dat heb je me nooit verteld, dat je me bewonderde op televisie. Wij kenden elkaar niet voor ik in de regering stapte, maar toen ik hem ontmoette, dacht ik echt: wow, de grote Elio Di Rupo. Tijdens de pandemie zagen we elkaar vooral in het Overlegcomité. De tijd ontbrak toen helaas om samen lange wandelingen in de natuur te maken. Nu ook trouwens. Elio heeft een buitengewoon intellectuele en culturele esprit. Het zijn zulke mensen in wier gezelschap ik graag vertoef. Omdat ik van hen kan leren; ik heb nog zo veel te leren.”

Elio Di Rupo: ‘Ik heb er geen behoefte aan dat mensen me in een hokje stoppen. Mijn professionele gebreken en kwaliteiten, die mag je wel beoordelen.’Beeld Damon De Backer

Waarom willen jullie samen dit interview geven?

Di Rupo: “Wij zijn een man en een vrouw die de vrijheid genomen hebben om een geheel eigen levensweg uit te stippelen. Zonder dat wij ooit iemand hebben willen kwetsen.

“De oudere generaties in België weten wel dat ik gay ben, de jongeren minder. Zij ondervragen mij over dat aspect van mijn persoonlijkheid op TikTok. Ik heb er 157.000 volgers. ‘Hoe leg ik aan mijn ouders uit dat de liefde zich niet laat bevelen?’, vroeg een van hen onlangs. Zo’n mooie, ontroerende vraag. Ik denk dat het onze verantwoordelijkheid is om te praten over onze ervaringen en te tonen dat wij twee volledig normale mensen zijn. Eenvoudige mensen. We mogen ook nooit vergeten dat er revoluties nodig geweest zijn voor de vrijheden waar wij nu van genieten.”

De Sutter: “Ik ga helemaal akkoord. Mag ik wel nog aanvullen dat Elio voor mij altijd een rolmodel is geweest? Zeker voor de wijze waarop hij dit thema behandelt.”

Di Rupo: (wijst op het kippenvel op zijn hand) “Dat raakt me.”

De Sutter: “Er was een onmiddellijke verbondenheid tussen ons. Een instant verstandhouding. Onze levensgeschiedenissen zijn verschillend maar vertonen meerdere gelijkenissen, en dat geeft een klik. Je hebt mensen met wie je twee woorden wisselt...”

Di Rupo: “... en die je onmiddellijk begrijpen.”

De Sutter: “Het inspireert me dat Elio zich op de barricades nooit schor heeft geschreeuwd in de strijd om gelijke rechten. (kijkt naar Di Rupo) Dat is toch zo, niet? Of misschien stond je wel op de barricades toen je jong was?”

Di Rupo: “Neen, niet als het over gelijke rechten ging. Toen ik jong was, betoogde ik wel tegen de slechte ministers in de regering.” (moeten allebei lachen)

De Sutter: “Elio en ik staan, denk ik, op dezelfde manier in het leven. Ons verleden, ons traject is wat het is. Wij willen er niet te veel over spreken. Mijn persoonlijke strijd ging gepaard met veel pijn en veel verdriet, en dat wil ik niet telkens oprakelen. Ik wil dat er een normalisering komt. Dat niemand nog zegt: ‘Ah, Petra De Sutter, de transgender minister’. Neen, ik ben ‘die vicepremier van Groen’. Akkoord, Elio?”

Di Rupo: “Honderd procent. Wij eisen le droit de l’indifférence op. Wij willen helemaal niet speciaal zijn.”

Zullen jullie met dit gesprek niet het omgekeerde bereiken?

Di Rupo: “Ik heb er, net zoals Petra, geen behoefte aan dat mensen me in een hokje stoppen. Mijn professionele gebreken en kwaliteiten, die mag je wel beoordelen. Dit gesprek vormt een uitzondering omdat we jongeren die het lastig hebben, willen steunen.

“Velen hebben het nog altijd moeilijk om zich te outen. Als zij mij contacteren, antwoord ik hun altijd persoonlijk. Vraagt een van hen om op hun school te komen spreken, dan maak ik mijn agenda leeg. Er is nog zo veel discriminatie. Op school, op het werk, op straat. Helaas, hoewel wij een van de meest vooruitstrevende landen ter wereld zijn. La Belgique, c’est magnifique.”

