Direct naar artikelinhoud
InterviewFamilieklap

‘Ik heb wel eens een aansteker en een raar plantje gevonden in zijn kamer’: Paula, de moeder van Raoul Hedebouw

Raoul Hedebouw en moederBeeld Franky Verdickt

De oudste is een gepensioneerd vakbondsafgevaardigde, de jongste Kamerlid en voorzitter van de PVDA. Paula Hertogen (73) en Raoul Hedebouw (44), moeder en zoon.

PAULA

“Officieel heet mijn zoon Raoul, maar omdat wij thuis Nederlands spreken, noemen wij hem altijd Roele of Roeleke. Nu heeft hij een grote mond, maar hij was een doordeweeks klein jongetje. Met het ouder worden nam zijn zelfverzekerdheid toe.

“Hij zat altijd bij de kop van de klas. De eerste, tweede en derde van de klas waren trouwens allemaal jongens met Vlaamse moeders. Hij wilde niet per se de eerste zijn − hij was geen strever, hij speelde liever op straat.

“Wij wonen in een arbeiderswijk in Herstal, wat altijd mijn objectief was voor mijn kinderen. Ik wilde hen in een wijk laten opgroeien waar de buurtkinderen binnen en buiten konden lopen.

“In 1976 zijn we hier komen wonen. Om twee redenen: mijn man zat bij de PVDA en de partij wilde een Waalse afdeling opstarten, én ik wilde dichter bij mijn familie in Tongeren en Hasselt zijn. Daarvoor woonden mijn man en ik in Brussel.

“Wij hebben onze kinderen bewust heel open en sociaal voelend opgevoed. Zeker niet sectair. Mijn man en ik komen ook allebei uit grote en geëngageerde gezinnen. Mijn vader was actief bij het ACW (Algemeen Christelijk Werknemersverbond, nu bekend als Beweging.net, red.) in de tijd van Jozef Cardijn (populaire kardinaal en stichter van de Katholieke Arbeiders Jeugd (KAJ), red.). De vader van mijn man zat bij de KWB (Kristelijke Werknemers Beweging, red.).

“Mijn werk valt uiteen in twee helften: de eerste helft was ik ACV-afgevaardigde in een fabriek in Verviers, waar ik ben ontslagen. Zes weken lang heb ik toen in de winter van 1992 uit protest in een caravan voor de fabriekspoorten geleefd. Uiteindelijk heb ik gelijk gekregen; ze hebben mij niet opnieuw aangenomen, maar wel voor vijf jaar uitbetaald. Daarna vond ik werk bij Geneeskunde voor het Volk.

“Roele was ten tijde van het protest 15 jaar, zijn zusje Line 12. Hij komt vaak terug op die periode, hij is er erg door gepakt. Ik realiseerde me dat niet meteen, ik was te druk bezig met het verzet. Het was niet dat hij treurde omdat ik wekenlang niet thuis sliep. Mijn man en ik werkten allebei in ploegen, wij waren nooit een gezin van negen tot vijf.

“Roele kon vooral niet tegen de onrechtvaardigheid van mijn ontslag. ‘Mama doet zo veel voor de mensen’, zei hij, ‘en nu wordt ze afgedankt.’ Mijn zoon, dat manneke, is een vat vol emoties. Excuseer, ik zeg nog altijd ‘dat manneke’ terwijl hij al in de 40 is.

“Toen hij peter werd van het eerste kindje van mijn dochter, moest hij wenen. Hij had toen nog geen kinderen en was erg vereerd. Nu heeft hij zelf twee zonen. Hij kijkt ernaar alsof het twee wereldwonderen zijn. Roele werkt hard, de kinderen worden hier vaak gedropt. Ik moet hem dan altijd  fotootjes sturen. Ik stel me dan voor dat hij in het parlement stiekem naar die fotootjes kijkt. Dat emotionele, dat heeft hij van mij. Ik ben een grote bleitkont. Mijn man is kordater.

“Ik nam de kinderen al heel vroeg mee naar 11.11.11-acties. Dat deed hij heel graag, uitleggen waarom de buren die kaarsjes of kalenders moesten kopen. In het middelbaar is hij meer een leider geworden; ineens schoot hij ook op als onkruid en werd hij een lange, magere jongen. Met een paar vrienden leidde hij het protest tegen de onderwijshervormingen van Laurette Onkelinx (PS). Toen wist ik: hij gaat later verantwoordelijkheid opnemen in de maatschappij. Maar ik zag hem eerder in de vakbond dan in de partijpolitiek.

