Direct naar artikelinhoud
AnalyseHongarije

Bitter conflict tussen Hongarije en EU: ‘Het uitblijven van de EU-fondsen is nu het belangrijkste probleem’

Winkelende mensen in de grote markthal in Boedapest, 8 juli 2022.Beeld Akos Stiller

De economie van Hongarije verkeert in zwaar weer. De forint daalt in waarde en inflatie tergt de Hongaren. Het uitblijven van EU-fondsen, vanwege zorgen over de rechtsstaat en corruptie, jaagt de economische onrust aan. Hongarije heeft concessies aangekondigd.

Zsolt Bella ziet elke dag de prijzen stijgen. “Soms met wel 80 of 100 forint”, vertelt de 52-jarige inwoner van Boedapest, die bij de gemeentelijke reinigingsdienst van de stad werkt. Dat is 20 à 25 eurocent erbij. Hoeveel hij precies verdient, mag hij niet vertellen. Zonder extra’s zit hij tegen het minimumloon aan: 200 duizend forint (500 euro) per maand. “Ik koop bijna nog alleen maar huismerken.” Bella is niet de enige. Onlangs merkte de directeur van supermarktketen Spar in Hongarije in een interview op dat steeds meer mensen dit doen, een teken dat andere producten langzaamaan onbetaalbaar worden. Bella: “De inflatie voelt niet als 10 procent, zoals de regering zegt, maar als 30 procent.”

Behalve stijgende inflatie kampt Hongarije met een devaluerende munt. Vooral afgelopen week ging de Hongaarse forint hard achteruit. De munt daalde zo snel in waarde ten opzichte van de euro en dollar, dat financiële nieuwssite Portfolio een liveblog begon. Begin vorige week stond de koers nog op 400 forint tegen de euro, op woensdag schoot dit uit naar 416. Voor de Russische invasie van Oekraïne was dit 360. Niet eerder was de forint zo weinig waard. Dit maakt het volgens Portfolio een van de zwakste valuta’s ter wereld. Afgelopen jaar maakten enkel de Turkse lira en de Argentijnse peso een grotere val.

Bella’s boodschappenmandje en de plotselinge koersdaling zijn tekenen aan de wand van de economische onrust die in Hongarije heerst. Niet enkel in Hongarije trouwens. De inflatie is overal hoog, de verreikende gevolgen van de oorlog in Oekraïne leiden tot onstuimige markten en een vijandig economisch klimaat. “Voor opkomende economieën als Hongarije is dat nadelig”, zegt Péter Elek, chief investment officer bij het Hongaarse investeringsfonds Dialóg. “De markt is risicovoller geworden, investeerders verkopen meer, waaronder valuta.” Toch doen bijvoorbeeld de naburige Tsjechische kroon en Poolse zloty het niet zo slecht. “Investeerders verliezen hun vertrouwen in het economisch beleid van Hongarije”, zegt Elek.

Conflict met de EU

Die vertrouwenscrisis wordt gevoed door onzekerheid. Daarin heeft Hongarije wel een uniek probleem: een bitter conflict met de EU over geld. “Het uitblijven van de EU-fondsen is nu het belangrijkste probleem”, zegt Dániel Móricz, partner bij vermogensbeheermaatschappij Hold in Boedapest. “En dat is geen economisch maar een politiek vraagstuk.” Brussel houdt de hand stevig op de knip. Zowel het coronaherstelfonds als geld uit de meerjarenbegroting van de EU zijn momenteel bevroren vanwege het geschil over de rechtsstaat en zorgen over wijdverbreide corruptie. Hongarije is altijd groot netto-ontvanger geweest van geld uit de EU. Komende jaren is dat niet anders. In het conflict zat afgelopen maanden weinig beweging.