De Sutter: “Ik heb ook al veel koffies gedronken met mensen die in twijfel zaten, die niet wisten waar ze naartoe moesten met hun leven. Natuurlijk speel ik niet voor therapeut. Ik wijs hen altijd de weg naar professionele hulp. (stoot Di Rupo aan) Er zijn echt veel zaken die ons binden, niet?”

Di Rupo: “Exact. De momenten die mij het meest plezier doen, zijn die waarop een jongen of meisje me vertelt: ‘Elio, ik heb het durven zeggen aan mijn ouders. Dankzij jou.’ Dat ontroert me enorm. Ik heb die jongere mee helpen opgroeien, denk ik dan, en de maatschappij ook. Er zijn helaas families die heel erg gesloten zijn en waar gesprekken niet alles kunnen oplossen.”

De Sutter: “Eigenlijk voel ik mij een beetje verscheurd: ik wil dat de pers mij met rust laat, maar aan de andere kant voel ik de morele plicht om jongeren te inspireren die in de knoop zitten met zichzelf. Voor hen wil ik een voorbeeld zijn. Tegen wil en dank, denk ik soms. Ooit, wanneer ik afscheid neem van de politiek, zal ik er nooit meer over spreken.

“Wij kunnen dat recht op onverschilligheid claimen omdat wij een zekere autoriteit hebben en een bepaalde positie in de maatschappij. Voor ons is het makkelijk om te zeggen: laat ons met rust, laat ons onze levens leiden. Wij zijn geprivilegieerd. Maar pubers op school of twintigers aan het begin van hun carrière: die jongeren zijn veel kwetsbaarder voor homofobe en transfobe aanvallen dan wij.”

Di Rupo: “Ik begrijp die jongeren zo goed. Ik had ook mijn problemen in mijn puberteit en stelde mij de vraag: waarom moet ik nu op jongens vallen en niet op meisjes? Je beseft dan ook dat je tot een minderheid zult behoren en dat je leven minder vanzelfsprekend zal zijn. Wat mij hielp, is de kennis dat homoseksualiteit altijd al bestaan heeft: Alexander de Grote was gay. In het Oude Griekenland werd niet over homoseksualiteit gepraat, maar ze bestond wel. Op TikTok...”

De Sutter: “Ik ben ook aanwezig op TikTok. Vlaams Belang heeft dat socialemediakanaal haast helemaal geïnfiltreerd. Tieners worden er vooral overspoeld met giftige politieke boodschappen van extreemrechts. Wat extreem leep is van die extreemrechtse politici.

“Daarom heb ik me laten overtuigen door mijn medewerkers. Mijn account reikt amper tot de enkels van dat van Elio, maar het werkt wel: jongeren spreken mij nu aan op straat. Ik hoop dat er nog progressieve politici ons voorbeeld zullen volgen; er moet op TikTok een antidotum komen tegen al die extreemrechtse invloeden.”

Elio Di Rupo en Petra De Sutter: ‘Ga een koffie drinken met je meest vijandige trol en die kan je beste vriend worden.’Beeld Damon De Backer

Toen jullie premier en vicepremier werden, in 2011 en 2019, was er in het buitenland veel meer te doen over jullie geaardheid dan in België.

Di Rupo: “Bij mijn premierschap werd er misschien nog ietsje meer aandacht aan besteed dan bij Petra. Xavier Bettel, de Luxemburgse premier, heeft het wel nog beter gedaan dan ik: hij is getrouwd toen hij premier was. (lacht) De Benelux is echt een vrijhaven.”

De Sutter: “Maar niet altijd in de hoofden en de harten van de mensen. Je ouders die zich verzetten tegen je geaardheid, dat is het allermoeilijkste wat er is.”

Di Rupo: “Wij hebben lang gestudeerd, maar je moet je ook in de plaats zetten van arbeiders of mensen die onderaan de ladder staan. Voor hen is het nog veel moeilijker dan voor ons.”

