Direct naar artikelinhoud
kopje voor online en editie Bart Eeckhout
De gedachteBart Eeckhout

Als PS en MR nu politiek wantrouwen zaaien, moeten ze niet verbaasd zijn als ze straks een geblokkeerd land oogsten

Bart Eeckhout is hoofdcommentator van De Morgen.

“Wij kunnen federaal op dit ogenblik bijna geen enkele ernstige hervorming meer doen.” De op video vastgelegde kleurrijke hartenkreet van oud-minister Koen Geens (cd&v) op een debat van de nationalistische ondernemersorganisatie Pro Flandria baart opzien. Geens maakt als cd&v-Kamerlid deel uit van de meerderheid, maar op geen enkel moment in zijn tussenkomst voelt hij zich geroepen het regeringsbeleid te verdedigen. 

Voor een Vlaamsgezind en eensgezind publiek mogen Vlaamse politici er graag een schep bovenop doen, maar de woorden van Geens sluiten naadloos aan bij een breder gevoel van onrust en moedeloosheid over de federale gang van zaken. Geens’ harde omschrijving van Wallonië (“Een socialistische linkse enclave, waar men absoluut niet mee is met de moderne tijd”) is bijvoorbeeld een bijna letterlijke echo van wat een wanhopige vicepremier Frank Vandenbroucke (Vooruit) de ministers van zijn zusterpartij PS voor de voeten wierp bij een recente, zoveelste vergadering over de pensioenhervorming: “Jullie lijken wel een socialistische partij uit de jaren zeventig.”

Het uitblijven van een deftige pensioendeal en het naderen van de deadline van het zomerreces verklaart een deel van de oplopende frustratie en nervositeit. De Belgische traditie wil dat een lastig compromis pas afgerond raakt nadat eerst een crisismoment de lucht heeft geklaard. Toch lijkt er meer aan de hand. Dat bredere perspectief werd geschetst in een open brief van 22 economen uit het noorden en zuiden van het land in De Tijd. De economen waarschuwen voor financiële rampspoed als de federale regering de begroting niet dringend op orde brengt en essentiële hervormingen in arbeidsmarkt en pensioenstelsel doorvoert. Deze boodschap klinkt op zichzelf niet zo spitsvondig, maar het feit dat ze eensluidend wordt verspreid door experts uit alle ideologische en regionale windrichtingen maakt ze niettemin erg relevant. 

Het gevoel van malaise wordt dus breed gedeeld. Tot urgentie inspireert dat de federale regering vooralsnog niet. Deze analyse behoeft wat meer precisie. Zonder al te zeer op de communautaire trom te roffelen mag vastgesteld worden dat veel blokkering telkens weer aan Franstalige kant zit. PS en MR zijn elkaar waard bij die cynische afblokstrategie. Er mag geen rapport verschijnen over een toekomstige belastinghervorming of daar trekt MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez al ten strijde. Tegelijk moet de PS nog altijd bewijzen dat ze wel een pensioendeal wil die effectief bijdraagt aan het duurzaam maken van het bestaande stelsel. 

Het is niet helemaal duidelijk waar de Franstalige politieke leiders naartoe willen met hun vetopolitiek. Aan de zijlijn zitten VB en N-VA (en ook de PVDA) al te likkebaarden om de algehele mislukking van ‘Vivaldi’ vast te stellen. Hier wordt met institutioneel vuur gespeeld. Als PS en MR nu politiek wantrouwen en frustratie over ontbrekend beleid zaaien, moeten ze niet verbaasd zijn als ze straks een geblokkeerd land met nog sterkere nationalistische partijen oogsten.