Direct naar artikelinhoud
NieuwsTour de France Femmes

Veldrittalent kijkt uit naar ‘chemins blancs’ in Tour: ‘Panikeer niet als je fiets begint te glijden’

Annemiek Van Vleuten (rechts), Lotte Kopecky en co. snijden voorzichtig een bocht aan in de Strade Bianche. Ook vandaag in de Tour gaat het over grindwegen.Beeld Photo News

De Tour de France Femmes rijdt vandaag over onverharde wegen in de Champagne-streek. Vooral de uitblinkers in het veld willen zich uitleven in deze sleuteletappe. ‘Wij gaan harder door de bochten.’

Gelijke monniken, gelijke kappen: zoals de renners in de Tour de France voor mannen ook weleens kasseien en gravel krijgen voorgeschoteld, is in de gerevitaliseerde versie van de Tour de France Femmes niet alles netjes geplaveid. In de vierde etappe staan vandaag weggetjes met losliggend grind in de heuvelachtige Champagne-streek op het programma. Gefundenes Fressen, zou je zeggen, voor grootheden in het veldrijden. Die zijn er. Vink maar af: achtvoudig wereldkampioene Marianne Vos, drievoudig wereldkampioene Sanne Cant, Thalita de Jong, wereldkampioen in 2016. Tel ook mee: Demi Vollering, Nederlands kampioen gravelrijden.

Maar in het peloton fietsen ook jonge talenten die wel raad weten met de chemins blancs, de Franse pendant van de veel beroemdere strade bianche in Toscane. De Zeeuwse Shirin van Anrooij (20) en de Brabantse Yara Kastelijn (24) eindigden begin maart in de gelijknamige Italiaanse klassieker-in-wording respectievelijk als negende en dertiende. Ze kijken uit naar deze dag. Van de 126 kilometer tussen Troyes en Bar-sur-Aube is dertien kilometer onverhard; povertjes vergeleken met het parcours naar Siena, waarop bijna het drievoudige moest worden bedwongen, maar verschil kan er worden gemaakt, verwachten ze.

Kastelijn, op haar 22ste Europees kampioen in 2019: “Er liggen kansen. Als veldrijder ben je wat minder angstig op dit soort ondergrond. We gaan gewoon wat harder door de bochten.” Van Anrooij, in 2020 wereldkampioen bij de junioren: “Niet iedereen is even handig in het peloton. Ik heb het in de Strade Bianche gezien: met hoge snelheid op de bochten af rijden en dan hard in de remmen, met het risico dat je slipt of valt. Je hoeft niet in paniek te raken als je fiets begint te glijden. Ik ben het meer gewend. In het veld is dat heel normaal.”

Shirin van Anrooij: "Op de explosiviteit en de intensiteit in de winter kan ik in het voorjaar teren."Beeld Photo News

Of ze de vrijheid hebben om in de aanval te gaan is de vraag. Kastelijn rijdt voor Plantur-Pura, een satellietploeg van de broers Christoph en Philip Roodhooft, de broodheren van Mathieu van der Poel, en oud-wereldkampioen Cant behoort tot de selectie. “Misschien zijn voor mij wel de laatste twee dagen belangrijker. Dan moet er stevig worden geklommen.” Van Anrooij, in dienst van Trek-Segafredo: “Ik weet nog niet precies wat mijn rol is. Het is zeker iets voor mij, met veel steile klimmetjes.” Verkend hebben ze de rit niet. Kastelijn heeft op Streetview gekeken.

Niets uitsluiten

Hoewel ze beiden doorbraken in het veld – Van Anrooij werd al op haar achttiende opgepikt door de profploeg Trek Baloise van veelwinnaar Sven Nys – manifesteren ze zich gaandeweg meer op de weg. Van Anrooij won bij de EK voor beloften (onder de 23 jaar) in Portugal deze maand zowel de tijdrit als op de weg. Eind vorige maand vocht ze nog een verbeten duel uit om het Nederlands kampioenschap; Riejanne Markus bleef haar op de VAM-berg net voor.

Ze wil voorlopig geen keuze maken, voor beide disciplines heeft ze meerjarige contracten getekend. “Het gaat nu op de weg beter dan verwacht. Maar ik wil nog zeker niet stoppen met de cross. Op de explosiviteit en de intensiteit in de winter kan ik in het voorjaar teren. Dan kan ik vrijwel volstaan met duurtrainingen.”

Kastelijn wil om dezelfde redenen ook nog geen afscheid nemen van het ploeteren door zand en modder. “Ik hou erg van de combinatie. Maar ik denk toch dat ik van nature meer een wegrenster ben in plaats van een veldrijdster.” Al heeft ze ook reserves, soms. “Je kunt mij beter niet opstellen in wedstrijden als het flink waait en er waaiers ontstaan. Ik ben niet zo’n liefhebber van dat gewring in het peloton. Ik rijd fijner in een kleine groep en als het bergop gaat.”

Yara Kastelijn: "Als veldrijder ben je wat minder angstig op gravel."Beeld ANP

Familiale ploeg

De resultaten, met onder meer een negende plek in de Waalse Pijl en dertiende in de Amstel Gold Race, zijn beter geworden sinds ze in 2020 overstapte naar Plantur-Pura. “Daarvoor reed ik bij Rabobank en voortzettingen van die ploeg. Ik was daar niet zo op mijn plek. Het was er nogal zakelijk. Toen ik erbij kwam, was dat de beste ploeg ter wereld. Marianne Vos, Anna van der Breggen en Pauline Ferrand-Prévot reden er. Die stap was te vroeg. Mijn huidige team voelt veel meer als familie.”

Van Anrooij is op haar gemak in het team voor de veldritten. Zij en oud-wereldkampioen Lucinda Brand vormen het vrouwelijke aandeel in de ploeg. “We rijden geregeld achter de mannen aan, Lars van der Haar, Thijs en Toon Aerts. Ze geven dan tips. Zo schaven we aan onze techniek. We proberen elkaar echt te helpen.” In de wegploeg is dat minder vanzelfsprekend. “Daarin zitten veel meer nationaliteiten, je trekt net wat minder met elkaar op en ik ben ook nog eens veruit de jongste.”

Hoewel Annemiek van Vleuten twee keer de Strade Bianche won, is ze niet enthousiast over de etappe van vandaag. “Je kunt hier door pure pech veel verliezen in het algemene klassement.” De twee laten zich niet ontmoedigen. Kastelijn: “Ik heb er veel zin in.” Van Anrooij: “Het wordt heel leuk.”