De Sutter: “Absoluut. Er is echt nog veel homofobie en transfobie, soms geïnternaliseerd. Ik heb veel tijd nodig gehad om te accepteren wie ik was. Omdat ik opgegroeid ben in een omgeving − we spreken over de jaren 1970 − waarin homoseksualiteit ofwel een ziekte ofwel een zonde was. Transseksualiteit, dat bestond gewoonweg niet. Als kind dacht ik daardoor: homoseksualiteit is slecht. Pas als twintiger besefte ik: wat voor onzin hebben ze mij vroeger verteld?”

Di Rupo: “Ik ben altijd geweest wie ik was en ik ben altijd eerlijk geweest. Maar ik herinner me goed mijn eigen worstelingen. Toen ik adolescent was, voelde ik me aangetrokken tot meisjes en jongens. Eigenlijk was er vooral één jongen die mijn aandacht trok. Jarenlang ging ik naar al zijn handbalwedstrijden. Ik ben door hem echt een specialist in die sport geworden. (lacht) Daarna heb ik bijna twintig jaar samengeleefd met een vrouw, die ik enorm graag gezien heb. Onze breuk heeft me veel pijn gedaan, ook omdat het op een bizarre manier gebeurde. Op 15 november 1996, op een vrijdagavond...

De Sutter: “Dat weet je nog...”

Di Rupo: “Het staat in mijn geheugen gegrift. Ik was vicepremier, Jean-Luc Dehaene was premier. Na een evenement met Henry Kissinger op het Egmontpaleis belde hij me in mijn appartement en riep me bij zich. ‘Morgen’, zei hij, ‘staat er in De Standaard een artikel waarin je beschuldigd wordt van pedofilie. Er gaat een schandaal losbarsten.’ Om drie uur ’s ochtends zei Philippe Busquin − toen voorzitter van de PS − me dat ik ontslag zou moeten nemen. Ik was totaal van de kaart. Ik ging in die tijd naar clubs, maar ik had helemaal niks met kinderen of jongeren. Totaal niks. Dat is helemaal mijn wereld niet.

“In het weekend praatte mijn broer op me in. ‘Jij moet geen ontslag nemen. Als jij dat doet, dan moet de hele regering vertrekken.’ En dus heb ik mijn ontslag niet ingediend.

“’s Maandags stonden er zoveel journalisten aan mijn kabinet dat het leek alsof de Madonna er verschenen was. Een van hen vroeg me: ‘Bent u homoseksueel?’ Ik antwoordde: ‘Oui. Et alors?’ Die drie woorden hebben alles veranderd.”

De Sutter: “Door die eerlijkheid kon je er daarna over zwijgen.”

Di Rupo: “Voilà. Op woensdag draaide de hele zaak in mijn voordeel. Mede dankzij de journalisten van De Morgen kwam naar buiten dat de beschuldigingen totaal verzonnen waren. Ik ben volledig witgewassen. Door het parlement, door het onderzoek van de politie en door het Hof van Cassatie. Die man (Olivier Trusgnach, red.) was een fantast.”

Elio Di Rupo: ‘Ik heb bijna twintig samengeleefd met een vrouw, die ik enorm graag gezien heb. Onze breuk heeft me veel pijn gedaan’Beeld Damon De Backer

Kreeg u toen − midden in de affaire-Dutroux − veel steun van de regering?

Di Rupo: “In het begin niet, maar daarna wel. Dehaene, Herman Van Rompuy, Philippe Maystadt, Charles Picqué − al mijn politieke vrienden − hebben me toen gesteund. Maar ik ben wel eindeloos ondervraagd door procureur-generaal Eliane Liekendael. Mijn advocaat heeft haar later gevraagd waarom zij de zaak niet kon laten rusten. ‘U moet ermee ophouden’, zei hij tegen haar. ‘Oké’, antwoordde zij. ‘Maar... hij is misschien geen pedofiel, maar een homoseksuele vicepremier, vindt u dat normaal?’ Kunt u zich dat voorstellen, dat iemand met zo’n functie dat eind jaren 90 nog beweerde?

“Waar ik veel spijt van heb, is dat mijn levensgezellin erg heeft geleden onder die affaire. Zij stond toen ineens in alle media, terwijl ze buiten de schijnwerpers wilde blijven. Jullie weten ook dat jullie best brutaal kunnen zijn, hè?”