Nu lijkt Hongarije door de toenemende economische noodzaak als eerste te zwichten. Woensdag zat de regering tien uur bij elkaar voor een crisisberaad. In een persconferentie de volgende dag zei kabinetschef Gergely Gulyás dat de Hongaarse regering op vier punten concessies zal doen in de discussie over het coronaherstelfonds. Gulyás bagatelliseerde de invloed van het EU-conflict op de daling van de forint. Die zou uitsluitend door de oorlog, hoge energieprijzen en Europese sancties komen. “Een akkoord met de EU zorgt niet voor wonderen.” Toch stabiliseerde de noodlijdende munt al enkele minuten na Gulyás’ uitspraken. De regering wil dit najaar een deal rond hebben. Er is haast bij. Als dit niet voor het einde van 2022 lukt, kan Hongarije naar het herstelfonds fluiten. Het gaat om 15,5 miljard euro, waarvan Boedapest 5,8 miljard niet hoeft terug te betalen. De rest bestaat uit goedkope leningen.

Dat geld komt goed van pas, want er zit een behoorlijk gat in de Hongaarse begroting door het regeringsbeleid. Hongarije heeft een dubbel tekort: de staatsschuld bedraagt 77 procent, het tekort op de lopende rekening bereikt naar verwachting tussen de 5,6 en 6,6 procent van het bruto binnenlands product dit jaar. Om de pijn van inflatie te verzachten, introduceerde de regering prijsplafonds voor bepaalde voedselproducten en benzine. Energiekosten voor huishoudens zijn onderworpen aan prijsregulering. Dit doet de regering al jaren, maar door de stijgende prijzen wordt dit een almaar grotere belasting op de staatsbegroting. En in de periode voor de verkiezingen in april heeft de regering bakken met geld in de economie gepompt om kiezers te behagen. 

Lekke band

Orbán won de verkiezingen met een overweldigende meerderheid. Het prijskaartje was ongeveer 5 miljard euro, in de vorm van belastingkortingen, hogere lonen en een extra maand pensioen voor ouderen. Het stimuleerde de economie met maar liefst 15 procent van het bruto binnenlands product. De economie draaide op volle toeren. Een typische eigenschap van de Hongaarse economie, volgens Móricz. Het land heeft goede jaren achter de rug, mede dankzij geld van de EU. “Hongarije heeft altijd een boom-bust-economie gehad, wat de regering afgelopen vijf jaar een ‘hogedrukeconomie’ noemde: lage rentes, hoge investeringen.” Zonder extra fondsen uit de EU is het net een fietsband die tijdens het rijden leegloopt.

Viktor Orban (Fidesz), premier van Hongarije.Beeld AFP

Het is de vraag of de beloofde concessies voldoende zijn om de relatie met Brussel te lijmen. Hongarije en de rest van de EU raken sinds de oorlog nog verder van elkaar verwijderd, ziet politiek analist Gábor Györi van de Hongaarse denktank Policy Solutions. “Voor de EU is Hongarije een belemmering voor het buitenlandbeleid geworden, vanwege de houding tegenover Rusland.” Dat maakt het nog moeilijker dan normaal om een compromis te vinden. Orbáns dwarsliggerij bij het laatste sanctiepakket heeft veel kwaad bloed gezet. De rechtsstaatsdiscussie zit muurvast. Toen de Hongaarse justitieminister Judit Varga in Brussel was, ontkende ze dat Hongarije een probleem met de rechtsstaat heeft: anders hadden drie miljoen Hongaren niet op Orbáns partij Fidesz gestemd.

In afwezigheid van het EU-geld zit Orbán, die in principe per decreet regeert, niet stil. Op allerlei manieren probeert hij de gaten in de begroting te dichten. Daarbij wil hij de bevolking niet te veel hinderen. Althans, alleen de Hongaren zelf dan, blijkt uit de prijsstop op benzine. Nadat de prijs voor een liter benzine dit najaar werd vastgezet op 480 forint (nu 1,18 euro), doken massaal veel Kroatische en Slowaakse auto’s op bij de Hongaarse pomp. Een nieuwe wet bepaalt dat alleen autorijders met een Hongaars kenteken tegen het gereduceerde tarief mogen tanken. Buitenlanders betalen de werkelijke prijs: bijna het dubbele. De EU onderzoekt of dit wel mag.

