Wat betekenen de fiscale hervormingsplannen van Van Peteghem voor jouw vermogensinkomsten?

Vincent Van Peteghem (cd&v), minister van Financiën, wil met zijn blauwdruk voor een fiscale hervorming ons belastingstelsel rechtvaardiger maken. “We moeten tot een eerlijk evenwicht in de behandeling van arbeids- en vermogensinkomsten komen”, klinkt het. Maar in welke mate wil de minister de vermogensinkomsten belasten?

Reeks: De fiscale hervorming en jij

Vincent Van Peteghem (cd&v), minister van Financiën, heeft onlangs zijn blauwdruk voor een fiscale hervorming uit de doeken gedaan. Daarin doet hij uiteenlopende voorstellen om het Belgische belastingsysteem te vereenvoudigen en eerlijker te maken. In deze reeks laten we zeven dag lang ons licht schijnen over wat er in de blauwdruk van de minister staat.

Verscheen eerder al:
Een van de meest dubieuze belastingvoordelen verdwijnt misschien binnenkort
Hoeveel ga jij meer verdienen als de fiscale hervorming van Van Peteghem realiteit wordt?

Een dual income tax moet ons fiscaal systeem rechtvaardiger maken, volgens Van Peteghem. Bij zo’n belastingstelsel wordt er een onderscheid gemaakt tussen de inkomsten uit arbeid en vermogenswinsten. Die eerste categorie wordt progressief belast en bij de tweede categorie wordt er gewerkt met een vast tarief. We laten in dit stuk ons licht schijnen over de belasting op de vermogensinkomsten.

Verlaging roerende voorheffing

Om te beginnen, wil de minister de roerende voorheffing verlagen van 30 naar 25 procent. “Die tariefkeuze volgt één van de basisprincipes van een dual income tax. Bovendien behouden we het stelsel van de bevrijdende bronheffing”, staat er in de blauwdruk te lezen. Per 1.000 euro aan vermogensinkomsten moet je in dat geval dus 50 euro minder belastingen betalen.

Belasting alle vermogensinkomsten

Voorts is het de bedoeling om alle vermogensinkomsten te belasten. Dat betekent dus dat het fiscale gunstregime voor de spaarboekjes zou verdwijnen. Vandaag moet je op de eerste 980 euro aan interesten (per persoon) geen roerende voorheffing van 15 procent betalen. De minister geeft in zijn blauwdruk de voorkeur aan een algemene vrijstelling voor de vermogenswinsten tot 6.000 euro. “Zo zorgen we ervoor dat de kleine spaarder, belegger of investeerder niet wordt geraakt”, klinkt het.

Als je uitsluitend spaart, betekent dat dus dat de fiscale vrijstelling wordt uitgebreid van 980 tot 6.000 euro. Wie zowel spaart en belegt, volgt in die situatie best zijn vermogensinkomsten van dichtbij op om na te gaan wanneer die over het plafondbedrag springen.

Wat betekent dat?

Indien je al je kapitaal op een spaarboekje parkeert, moet je een klein fortuin bezitten alvorens je ook maar één cent belastingen moet betalen op je spaaropbrengsten. Bij het merendeel van de banken moet je tevreden zijn met een spaarrente van 0,11 procent. Indien de vrijstelling van 6.000 euro er komt, moet je pas een roerende voorheffing op de spaarinkomsten betalen als er minstens 5,4 miljoen euro op het spaarboekje staat.

En wat als je gemiddeld 5 procent aan vermogensinkomsten (door bijvoorbeeld een combinatie van spaarinteresten, dividenden en coupons) opstrijkt per jaar? In dat geval moet je pas een roerende voorheffing betalen als je vermogen groter is dan 120.000 euro. Ter verduidelijk: de belasting wordt pas geïnd op de interesten die boven het plafond van 6.000 euro liggen.

Meerwaardebelasting

Er ligt ook een meerwaardebelasting van 15 procent voor aandelen, obligaties en andere financiële producten op tafel. “We voeren de meerwaardebelasting in met respect voor verworven rechten en houden rekening met minderwaarden. We doven bestaande belastingen op vermogen of vermogenstransacties uit, zoals de jaarlijkse taks op de effectenrekeningen en de taks op de beursverrichtingen”, aldus Van Peteghem.

(kg)

Meer