De Sutter: “Dat herken ik. Mijn transitie was in 2003. Toen journalisten ernaar vroegen bij mijn intrede in de politiek, in 2014, wilde ik er niet over praten. Ik had dat hoofdstuk afgesloten. Maar dat bleek onmogelijk; er waren zelfs journalisten die mijn leven begonnen te reconstrueren zonder dat ze ooit maar een seconde met mij hadden gepraat. Uiteindelijk heb ik alles er in een boek uit gegooid. Omdat ik wist dat de media het onderwerp anders nooit zouden laten rusten. Ooit, wanneer ik vertrek uit het publieke leven, zal ik er nooit meer over spreken.”

Zou de affaire-Trusgnach zich vandaag kunnen herhalen?

Di Rupo: “Vandaag zou ik ze meteen wandelen sturen. (lacht) Neen, even serieus: ik weet niet of ik nu meer dan 24 uur weerstand zou kunnen bieden aan een ontslag. Ik heb me toen verzet omdat me niks te verwijten viel. Maar je onschuld bewijzen is ...”

De Sutter: “... het moeilijkste wat er is.”

Di Rupo: “Gelukkig stonden de media, vanaf het moment dat ze wisten dat het om een fantast ging, achter mij. Daarom blijf ik tot op de dag van vandaag vriendelijk tegen journalisten.

(zucht) “De wereld wordt er niet toleranter op, ze wordt reactionairder. Mijn goede vriend Roger Lallemand, de man die samen met Lucienne Herman-Michielsens de abortuswet schreef, zei me in 1999: ‘De 21ste eeuw zal religieus en conservatief zijn.’ En hij zei, helaas, de waarheid. 

“Op dit moment zijn wij de uitzondering. In de rest van de wereld zijn de conservatieve en autoritaire krachten aan het winnen. Kijk naar Rusland, India, China, zelfs de VS. In 69 van de 193 landen is homoseksualiteit illegaal. In elf landen staat er nog de doodstraf op. Het oude Europa is een eiland van vrijheid, maar in Polen zijn er wel ‘lgbt-free zones’. Dat roept toch erg akelige herinneringen op.”

De Sutter: “Ik zou eerder zeggen dat er meer polarisering is. Sommige landen in Europa zetten stappen vooruit − denk aan de abortuswet in Ierland − maar er zijn ook landen die stappen achteruitzetten. Denk aan de wet tegen transpersonen in Hongarije, die Roemenië nu kopieert. Het nettoresultaat valt dus moeilijk te meten. Buiten Europa draaien landen de klok vast en zeker terug.”

Petra De Sutter: 'Ik heb sinds ik in de politiek zit zo’n dikke huid. Ik ben van teflon en beton.'Beeld Damon De Backer

Maakt de uitspraak over abortus door het Amerikaanse Hooggerechtshof jullie bang? Ze toont dat geen enkel recht voor eeuwig en altijd verworven is.

De Sutter: “Het is ongelooflijk dat het Hooggerechtshof daar de democratie naar zijn hand zet en overrulet. Maar of ik bang ben? Ik heb sinds ik in de politiek zit zo’n dikke huid. (plaatst haar hand tien centimeter boven haar arm) Ik ben van teflon en beton. Waar ik wel voor vrees, is een domino-effect: raak je aan de vrouwenrechten, dan komen lgbtq+-rechten ook ineens op de helling te staan.

Di Rupo: “Ik ben te oud voor angst. Maar we moeten wel waakzaam zijn, zodat het voor de latere generaties niet slechter wordt dan voor ons.

“Mag ik nog een fundamentele opmerking maken? Als een land een wet stemt die abortus toelaat, zal niemand alle vrouwen dwingen er een te laten uitvoeren. Als een land een wet stemt die het homohuwelijk toelaat, betekent dat niet dat alle mannen met mannen en alle vrouwen met vrouwen moeten trouwen. Het gaat om vrijheden die voor geen millimeter de vrijheden van anderen beperken.”

De Sutter: “De uitspraak in Amerika onderstreept dat verworven rechten stuk voor stuk afgedwongen rechten zijn. Conservatieve politici vallen nu de keuzevrijheid aan... Zo is hun mindset, die vaak religieus geïnspireerd is. ‘Pro-life’ betekent eigenlijk ‘anti-choice’.”

Hoe invloedrijk zijn die pro-life-activisten in ons land?

