Direct naar artikelinhoud
InterviewPeter Piot en Heidi Larson

Peter Piot en Heidi Larson, wetenschappers en echtgenoten: ‘Of er nog een pandemie volgt? De bacteriën zullen het laatste woord hebben’

Peter Piot en Heidi Larson, wetenschappers en echtgenoten: ‘Of er nog een pandemie volgt? De bacteriën zullen het laatste woord hebben’
Beeld Bob Van Mol

‘Iedereen was te optimistisch over de vaccins.’ Peter Piot (75), virusbestrijder, en Heidi Larson (65), expert in vaccintwijfel, over de voorbije­ en komende pandemie, monkeypox en hun (huwelijks)leven als topwetenschappers. ‘Ook in Londen waren wij de uitzondering.’

Er zijn dus mensen, zoals bepaalde partijvoorzitters, die zich ongemakkelijk voelen op plekken waar de meesten van elders komen. En er zijn mensen zoals Peter Piot (73) en Heidi Larson (65), die dan juist opleven. De wereldvermaarde microbioloog, medeontdekker van het ebolavirus en spilfiguur in de strijd tegen aids, en de internationaal gelauwerde antropoloog zijn niet alleen verrukt om bij Instroom Academie te lunchen omdat ze fervente foodies zijn. Dat de hele wereld hier kookt en opdient, maakt hen ­duidelijk minstens even blij.

“Oh my. Welcome!”, zegt de Amerikaanse Larson wanneer een kok in opleiding vertelt dat hij van de Westelijke Jordaanoever in Palestina komt en naar Oekraïne was gevlucht. Iedere vluchteling die ons komt bedienen, krijgt van Larson en Piot onverdeelde aandacht en vragen over het thuisland. Met de Venezolaanse die wijn komt serveren schakelt Piot vlotjes over op Spaans. Wanneer wij ons afvragen wat pani puri zouden zijn, lost Larson het raadsel op en vertelt ze over haar tijd in Nepal en India waar ze deze “verrukkelijke streetfood” leerde kennen. “Heidi spreekt trouwens Hindi en Urdu”, vult haar man aan.

Bio

Peter Piot: geboren in 1949 in Leuven / studeerde geneeskunde, tropische geneeskunde en microbiologie / is medeontdekker van het ebolavirus / geldt wereldwijd als autoriteit op het gebied van hiv / was tussen 1995 en 2008 hoofd van UNAIDS, het aidsbestrijdingsprogramma van de VN / was tussen 2010 en 2021 directeur van de London School of Hygiene & Tropical Medicine / is corona-adviseur voor de Europese Commissie

Heidi Larson: geboren in 1957 in Massachusetts (VS) / professor antropologie aan de London School for Health and Tropical Medicine en ook verbonden aan de KU Leuven en de UAntwerpen / begon in 2000 te werken aan de communicatie rond vaccinatieprogramma’s voor Unicef / richtte in 2020 het Vaccine Confidence Project op / publiceerde het boek Stuck: How Vaccine Rumors Start – and Why They Don’t Go Away

Nadat hij lokale weetjes heeft uitgewisseld met een staflid uit Ghana, zegt Piot: “Wat een schitterende plek. Ik hou van diversiteit. Het is een rijkdom. Daarom hebben we graag in Londen gewoond. Ik vroeg op restaurant aan het personeel ook altijd waar ze vandaan kwamen.”

“Dat was dan nooit uit Groot-Brittannië”, zegt Larson lachend. “Ook in onze buurt waren wij de uitzondering, net zoals in Harlem toen we in New York woonden. Dat was ook zo’n wijk waar wij zelf niet de norm waren. Heerlijk.”

Het is door hun briljante carrières dat Piot en Larson wereldburgers werden. Keerbergen was voor de jonge Piot sowieso al snel veel te klein. Als jonge medewerker aan het Instituut voor Tropische Geneeskunde werd hij meteen de wijde wereld in gekatapulteerd. Met een internationaal team ontdekte hij in 1976 het virus dat een dode­lijke koortsziekte in Congo veroorzaakte. Ze gaven doopten het naar de nabijgelegen rivier: ebola. Piot was 27 en meteen gebeten door het terreinwerk en door Afrika.