“Of hij rebelleerde? Neen, niet echt. Wij zijn van mei 68, wij hebben zelf veel gerebelleerd. Wij hebben een beetje het pad geëffend.

“Ik heb wel eens een aansteker en een raar plantje gevonden in zijn kamer. Mijn man weet dat zelfs niet. Nu kan ik daarmee lachen, toen niet. Ik vreesde meteen dat Roele de totaal verkeerde kant zou opgaan. Maar eerlijk? Ik heb geen lastige kinderen. Al kan dat natuurlijk ook aan mij liggen.”

‘Het ontslag van mijn mama choqueerde mij. Ik snapte niet hoe iemand die zoveel tijd in haar collega’s stak zo’n erge straf kon krijgen.’Beeld Franky Verdickt

RAOUL

“Ik heb altijd bewondering gehad voor het sociaal engagement van mijn moeder; ze was er niet vaak, maar ik ben nooit kwaad geweest om haar uithuizigheid.

“Haar voorbeeld geeft me nu de moed om zelf heel actief te zijn. Net als zij probeer ik kwaliteitstijd in te bouwen voor mijn twee zonen. Ik heb mooie herinneringen aan al onze uitstappen; zo gingen we één keer in de week zwemmen. Als jonge gast had ik niet door hoeveel gedoe dat is met kinderen. Nu wel. Amai.

“Mama was een pionier omdat ze zo bezig was met haar job. Ik heb van haar geleerd dat mannen hun deel in het huishouden moeten doen zodat hun vrouw zich kan ontplooien.

“En ja, zij en ik zijn een vat vol emoties. Of zoals ze in het Frans zeggen: la larme facile. Er was altijd plaats voor emoties in ons gezin. Het is beter dat het eruit komt dan dat het binnen blijft, dat hebben ze ons aangeleerd, en daar ben ik heel dankbaar om.

“Het ontslag van mijn mama choqueerde mij. Ik snapte niet hoe iemand die zoveel tijd in haar collega’s stak zo’n erge straf − haar ontslag − kon krijgen. Iedere avond gingen mijn papa, mijn zus en ik mama bezoeken in die caravan. Zij sliep er, wij niet. Het was ijskoud tijdens haar protest van 2 januari tot 14 februari.

“Dagelijks kwamen er délégués uit het hele land haar steunen. Dat was de mooie kant van haar protest. Onlangs sprak ik er nog over met Marc Leemans (huidig ACV-voorzitter, red.), die haar toen ook een hart onder de riem kwam steken.

“De kameraden van de fabriek van De Beukelaer brachten toen koekjes mee die niet naar de winkel konden, omdat er bijvoorbeeld te veel chocolade op zat. Die mochten Line en ik dan opeten, en dat vonden we geniaal. (weer bloedserieus) Zo’n maatschappij, besefte ik toen, dat kan niet. De rechten van de mens mogen niet stoppen aan de fabriekspoort.

“Mijn ouders lieten me erg vrij en gaven me veel vertrouwen. Zes avonden op zeven ging ik de straat op. In eerste kandidatuur biologie zag ik het nut van studeren wel nog niet in; mijn vader, staalarbeider bij Cockerill, heeft toen op me moeten inpraten. Uiteindelijk haalde ik 12 op 20. Ik zeg altijd: ik was toen met de grootste voldoening geslaagd. (lacht luid)

“Mijn mama is soms wel bezorgd, ze vreest dat ik mezelf ga opbranden. Ze waakt erover dat ik het evenwicht wat behoud tussen mijn leven met mijn vrouw en kinderen en mijn politiek engagement. En wat dat plantje op mijn kamer betreft: laten we zeggen dat ik niet alleen plat water dronk in mijn jeugd.” (bulderlach)

Gekke gewoontes

Raoul over Paula: “Elke ochtend staat mama supervroeg op, ergens tussen vijf en zes uur, zonder haar wekker te zetten. Waarom toch?”

Paula over Raoul: “Roele heeft altijd dorst. Komt hij hier binnen, dan pakt hij ons groot glas van een halve liter uit de kast, vult het met water en grenadine en drinkt het in een teug leeg.”