De Sutter: “Vlaams Belang capteert die extremistische visie in onze Belgische politiek. Gelukkig is dit bij ons nog een minderheidsstandpunt. Zij willen een kerngezin van man, vrouw en kinderen; zij hebben een kijk op de liefde en de wereld die totaal tegengesteld is aan wat wij vertegenwoordigen.”

Di Rupo: “Vlaams Belang profiteert van de democratie die we gedurende eeuwen hebben opgebouwd om die rechten weer onderuit te halen. Die conservatieven raken volledig gedestabiliseerd door onze vrije levens; zij zijn daar niet toe in staat omdat ze dan geen referentiepunt meer hebben. Ze verwijzen naar ‘de natuurlijke orde der dingen’, maar dat slaat nergens op: in de natuur is er veel homoseksualiteit.”

Cd&v wilde bij de onderhandelingen over Vivaldi ook niet raken aan de abortus-en euthanasiewetten.

Di Rupo: “Bij ons heeft cd&v in 2003 wel meegestemd voor het homohuwelijk. Ik denk soms dat mijn affaire van 1996 de geesten heeft doen rijpen bij de christendemocraten. Jean-Luc was altijd al tout terrain, wij hadden een uitstekende relatie. Herman Van Rompuy is zeer katholiek − in de Franstalige media beelden ze hem in cartoons af als priester − maar gaf blijk van een uitzonderlijke verdraagzaamheid. In de katholieke wereld zijn er dus ook intelligente mensen die de religieuze dictaten kunnen overstijgen.”

De Sutter: “Ik denk dat je daar een verschil hebt gemaakt door je persoonlijkheid. Het zijn natuurlijk de echte fundamentalisten die alle rechten op één hoop gooien. Cd&v doet dat niet.”

Worden jullie nog met veel homo- en transfobie geconfronteerd in jullie dagelijkse leven?

Di Rupo: “Ze mogen me bekritiseren tot het einde van mijn leven, je m’en fous. Petra heeft veel meer geleden dan ik. Buiten het drama van 1996 heb ik nooit echt moeilijkheden gekend. Ik ben er ook veerkrachtig door geworden. Maar voor je er sterker van wordt, moet je wel door die crisis.”

De Sutter: “Ik weet niet of ik meer geleden heb dan Elio. Ik weet wel dat wij het gevecht met onszelf gewonnen hebben. Er zijn veel mensen die de strijd verliezen en zelfmoord plegen. De suïcidecijfers bij transpersonen liggen schrikbarend hoog. Ik heb een hele donkere periode gekend in mijn leven, maar ik heb het overleefd. Maar nogmaals: ik ben geprivilegieerd, waardoor ik het makkelijker had.

“Dagelijks krijg ik wel nog aanvallen van trollen op Twitter te verduren. In het begin werd ik daar ziek van. Zij schelden me uit, zij noemen me consequent ‘mijnheer’. Als ik dat zie: block block block. Het gaat duidelijk om georganiseerde groepen. Of het uit de achterkamertjes van Vlaams Belang komt, durf ik niet te zeggen, maar hun aanvallen worden zeker door hen gecapteerd en versterkt.

“Toen ik een Europees rapport maakte over het draagmoederschap, kreeg ik het het hardst te verduren. Elke twintig seconden was er een haattweet van ‘La Manif pour tous’ (politieke organisatie die betogingen organiseert tegen het homohuwelijk en adoptie door koppels van hetzelfde geslacht, red.). Ik stelde me toen zelfs de vraag: waar ben ik hier mee bezig? Waarom doe ik dit eigenlijk?

“Het heeft me tijd gekost, maar uiteindelijk heb ik begrepen dat de persoon die je aanvalt, niet jou persoonlijk wil raken. Ga een koffie drinken met je meest vijandige trol en die kan je beste vriend worden.”

Dat klinkt moedig, maar ook naïef.

De Sutter: “Ja, maar ik ben trots op die naïviteit. Want ze is minder naïef dan je zou denken. Af en toe heb ik al boze twitteraars uitgenodigd voor een gesprek. Het is zeer interessant om te horen waar hun trans- en homofobie of racisme vandaan komen. Wanneer ze hun persoonlijk verhaal vertellen, kun je hen beter begrijpen.”