Later toonde hij aan dat de verwoestende ‘slim’-ziekte in Afrika werd veroorzaakt door hetzelfde virus dat in de VS jonge homomannen velde en werd hij de eerste directeur van UNAIDS, het hiv-bestrijdingsprogramma van de VN. Sindsdien werkte hij wereldwijd met ministers en presidenten, van Nelson Mandela tot Fidel Castro en, tegenwoordig, met Europees Commissievoorzitter Ursula von der Leyen − Piot is haar corona-adviseur. “Maar ik ben niet snel onder de indruk van macht en ik heb geen respect voor iemand enkel omdat hij of zij een belangrijke status heeft”, zegt Piot over die contacten. “Ik wil vooral dat de dingen vooruitgaan.”

Ook aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine, waar hij tussen 2010 en 2021 directeur was, en als bezieler van het publiek-­private fonds voor vaccinontwikkeling CEPI, bleek de door de Queen geridderde Piot onvermoeibaar in zijn betrachtingen: meer inzicht in virusbestrijding en meer toegang tot vaccins, vooral in Afrika en Azië. “Ik heb daarbij eigenlijk meer interesse in mensen dan in het virus”, zegt hij. “Hoe krijg je iedereen mee? Hoe bestrijd je stigmatisering van gemarginaliseerde groepen die het meest getroffen zijn?”

Met die houding valt Piot op onder virusexperts. Maar hij is dan ook getrouwd met Larson, een wereldautoriteit in hoe wij omgaan met informatie over ziektes en vaccins. Als hoofd vaccincommunicatie bij Unicef stelde zij begin jaren 2000 vast hoe vaccinatieprogramma’s geregeld vastliepen door valse geruchten, zoals het verhaal in Noord-Nigeria dat het poliovaccin meisjes zou steriliseren. “Vaccins redden geen mensenlevens, vaccinaties doen dat”, zegt Larson, die Piot leerde kennen in de strijd tegen aids. “Dus moeten we begrijpen waarom sommigen geen vaccins willen.”

Daarom richtte de antropoloog in 2009 aan de London School of Hygiene and Tropical Medicine het Vaccine Confidence Project op, dat die vraag intensief onderzoekt.

‘Of er nog een pandemie volgt? ‘De microben zullen het laatste woord hebben’. Dat zei Louis Pasteur al aan zijn studenten.'Beeld Bob Van Mol

Sinds bijna een jaar wonen jullie in België. Is dat niet te klein voor globetrotters?

Piot: (lacht) “Nee, België is geweldig. Ik word er verliefd op. Heidi mocht kiezen waar we zouden gaan wonen. Het werd Brussel. We zijn erg blij met die keuze. Brussel is super en even inter­nationaal als Londen.”

Larson: “De Europese poot van het Vaccine Confidence Project had ik na de brexit al naar Antwerpen overgeheveld, want Londen is geen wereldcentrum voor onderzoek meer en wij krijgen Europese fondsen. Maar wij werken ook veel voor de EU, ik spreek Frans maar geen Nederlands en we wonen graag nabij de luchthaven omdat we nog veel reizen. Ook daarom blijkt Brussel ideaal.”

De brexit lag op jullie maag?

(in koor) “Absoluut.”

Piot: “De sfeer is erg veranderd. Nationalisme en populisme namen de overhand. Wij houden niet van die ‘We are so great’-houding.”

De laatste keer dat we elkaar spraken, was u aan het herstellen van Covid-19, professor Piot. Hoe gaat het nu?

Piot: “Zoals je ziet ben ik veel beter, maar mijn herstel heeft acht maanden geduurd. Ik ben nog altijd bang van dit virus, want ik was er zeer slecht aan toe en belandde in het ziekenhuis. Ik ben soms nog vermoeid, maar ik kan weer alles doen, zelfs gaan lopen. Dat is een enorme opluchting. Het was angstaanjagend en mijn op­name was traumatisch. Ik lag met drie anderen op een kleine kamer en kreeg nauwelijks een arts te zien. Als je dat vergelijkt met de Belgische gezondheidszorg, weet ik wel waar ik wil wonen. Onze zorg is bij de allerbeste ter wereld. We ­zouden dat wat meer mogen appreciëren.”

Uw getuigenis over uw ziekte in de nationale en internationale pers was opvallend. De virus­bestrijder was na al die jaren geveld door een virus en vreesde voor zijn leven.

