Direct naar artikelinhoud
InterviewKlaus Vanhoutte

Hoe konden 55 ‘moderne slaven’ onopgemerkt aan de slag in Antwerpen? ‘Het is vaak een piramidesysteem’

Klaus Vanhoutte, directeur van opvangcentrum Payoke - De Filipijnse en Bengaalse arbeiders, die amper 650 euro per maand verdienden, waren aan de slag op een site van chemiereus Borealis in de haven van Antwerpen.Beeld Daniil Lavrovski - Photo News

Chemiebedrijf Borealis zit in nauwe schoentjes nu er een onderzoek komt naar 55 mogelijke slachtoffers van mensenhandel in de Antwerpse haven. De arbeiders kregen nauwelijks 650 euro per maand. Helaas is dit geen alleenstaand geval van moderne slavernij in België. Klaus Vanhoutte, directeur van opvangcentrum Payoke: ‘De vraag is: hoeveel gaan we investeren in de strijd tegen mensenhandel?’

Komt mensenhandel zoals we vandaag in de haven van Antwerpen zien vaak voor in de bouw of ook in andere sectoren?

“Mensenhandel en uitbuiting komen in bijna elke economische sector voor. Niet alleen in de bouw, maar ook in de horeca, in nachtwinkels, nagelstudio’s... Overal waar vraag is naar goedkope werkkrachten, is er een groot risico op mensenhandel en economische uitbuiting.”

Neemt het probleem toe in België?

“Daar kan ik onmogelijk op antwoorden: we kunnen geen grondige schattingen maken. Momenteel wordt er vaak verwezen naar cijfers van de Global Slavery Index. Zij hebben het over zo’n 23.000 slachtoffers van uitbuiting in België. Maar die cijfers zijn niet actueel. Dit jaar hebben we binnen Payoke alleen al meer aanmeldingen gehad dan normaal op een volledig jaar. Dat kan het beeld geven dat de cijfers in Vlaanderen enorm stijgen, maar je moet er rekening mee houden dat slachtoffers vaak toevallig gedetecteerd worden. Zoals nu ook deze mensen. Maar dat er nu plots 55 slachtoffers worden ontdekt: dat zijn er echt veel ineens.

“We zien altijd maar een klein percentage van het probleem. Veel slachtoffers blijven onder de radar. Want dat is een ander groot probleem: er zijn te weinig investeringen om slachtoffers van mensenhandel te detecteren. Zelfs als we meer slachtoffers zouden detecteren, is er tekort aan opvang. Payoke zit nu ver boven zijn capaciteit. Sinds kort - los van de 55 Antwerpse slachtoffers - moet Payoke voor het eerst in zijn geschiedenis met een wachtlijst werken.”

Er zijn dus onvoldoende middelen om het probleem aan te pakken?

“Er zijn over heel de lijn tekorten. Er zijn maar 39 arbeidsinspecteurs in België die zich bezighouden met mensenhandel. Dat is peanuts, want het zijn die mensen die controles moeten uitvoeren - ook al doen zij hun best.

“Er is ook een beperkte kennis van het fenomeen mensenhandel, het statuut of zelfs de procedure. Er zijn enorm veel mensen die vroeg of laat met slachtoffers geconfronteerd worden, denk maar aan huisartsen. Maar vaak herkennen mensen het probleem niet, of weten ze niet wat ze moeten doen.”

Hoe raken mensen verstrikt in het web van mensenhandel?

“De rode draad is altijd de socio-economische context waarin het potentieel slachtoffer zich bevindt. Als het gaat over economische uitbuiting gaat het ook vaker om mannen, zoals de 55 Antwerpse slachtoffers die oorspronkelijk uit de Filipijnen en Bangladesh komen. Zij wilden hun familie financieel ondersteunen. Meestal stappen bedrijven of organisaties naar zulke mensen toe om hen te rekruteren voor een job in bijvoorbeeld West-Europa. Er komen beloftes: dat ze genoeg zullen verdienen om hun familie ruimschoots te kunnen onderhouden.

“Deze mensen raken zo in een steeds lastiger kluwen terecht: ze voelen druk om geld te sturen naar hun familie, ook al verdienen ze hier maar 650 euro per maand. Ook al is dat uitbuiting, naar Filipijnse normen is dat mooi betaald natuurlijk. Daarbij komen soms nog ‘schulden’ van de reis naar hier. Het is niet moeilijk om in zo’n situatie verzeild te geraken.”

Klaus Vanhoutte (opvangcentrum voor slachtoffers van mensenhandel Payoke): ‘Veel slachtoffers blijven onder de radar. Want dat is een ander groot probleem: er zijn te weinig investeringen om slachtoffers van mensenhandel te detecteren.’Beeld Daniil Lavrovski

In Antwerpen gaat het over een groot bedrijf dat zich verstopt achter een toeleveringsbedrijf.

“Het is heel vaak een piramidesysteem. Een bedrijf als Borealis is waanzinnig groot, zij moeten hun werk wel uitbesteden. Voor de job waar de 55 slachtoffers mee bezig waren, deed het bedrijf blijkbaar een beroep op een Frans bedrijf. Dat bedrijf had misschien ook een tekort aan arbeiders. Dan rekenen die weer op een ander bedrijf. Zo krijgen we een kluwen aan ondernemingen die onder elkaar werken. En de top kan daar perfect mee wegkomen. Hoe lossen we dat op? Door de controles op de werven op te drijven. Dan komt het probleem aan de oppervlakte.”

De Filipijnse en Bengaalse arbeiders werkten op een werf van chemiereus Borealis in de Antwerpse haven.Beeld Photo News

Hoe geraken slachtoffers nog uit zo’n situatie?

“In dit geval is er contact geweest tussen de Filipijnse consul en enkele slachtoffers. Dat bracht de bal aan het rollen toen de consul aan de alarmbel trok. Tachtig procent van de cliënten bij Payoke komen nochtans niet binnen via politie of inspecties. Zij komen binnen via ngo’s, vrienden, of gewoon zelf.

“Als er eenmaal een procedure gestart wordt, kunnen wij die mensen wel uit het kluwen halen. Slachtoffers kunnen hier een toekomst hebben, maar dat vergt veel werk: psychosociaal, juridisch en financieel. De overheid heeft al veel gedaan in de strijd tegen mensenhandel, maar we moeten ook echt gaan investeren in psychosociale begeleiding, en directe zorg voor slachtoffers van mensenhandel.”

Hoe moet het nu verder met de slachtoffers in Antwerpen?

“De 55 slachtoffers zaten in een afschuwelijke situatie. Payoke kon er maar vier opvangen.  We kunnen de 51 anderen dus niet helpen. Ze kregen wel opvang via de Stad Antwerpen, maar krijgen momenteel geen psychologische hulp, omdat onze capaciteit te klein is. Dat doet enorm veel met ons personeel. Hopelijk kunnen we alle slachtoffers van mensenhandel binnenkort toch de hulp bieden die ze nodig hebben.”