Petra De Sutter: 'Ik weet niet of ik meer geleden heb dan Elio. Ik weet wel dat wij het gevecht met onszelf gewonnen hebben. Er zijn veel mensen die de strijd verliezen en zelfmoord plegen.'Beeld Damon De Backer

Trekken jullie volgend jaar weer samen naar de Brussels Pride?

De Sutter: “Graag. Laten we daar een gewoonte van maken, Elio. De Antwerp Pride zal niet lukken: Claire en ik zijn dan met vakantie in Frankrijk. Elio en ik gaan nog niet samen op vakantie.” (lachen simultaan)

Di Rupo: “Ik ben dan in Italië. De manifestanten op die Prides vragen niet veel: ze willen gewoon gelukkig zijn en zich amuseren. Zonder dreigementen, zonder aanvallen of zelfs moorden omwille van hun persoonlijkheid.”

De Sutter: “Absoluut. Ze willen overal zichzelf zijn en niet alleen in verborgen hoekjes. Geef hen eens ongelijk.”

Zoals Jenna Boeve, die in lingerie naar de Pride kwam?

De Sutter: “Et alors? Als het daar al niet mag. De Pride is toch dé plek bij uitstek van de vrijheid! Zij gaat niet zo op straat lopen...”

Di Rupo: “Ik ga naar de fitness en de vrouwen hebben daar ook een kleine bikini en een short aan. Soms waan ik me daar aan zee. Maar waarom niet? Wat is daar mis mee?”

Als het nog maar eens scheef zit in Vivaldi, bellen jullie elkaar dan om het op te lossen?

De Sutter: “Wij bellen elkaar weleens, ja. Maar of ik mijn PS-collega’s in de regering probeer te beïnvloeden via Elio? Dat blijft tussen ons. (lacht) En wij bellen ook met andere mensen.”

Di Rupo: “Ik zal haar eerder bellen over federale zaken, dan omgekeerd.”

Welk advies zou u premier De Croo geven, mijnheer Di Rupo? Uw regering ging er na moeilijke onderhandelingen op vooruit bij de verkiezingen. Deze Vivaldi-regering sukkelt van de ene in de andere crisis.

Di Rupo: “Goede raad voor Alexander? Goed geprobeerd, maar ik voel me niet geroepen om schoonmoeder te spelen. (wijst naar zichzelf) Ziet u in mij een schoonmoeder, misschien? Ik lees met veel aandacht de kranten, ik blijf op de hoogte, maar ik ben geen partijvoorzitter meer. Ik heb meer dan genoeg werk in Wallonië.”

Er is een hardnekkig gerucht dat de PS volgende lente de regering wil laten vallen als de loononderhandelingen mislukken.

Di Rupo: “Mag ik u een goede raad geven? Doe zoals ik: luister niet naar geruchten. De pers leeft daar misschien van, maar wij hoeven daar niet op in te gaan. Ik wil in mijn rol blijven van minister-president. Genoeg nu over de federale politiek. D’accord?”

Bijna een jaar geleden waren er de overstromingen in Wallonië. Uw kiezers zijn woest dat er zo weinig gebeurt.

Di Rupo: “Dat begrijp ik. Mochten we de handen vrij hebben, zouden we sneller kunnen gaan. Maar zo zit het niet in elkaar. We hebben wel al 3 miljard euro uitgegeven. Je wordt gek van alle organen die geconsulteerd moeten worden om de heropbouw op te starten, zoals de Raad van State en noem maar op. Bij elke opmerking die zij maken, moet je daar rekening mee houden. Al die administratieve rompslomp ook, al die controles waaraan je moet voldoen. 

“We zijn een beetje het slachtoffer van de wereld die we zelf mee gecreëerd hebben. De democratie zou er echt veel bij winnen als we die administratie zouden vereenvoudigen. Er zijn gewoon te veel hordes die je moet nemen. En ik kan de wet niet met een vingerknip veranderen.”

De Sutter: “We hebben al meer geld aan de Raad van State gegeven en proberen er alles aan te doen om de administratie eenvoudiger en dus sneller te laten draaien.”

Di Rupo: “Bon, allons-y? Wie betaalt de drankjes?”

De Sutter: (knipoogt) “De federale regering betaalt deze rekening wel.”