Piot: “Ik kom niet graag met privézaken in de media. Maar ik was te ontzet over de communicatie rond Covid-19. Je zag de hele tijd cijfers en grafieken, maar je las geen verhalen van zieke mensen. Het idee leefde dat dit virus je ofwel fataal wordt, ofwel griep geeft. Maar daar zit heel veel tussen. Dat kregen we niet te zien. Knack-­journalist Dirk Draulans wees daar ook op en dat overtuigde me om toch een persoonlijk interview aan hem te geven. De Europa-correspondent van Science woont in Amsterdam, las dat artikel en maakte een Engelstalige doorslag. Dat ging viraal. Meer dan drie miljoen mensen lazen het. Missie geslaagd.”

Larson: “Dat is een erfenis uit je tijd in de aidsbestrijding.”

Piot: “Inderdaad. Toen heb ik geleerd dat getuigenissen essentieel zijn, dat je altijd ook de mens moet tonen en niet alleen dat virus.”

Is er in het coronabeleid te weinig aandacht geweest voor niet-virologische aspecten?

Piot: “Er is te weinig rekening gehouden met ­sociale implicaties van maatregelen. Daar kan ­Heidi alles over vertellen. Maar critici die stellen dat het beleid alleen virologie was vergeten dat er enorm veel geld is uitgegeven om de jobs van mensen te beschermen.”

Hoe ziet u de pandemie evolueren?

Piot: “Ik vind het lastig te voorspellen, want ik heb dit virus onderschat. De hypothese is dat de volgende dominante variant een afstammeling van omikron zal zijn. Als je dan vaccins hebt die gebaseerd zijn op omikron, kun je weerstand bieden. Maar omikron stamt niet direct af van de vorige dominante variant delta. Er kan dus ook een onverwachte variant van opzij opduiken die veel verschilt van de vorige.”

Wat zeggen jullie tegen mensen die nu de vaccins bekritiseren omdat ze geprikt zijn maar ziek worden?

Larson: (afgemeten) “Je leeft nog en je ligt niet in het ziekenhuis.”

Piot: “Wil je weten wat omikron doet zonder vaccinaties? Kijk dan naar Hongkong. Daar zijn maar weinig mensen gevaccineerd en dan nog met het minder effectieve Chinese vaccin, waardoor daar containers nodig zijn om het aantal doden te bergen. De vaccins zijn niet perfect. Ik was te optimistisch over in welke mate ze virusoverdracht tegenhouden. Maar ze voorkomen wel op een indrukwekkende manier zware ziekte en sterfte.”

Die bescherming neemt na verloop van tijd wel af.

Piot: “Ja, en dat wil zeggen dat we zeker boosters moeten inzetten. Maar die trage afname ligt niet aan de vaccins, maar aan het virus dat sneller muteert dan ik zelf ook had ingeschat. We ­moeten de vaccins dus vooral aanpassen aan ­nieuwe varianten.”

Larson: “Iedereen was te optimistisch over de vaccins door die eerste jubelende persberichten van producenten. Dat heeft onrealistische verwachtingen geschapen. Wetenschappers hadden dat duidelijker kunnen counteren. En ze hadden ook beter kunnen uitleggen hoe de mRNA-vaccins geen nieuwe technologie zijn. Dat had veel angsten in de kiem kunnen smoren.”

De communicatie door beleid en wetenschap was niet goed genoeg om iedereen mee te krijgen?

Larson: “In België is het verzet tegen vaccins niet zo groot, al kan een klein aantal proteststemmen veel impact hebben als ze luid en agressief zijn. Maar er is ook elders een grotere groep twijfelaars die bijvoorbeeld met tegenzin een vaccin namen omdat je zonder nergens nog naartoe kon. Hun vertrouwen in maatregelen en vaccins kan plots omslaan. De aanpak van ‘doe dit en dat omdat de wetenschap het zegt’ is sowieso geen goed idee en zeker niet tegenover die groep. Toch ging het zo. Wetenschappers moeten niet volledig uit beeld blijven, maar ze staan beter niet zo in de schijnwerpers, zij aan zij met politici. Waar waren de economen, de ministers van Onderwijs? Meer collectieve communicatie is echt beter voor het vertrouwen.”

Piot: “Volgens de recente Edelman Trust Baro­meter zijn wetenschappers nochtans de mensen die Europeanen het meest vertrouwen. Op nummer twee staan vreemd genoeg CEO’s van grote bedrijven.”