Vrienden uit de wind

Verder introduceerde de regering extra winstbelasting voor tal van sectoren, waaronder banken, grote supermarkten en de luchtvaart. Niet bepaald geruststellend voor reeds terughoudende investeerders, zeggen deskundigen. Het moet dit jaar 800 tot 900 miljard forint opleveren, iets meer dan 2 miljard euro. De Hongaarse regering presenteert dit als een maatregel om de consument te beschermen en winsten af te romen bij grote bedrijven die zouden profiteren van de stijgende prijzen. De Hongaarse oppositie merkte overigens op dat veel bedrijven van oligarchen uit Orbáns nabije kring worden ontzien.

De wet leidde tot een ongewone ruzie tussen Ryanair en de Hongaarse regering, waarbij elk decorum overboord ging. Een woedende Ryanair-baas Michael O’Leary voelde zich gepakt en bood aan het boek Economie voor dummies op te sturen naar Boedapest. Kabinetschef Gulyás zei op televisie dat O’Leary in zijn jeugd te veel tijd drinkend in Ierse pubs heeft doorgebracht. Tussen het moddergooien door rekende Ryanair de extra belasting vrolijk door aan zijn passagiers. Andere bedrijven zullen dit ook doen, zeggen analisten, waardoor de belastingwet inflatie omhoogstuwt. De inflatie voor juni wordt geraamd op 11,5 procent, relatief laag voor de regio. Maar prijsplafonds vertekenen het beeld door de inflatie te drukken.

Ondanks de sussende woorden over concessies voor het coronaherstelfonds hangt het conflict met de EU als een donkere wolk voor de zon. De Europese Commissie moet nog reageren. En het werkelijke zwaard van Damocles bungelt nog steeds boven Orbáns hoofd. In april zette de Europese Commissie het zogenoemde rechtsstaatsmechanisme in werking. Hiermee kunnen fondsen uit de meerjarenbegroting van de EU worden bevroren als het gevaar bestaat dat deze niet deugdelijk worden besteed, bijvoorbeeld door corruptie. Het gaat om een beloofde 22 miljard euro die de Hongaarse regering dit najaar hoopt te verzilveren.

Systemische corruptie 

Uitgerekend deze week verscheen een studie in opdracht van de fractie van de Groenen in het Europees Parlement, waarin drie hoogleraren en rechtsstaatsdeskundigen uitleggen dat het uitkeren van deze fondsen een slecht idee is. Hun conclusie is dat de tekortkomingen van de rechtsstaat en corruptie in Hongarije dermate systemisch zijn, dat de Europese Commissie 100 procent van de tegoeden moet bevriezen totdat de regering in Boedapest hervormt. Ze illustreren dit met een analogie van drinkwater dat door loden pijpleidingen loopt: al het water is vergiftigd totdat alle loden pijpen zijn vervangen.

Een wisselkantoor in Boedapest.Beeld Akos Stiller

Volgens politiek analist Györi is het voor Orbán onmogelijk om dit te doen zonder het politieke en economische systeem te ontmantelen dat hij al die jaren heeft opgebouwd. De kans dat hij hiertoe bereid is, acht Györi klein. Dat is zichtbaar in de berichtgeving van de regeringsgezinde media, goed voor circa 85 procent van het medialandschap. “De Hongaren worden voorbereid op een crisis, op een tijd van economische ontberingen. Het is duidelijk wie daarvan de schuld gaat krijgen: de EU.” Of de Hongaren dat zullen geloven? “Er is geen enkele regering in de EU die zoveel invloed heeft op de publieke opinie als de Hongaarse.”

Het is de vraag of ze genoeg invloed heeft op de portemonnee van de Hongaren. ‘Iedereen klaagt over inflatie”, zegt de 34-jarige Júlia Nagy, manager van een klein supermarktje in het veertiende district van Boedapest. “Niet alleen bij mij in de winkel, maar overal waar ik kom.” Ze bestelt twee à drie keer per week nieuwe producten. “En elke keer zijn de prijzen hoger. Als je iets niet kunt betalen, bestel het dan niet, krijg ik te horen.” Op sommige dingen kun je besparen, zoals kleding, zegt Nagy. “Maar je kunt niet besparen op eten. Hardwerkende Hongaren zoals wij trekken altijd aan het kortste eind.”