Kopecky ontbolsterde volledig dit voorjaar met winst in de Strade Bianche en de Ronde van Vlaanderen, ook werd ze tweede in Parijs-Roubaix. Het vrouwenwielrennen zette de voorbije drie, vier jaar enorme stappen en nu is er voor het eerst een volwaardige Tour voor vrouwen nadat de laatste, kleinere editie, in 2009 werd verreden.

“Het niveau stijgt”

“Neen, ik denk niet de veranderingen te snel gaan”, aldus de jongste winnares van de Ronde van Vlaanderen. “Ik geef toe dat ik in het begin van het seizoen ook dacht: ‘oei, er zijn heel wat nieuwe ploegen in het peloton. Zullen er wel voldoende rensters zijn voor die teams?’ Maar heel veel ploegen hebben me verrast en het niveau ligt dit jaar echt wel heel hoog. Er zijn mooie stappen gezet en die moeten we blijven zetten om het vrouwenwielrennen te professionaliseren. Ik denk dat het verplicht minimumloon daar een grote katalysator was. Meer meisjes verdienen nu hun geld met wielrennen, moeten minder werken en kunnen daardoor beter trainen. Het gevolg daarvan is dat het niveau stijgt.”

“Je ziet intussen toch ook dat er niet één ploeg meer dominant is in het vrouwenwielrennen”, ging ze verder. “In vergelijking met vier, vijf jaar geleden kan je toch wel spreken van een bredere top en van meerdere ploegen die het ploegenspel kunnen spelen”, vond Kopecky die zelf voor het topteam SD Worx rijdt. “Je hebt Trek-Segafredo, Movistar, FDJ, UAE, Jumbo-Visma en Team DSM om er een paar te noemen. Het zou fijn zijn moesten er nog meer teams de wedstrijd kunnen dragen, maar er zijn al enorme stappen gezet en het is niet dat in het mannenwielrennen zoveel teams dominant zijn. Jaar na jaar zetten we stappen en zo’n Tour zal zeker interessant zijn om ons te tonen op het hoogste niveau.”

“Toch allemaal heel speciaal”

“Elke dag zal de koers live op televisie te volgen zijn. Er is een gele trui, een groene trui en een bergtrui, net zoals bij de mannen, een publiciteitskaravaan rijdt voor ons uit. Dat is toch allemaal heel speciaal”, eindigde Kopekcy. “Elke ploeg zal z’n sterkste selectie afvaardigen, dus we krijgen een sterk deelnemersveld en een hoogstaande koers. Ik kijk er naar uit. Klassementsambities heb ik niet, daarvoor hebben we Demi Vollering en Ashleigh Moolman, maar ik mik wel op ritwinst.”