Larson: (droogjes) “Zulke CEO’s zijn nu eenmaal grote werkgevers. En je kunt toch niet ontkennen dat sommige wetenschappers al te zeer aan beleid deden of op de voorgrond zijn geduwd? Denk aan onze vriend Anthony Fauci (wetenschapsadviseur van de Amerikaanse overheid, red.).”

Piot: “Juist. Je kunt poppetjes van hem kopen, maar hij heeft ook al twee jaar bodyguards. Het is positief dat wetenschappelijk advies in de politiek nu veel meer aanvaard is. Al is het frustrerend dat het niet zo loopt voor de klimaatverandering. Maar je moet inderdaad je plaats kennen. Jij neemt niet de beslissingen, dat is aan de politiek, die met veel meer rekening moet houden dan met enkel virologie. Dat zie ik bij Ursula von der Leyen. Zij is arts maar ook econoom en ziet het volledige plaatje. Het is dan niet aan mij om te zeggen wat ze moet beslissen. Zo moeilijk is dat niet. Als je je echt niet kunt inhouden, ga dan in de politiek. Dat lijkt me trouwens vreselijk. Al die druk van ­lobby’s en de hele tijd onder de microscoop ­liggen, ik mag er niet aan denken.”

Larson: “Er is hoe dan ook te weinig gekeken naar de reële gevolgen van maatregelen. Neem de Britse regels over hoe scholen hun lunch moesten opdienen. ‘Zijn die mensen ooit al in een school geweest?’, reageerden leerkrachten. ‘Beseffen ze wat ze van ons vragen?’ Nee, dus. Ook gezinnen die met maar één laptop moesten telewerken voelden zich miskend.”

Piot: “Oké, maar het waren bureaucraten, geen wetenschappers, die de regels opstellen. Voor wetenschappers zelf zie ik twee uitdagingen. Wanneer de feiten veranderen, is het lastig communiceren. En soms zijn we gewoon mis. Mensen denken dan al snel: ze weten niet waar ze het over hebben.”

Larson: “Het is al een heel verschil als je zegt: ‘We zijn niet van gedacht veranderd, maar gisteren wisten we dit niet en nu wel.’”

Peter Piot: ‘Mijn covid-opname in londen was traumatisch. als je dat vergelijkt met de Belgische zorg, weet ik wel waar ik wil wonen.’Beeld Bob Van Mol

Discussiëren jullie veel over de pandemie?

Larson: (lacht) “We hebben geen formele afspraken, maar omdat we zo hard werken, sluiten we het werk automatisch af in onze privétijd. We vragen elkaar soms advies, maar we praten echt niet de hele tijd over virussen en vaccins. Er is meer in het leven en we delen andere interesses, zoals koken. Maar het is wel een voordeel dat we elkaars vak kennen en vanuit eenzelfde gedrevenheid werken. Daardoor is er meer wederzijds begrip voor vakanties en weekends die door crisissen aan flarden gaan.”

Hoe goed de twee op elkaar ingespeeld zijn blijkt ook in praktisch opzicht. Subtiel maar toch krachtdadig geeft Larson aan het einde van ons gesprek een paar keer aan dat we moeten afronden. “Ik moet dat wat in de gaten houden”, zegt ze wanneer Piot even naar het toilet is. “Want Peter heeft zoveel in zijn hoofd dat hij wil vertellen. Ik vraag me zelfs af of hij nu niet verloren loopt naar dat toilet want het is een eindje en hij wordt snel afgeleid door wat hij interessant vindt. Dat is echt die bezige geest. Soms wandel ik de keuken binnen waar hij staat te koken en begint hij iets te vertellen zonder context. Dan moet ik vragen: ‘Waar gaat dit over?’ Na al die jaren samen kan ik het soms wel raden, maar daar waag ik me toch liever niet aan.” (lacht)

Zijn jullie het altijd eens? Zorgverleners die coronavaccinatie weigeren, kunnen zich volgens u, professor Piot, schuldig maken aan doodslag, terwijl we in uw werk, professor Larson, lezen hoe cruciaal het is om empathisch om te gaan met vaccintwijfel.

Piot: “Wij zijn het zelden oneens. Net zoals ­Heidi, die haar standpunt in hoorzittingen in het Belgische federale parlement heeft toegelicht, ben ik niet voor verplichte coronavaccinatie voor de hele bevolking. Maar voor zorgverleners is ‘richt geen schade aan’ echt wel een deel van de zorgplicht.”

