Minister van Binnenlandse Zaken Verlinden (rechts) bezoekt samen met premier De Croo (midden) het zwaar getroffen Pepinster op 17 juli 2021.

Minister Verlinden een jaar na de overstromingen: "Middelen en mensen ingezet om beter voorbereid te zijn"

Een jaar na de grote overstromingen in Wallonië zijn stappen gezet voor een betere hulpverlening bij mogelijke toekomstige rampen. Dat zegt minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). Er kwam toen veel kritiek op het crisisbeheer door de federale overheid, maar er zijn intussen vorderingen gemaakt. Ook wordt onderzocht of de hervorming van de Civiele Bescherming niet moet worden bijgestuurd.

Juli 2021 staat in het collectieve geheugen gegrift. Aanhoudende zware regenval mondde uit in een van de grootste natuurrampen die ons land ooit gekend heeft. In Limburg en vooral in Wallonië was de ravage enorm. 48.000 gebouwen raakten beschadigd of werden helemaal vernietigd, naast wegen, bruggen en infrastructuur voor openbaar vervoer. Een jaar later is de schade op meerdere plaatsen nog altijd pijnlijk zichtbaar.

Het is een gigantische opdracht om alles te herstellen en dat vraagt veel tijd, zegt minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V). De federale regering kreeg veel kritiek op het crisisbeheer, maar we hebben alles gedaan wat we konden.

"De federale overheid is verantwoordelijk voor acuut crisisbeheer, we zijn maar een stukje in de hele risicocyclus die doorlopen moet worden. Er is een evaluatie gebeurd, wij hebben gedaan wat we konden om zo snel mogelijk gecoördineerde hulp bij de mensen te krijgen", zegt Verlinden.

"We hebben geen fouten gemaakt, maar we hebben wel geleerd uit de omstandigheden", klinkt het in "De ochtend" op Radio 1.

We hebben als federale overheid wel lessen getrokken uit die crisis en iets gedaan, zegt de minister. "We hebben bijvoorbeeld verder ingezet op BE-Alert, het waarschuwingssysteem waarmee burgers op de hoogte gebracht worden van een crisis. Je kan mensen nu op een andere manier bereiken. We hebben ervoor gezorgd dat de noodcentrales beter kunnen functioneren. Zij werken op een bovenprovinciale manier samen in geval van nood, zij kunnen dus samen meer oproepen verwerken. We hebben bijkomende dotaties gegeven aan de brandweer", somt Verlinden op.

"Op enkele schakels in de keten hebben we dus bijkomende investeringen en mensen ingezet, zodat we daar beter voorbereid zijn. Al blijft gelden dat de risicoketen in zijn geheel optimaal moet functioneren. Daarom roep ik alle bestuursniveaus, ook de lokale, op om noodinterventieplannen te maken en te oefenen."

"Meer kazernes bij de Civiele Bescherming? Mij lijkt dat logisch"

Een van de schakels in de keten is de Civiele Bescherming. Het noodweer van een jaar geleden maakte pijnlijk duidelijk dat de middelen daar te beperkt zijn. Iets wat door minister Verlinden zelf kort na de ramp ook al aangekaart werd. De Civiele Bescherming werd een aantal jaren geleden hervormd, het aantal kazernes werd teruggebracht van 6 naar 2 en het takenpakket werd aangepast.

Medewerkers van de Civiele Bescherming evacueren inwoners van Theux, in de provincie Luik, op 14 juli 2021.
Valentin Bianchi / Hans Lucas

"Kort na de hervorming in 2019 kwam al de vraag om die te herzien", zegt Verlinden. "Er is een onderzoek lopende (waarvan de resultaten eind augustus verwacht worden, red). Moeten er meer kazernes bij komen om sneller ter plaatse te kunnen zijn bij een ramp? Mij lijkt dat logisch. Maar we moeten eerst evalueren wat er bestaat."

In afwachting heeft Verlinden bijkomende middelen geïnvesteerd in de Civiele Bescherming en wordt er ook extra gerekruteerd. "We hebben de stappen gezet die we kunnen zetten binnen het huidige werkingskader, in afwachting van de conclusies van het onderzoek."

Meest gelezen