Larson: “Voor mij ligt de grens ook daar. En ik kan bevestigen dat wij het zelden oneens zijn.” (lacht)

Wat leert deze pandemie over vertrouwen in vaccins?

Larson: “Door het Vaccine Confidence Project wisten we al veel over hoe lokale geruchten vaak twijfel aanjagen. Geruchten hebben een negatief imago maar ze zijn collectieve probleemoplossing, een manier om grip te krijgen op de werkelijkheid. In deze pandemie zie je dat ook. Maar corona heeft het landschap veranderd. Voordien was er voornamelijk verzet van ouders tegen kindervaccins. Nu zocht ­iedereen informatie. Ook mensen die geen idee van hadden van vaccin—scepsis zijn zo blootgesteld aan desinformatie. Dat zorgt voor een ongeziene uitdaging. Zeker omdat vaccin­twijfel vaak niet over vaccins of gebrek aan kennis gaat, maar over emoties. Zo nemen mensen die de overheid al niet vertrouwden soms geen vaccin als politiek statement.”

Heeft u tips om antivaxers te overtuigen?

Larson: “Er is een heel kleine harde kern die zich fel verzet. Ik zou niet veel moeite doen om op hen in te praten, wel om hun discours in te dammen door er, onder andere op sociale media, niet op in te gaan. Je legt er best een schutkring rond.”

Piot: “Vergelijk het met de hardliners van het Vlaams Belang.”

Larson: “Inderdaad. Ik zou mij concentreren op de grotere groep twijfelaars. Probeer te begrijpen waar de angst of het verzet zit. Misschien is iemand oprecht bang van nieuwe ­vaccins of hebben ze eerdere nare ervaringen gehad met vaccins.”

Het Vaccine Confidence Project analyseert wereldwijd nieuwsberichten, sociale media en groepsconversaties. Wat leert u daaruit?

Larson: “Dat gesprekken die gaan over de vraag hoe je jezelf en anderen kunt beschermen vaak positief lopen. Wat ook opvalt, is dat mensen meer bereid zijn om een vaccin te nemen als het is om anderen beschermen dan als het is om enkel henzelf te beschermen. Maar zodra je schermt met ‘morele verantwoordelijkheid’ komen er boze reacties en stokt het gesprek.

“Je start een gesprek dus best niet met: ‘Neem die prik.’ Wel met: ‘Het waren lastige jaren. Hoe is het? Wat is voor jou het belangrijkst?’ In Afrika is malaria de grootste zorg, gevolgd door voldoende voorziening van voedsel en drinkbaar water. Pas daarna komt corona. Alleen als mensen horen dat je om hen en om hun zorgen geeft, kan je de basis leggen voor een vertrouwensrelatie. En vertrouwen is de voorwaarde om nog maar te kunnen beginnen spreken over vaccinatie.”

Maar we hebben toch een morele verantwoordelijkheid?

Larson: “Dat kun je zo stellen, maar als je wilt dat mensen zich laten prikken, verdiep je je beter in hun zorgen in plaats van hen te veroordelen als immorele wappie. Ook de media zetten te veel de spanning tussen extreme voorstanders en extreme tegenstanders in de verf, wat de polarisering vergroot. De reacties op mijn boek (‘Stuck. How Vaccine Rumors Start − and Why They Don’t Go Away’, red.) zijn veelzeggend. Ik krijg namelijk ook bedankingen van mensen die tegen vaccins zijn omdat ik hen niet aanval, veroordeel of beschuldig en omdat ik uitleg dat het voor velen om allerlei reden niet makkelijk is. Mensen geven pas om wat je ze wilt vertellen als ze voelen dat je hen respecteert. Maar in deze pandemie nemen velen een zeer veroordelende houding aan.”

“Wist u trouwens dat de nieuwe editie van Heidi’s boek gisteren in de VS is verschenen? Nu met een voorwoord over corona”, onderbreekt Piot. “Er is pas ook een vertaling in het Chinees, en ook de Franse en Japanse vertalingen komen eraan”, vervolgt hij terwijl hij Larson duidelijk trots schouderklopjes geeft. Larson: “Dat is toch wat onwerkelijk.” (lacht)

Peter Piot: ‘Wat omikron doet zonder vaccinaties? Kijk naar Hongkong. Daar zijn containers nodig om de doden te bergen’Beeld Bob Van Mol

Uw expertise staat nochtans wereldwijd buiten kijf. Hoe spelen jullie met het Vaccine Confidence Project in op haarden van vaccintwijfel?

Larson: “We zetten in op lokaal vertrouwen opbouwen. Veel van die gesprekken gaan in eerste instantie niet over vaccins. En werken met lokale luisteraars die artsen informeren wat er leeft en met micro-influencers. Mensen zoeken antwoorden in hun eigen vertrouwensnetwerk.”

Media brengen factchecks. Hoe zinvol is dat?

Larson: “Dat moet je blijven doen, want juiste informatie is essentieel. Verwacht alleen niet dat feiten mensen die twijfelen over de streep trekken.”

U adviseert ook Facebook. Zijn sociale media een oorzaak van de vele vaccinprotesten?

Larson: “Ze zijn deel van het probleem maar je kunt hen de schuld niet geven. Zij maken de inhoud niet. Ze versterken boodschappen wel door ze extreem snel en wijd te verspreiden. Dus dat zouden Facebook en co. moeten in­tomen. Maar dat druist dan weer in tegen hun businessmodel. Facebook heeft wel duizenden mensen aangenomen voor factchecks en monitoring, maar het probleem is zo immens dat zelfs dat niet volstaat. Bovendien drijven die initiatieven verspreiders van desinformatie naar privégroepen en afgesloten platformen. Dan is er nog minder tegen te doen.”

Hoe nefast is het voor het vertrouwen als je een gezondheidspas moet tonen om een koffie te gaan drinken?

Larson: “Die studies verschijnen nu en globaal zie je dat het werkt om meer vaccinaties te realiseren, maar dat je wel een prijs betaalt omdat het vertrouwen in de overheid wordt aangetast. Dat kan nefast zijn op langere termijn en bijvoorbeeld bij een volgende pandemie. Het is belangrijk dat overheden dat weten. In een noodsituatie is het dan misschien wel aanvaardbaar die prijs te betalen.”

Het is altijd lastig om te horen, ‘de volgende pandemie’.

Larson: “De microben zullen het laatste woord hebben, zo zei Louis Pasteur (Franse ‘vader van de vaccinologie’, red.) aan zijn studenten.”

Piot: “Er zijn naar schatting tienduizend virussen die van dier op mens kunnen overgaan en door de opwarming van de aarde en de vernieling van de biodiversiteit neemt dat risico nog toe. Er is nu wel meer vroegtijdige opsporing van potentieel riskante virussen, maar het blijft speuren naar een naald in een hooiberg. De focus ligt op centraal Afrika, de Amazone en Zuidoost-Azië.”

Larson: “Maar H1N1 (griepvirus dat in 2009 een pandemie veroorzaakte, red.) dook voor het eerst op in Mexico.”

Piot: “Toch is er nu veel minder reden tot fatalisme dan in de tijd van Pasteur. We hebben zoveel kennis en technologie en we hechten ook meer waarde aan een mensenleven en aan mensenrechten. We kunnen echt niet achteroverleunen en zeggen: ‘Laat ze maar komen, de virussen. Dat de natuur haar ding maar doet.’ Ik begrijp mensen die dwepen met ‘alles natuurlijk’ niet. Moeten we dan ook de antibiotica weggooien? Zonder vaccins was de helft van ons hier niet. De natuur is prachtig maar ook wreed. Dat hebben wij vaak gezien.”

Larson: “Wat ebola aanrichtte in Sierra ­Leone was bijvoorbeeld verschrikkelijk.”

Piot: “En hiv heeft al 40 miljoen levens geëist. Dat is een diabolisch virus. Het muteert enorm, valt de cellen aan die ons moeten beschermen en na jaren zoeken en miljarden investeren is er nog altijd geen vaccin.”

Larson: “Ik ben gefascineerd door al die mensen die denken dat natuurlijke middeltjes die het immuunsysteem zouden boosten hen beschermen tegen Covid-19.”

Piot: “Aan hen zou ik zeggen dat natuurlijke immuniteit goed is, maar dan de variant die geen mensen doodt. Daarom zijn er dus vaccins. Jammer genoeg zijn velen misleid door de handel in supplementen. Er is kritiek op big pharma, maar de business van de zogenaamde natuurlijke immuunboosters is ook gigantisch.”

Larson: “En dat blijkt een grote aanjager van het verzet tegen de coronavaccins.”

Heidi Larson: ‘Of er nog een pandemie volgt? ‘De microben zullen het laatste woord hebben’. Dat zei Louis Pasteur al aan zijn studenten.’Beeld Bob Van Mol

Professor Piot, hoe schat u momenteel de verspreiding van monkeypox in?

Piot: “We hebben zeker niet te maken met een ‘covid bis’ en in Europa is er nog niemand aan overleden. Maar tegelijkertijd moeten we dit zeer ernstig aanpakken om te vermijden dat monkeypox endemisch (permanent aanwezig, red.) worden in de brede homogemeenschap. Daarom moeten we met en in de homogemeenschappen werken met een zeer actieve preventie- en informatiecampagne, zeker rond festivals, Pride-events en elders waar seks couranter kan zijn. Daarnaast kan België nu ook een beroep doen op pokkenvaccins die de Europese Commissie heeft aangekocht.

U hamerde er al jaren op dat we niet voorbereid waren op een pandemie. Hoe staan we er nu voor?

Piot: “We zijn wakker geschud. De farma-industrie is alert, veel landen hebben nu structuren om dit soort uitslaande brand op te vangen. Al zie je dat sommige dat nu weer afbouwen. Dat is niet slim. Om beter voorbereid te zijn, heeft de EU nu gelukkig ook de Health Emergency Preparedness and Response Authority (HERA) opgericht. Gezondheid is een nationale kwestie, maar de pandemie toont hoe voordelig samenwerking is. Zonder collectieve vaccinaankoop hadden veel landen niet snel een vaccin gehad. We moeten op dat elan verder. Monkeypox zijn een eerste test. Via HERA is het nu meteen mogelijk om vaccins te kopen, of je nu in Bulgarije, Zweden of België bent.”

Heeft Europa het goed gedaan?

Piot: “Dat vind ik wel. Omdat gezondheid geen Europese competentie is, had Von der Leyen evengoed kunnen zeggen: ‘Het is onze verantwoordelijkheid niet.’ Maar ze nam het op zich.”

U staat bekend als een bezige bij. Uw advies voor Von der Leyen is niet uw enige werk nu?

Piot: (lacht) “Het is de laatste twee jaar een hoofdtaak, maar ik adviseer ook collega’s aan de Leuvense en Antwerpse universiteiten over hoe het virus evolueert en ben adviseur voor het Vlaams Instituut voor Biotechnologie. Dat is echt wereldtop. Afrika is ook een prioriteit. Het continent ligt me nauw aan het hart en daar zijn onvoldoende vaccins gezet, onder andere omdat India, de apotheek van de wereld, de vaccins die het produceert voor zichzelf inzet.”

Hadden de rijke landen Afrika niet veel meer kunnen steunen?

Piot: “Zeker. Zo hebben ze te veel vaccins, en een deel daarvan is nu verdorven. Dat hadden we beter kunnen organiseren. Maar momenteel willen velen in Afrika de vaccins ook niet. Daar moet aan gewerkt worden. En ik ben ervan overtuigd dat Afrika zelf vaccins moet produceren. Daar is sterke infrastructuur en knowhow voor nodig. In Dakar zijn ze die met mijn steun aan het opzetten aan het Institut Louis Pasteur. Dat maakt al gelekoortsvaccins. Eigen productie levert ook jobs op en kan de braindrain tegengaan. Ik heb van de EU één miljard euro kunnen verkrijgen voor die eerste stappen. Daar heb ik hard voor gewerkt. Je kunt als activist blijven roepen dat het een schandaal is, maar ik wil een oplossing realiseren. Het is veel werk, maar ik móét dit doen en het is uitstekende dementiepreventie. (lacht) Al werk ik ook graag in de tuin.”

Heidi Larson: ‘Ik krijg ook bedankingen van mensen die tegen vaccins zijn omdat ik hen niet aanval, veroordeel of beschuldig’Beeld Bob Van Mol

En dan moet het koppel weg. Larson geeft een les in de opleiding vaccinologie aan de Universiteit Antwerpen. “Vergeet de fles niet”, zegt Piot tegen zijn vrouw. “Als aandenken bewaren wij na etentjes het etiket van de wijnfles in een ouderwets plakboek”, vertelt hij. “Leuk en handig om herinneringen op te halen.” En dus propt Larson de fles bij haar laptop en vertrekt de vermaarde professor naar de universiteit met een tas waar de hals van een wijnfles uitsteekt.