Direct naar artikelinhoud
ReconstructieAmazone

Wetteloosheid in het grootste regenwoud ter wereld: hoe hun missie de Amazone te beschermen een activist en een reporter fataal werd

Inwoners van het Braziliaanse stadje Atalaia do Norte kijken toe hoe ­politie en leger op zoek gaan naar de lichamen van Bruno Pereira en Dom Phillips.Beeld NYT

Dom Phillips (57) en Bruno Pereira (41) trokken diep de Amazone in om te praten met inheemse stammen die patrouilleren in het woud. Toen verdwenen ze.

Het was 4 uur ’s ochtends en de zon moest nog opkomen boven de rivier de Itaquai diep in de Amazone, maar een gezelschap inheemse mannen was al volop een ontbijt met koffie, gebakken vlees en vis aan het bereiden. Ze gebruikten een klein fornuis op hun patrouilleerboot, waarop ze al een maand verbleven, op jacht naar stropers.

Ze waren die zondag zo vroeg op omdat enkelen van hen hun twee gasten zouden begeleiden op de terugweg naar de stad een tachtigtal kilometer verder. De gasten, Bruno Pereira, een Braziliaanse activist die de inheemse patrouilles opleidde, en Dom Phillips, een Britse journalist die ze documenteerde, moesten terug omdat ze een afspraak hadden met de federale politie. Pereira zou bewijzen van illegale vis- en jachtpraktijken in deze afgelegen uithoek van het enorme woud overhandigen.

Het was gevaarlijk werk. Pereira was maandenlang bedreigd geweest. Een dag eerder had hij een met een geweer gewapende stroper gezien die enkele weken eerder nog een schot boven zijn hoofd had afgevuurd. De stroper had hem herkend. “Goeiemorgen”, had hij Pereira toegeroepen.

Maar aan het ontbijt meldde Pereira dat hij en Phillips geen nood hadden aan een escorte. Ze zouden snel in hun eentje reizen. Ze laadden hun kleine compacte boot in, zetten de buitenboordmotor aan en gingen ervandoor. Ze hadden genoeg brandstof mee, het bewijs – en een geweer.

Toen verdwenen ze.

Bruno ­Pereira zette zich in voor inheemse bevolkingsgroepen in Brazilië.Beeld AFP

In de Amazone worden zulke verdwijningen vaak niet eens opgemerkt. De wetteloosheid in het grootste regenwoud van de wereld neemt hand over hand toe. Het geïsoleerde gebied nabij de grens met Colombia en Peru is grotendeels opgegeven door de Braziliaanse overheid.

Maar deze keer was het anders – het nieuws werd internationaal opgepikt. Phillips was een freelancejournalist voor The Guardian, Pereira was ooit de Braziliaanse topfunctionaris voor geïsoleerde inheemse bevolkingsgroepen. De regering moest wel reageren.

Binnen een paar dagen arresteerden de autoriteiten twee stropers, die uiteindelijk ook bekenden dat ze de twee mannen vermoord en in stukken gehakt hadden. Een van hen was de man die ‘goeiemorgen’ had geroepen.

Criminele netwerken

De moord op Pereira en Phillips is het verhaal van twee mannen die gedood werden omdat ze leefden voor hun passie. Pereira wilde de Amazone en de inheemse bevolking die er woont beschermen. Phillips wilde de wereld tonen hoe de inheemse gemeenschappen zich proberen te verdedigen tegen stropers die vaak straffeloos te werk gaan. Maar het is ook een verhaal met wereldwijde weerklank. De Amazone is een cruciaal gebied voor de bestrijding van de klimaatverandering, zit vol fauna en flora en natuurlijke rijkdommen, en is de thuisbasis van geïsoleerde gemeenschappen die een cultuur en levenswijze in stand houden die de moderne wereld grotendeels vergeten is.

Om te reconstrueren wat zich daar precies heeft afgespeeld, volgde ik het traject van de mannen op de Itaquai, verzamelde ik hun correspondentie en sprak ik met een veertigtal mensen die de mannen kenden, ze onderweg tegenkwamen of onderzoek deden naar hun verdwijning, onder wie inheemse activisten, vissers, ambtenaren, politierechercheurs, caféuitbaters, koks, familie en collega’s.

Wat snel duidelijk werd, is dat het feit dat de Braziliaanse overheid het gebied zowat heeft opgegeven, én de oproepen van president Jair Bolsonaro om de Amazone te ontwikkelen, de illegale vissers en jagers en de criminele netwerken alleen maar stoutmoediger maken. De weinige federale functionarissen die nog overblijven in het gebied klagen dat ze zich in de steek gelaten voelen. Sommigen dragen kogelvrije vesten omdat ze almaar meer dreigementen ontvangen.

Pereira was opgestapt onder de regering-Bolsonaro uit protest tegen het ecologisch beleid en hielp de inheemse bevolking om zelf orde te handhaven in de wouden. Dat maakte hem tot een doelwit. In maart ontving een inheemse associatie een anonieme boodschap waarin hij bij naam bedreigd werd. Toen schoot de visser vanuit een hut op de oever op zijn boot. Pereira besloot dat hij een groter geweer nodig had. “Het is een pompgeweer kaliber 12”, zei Pereira in een bericht aan een voormalige collega. “Als je daar in het woud zit, heb je iets straffers nodig.”

Dom Phillips maakte buitenlandreportages voor onder meer ‘The Guardian'.Beeld AFP

Maar uiteindelijk wees Pereira volgens collega’s aanbiedingen voor bijkomende veiligheidsmaatregelen op zijn laatste trip af. Het leek erop dat Phillips niet geheel op de hoogte was gebracht van de bedreigingen.

Pereira en Phillips voeren een stuk van de Itaquai af geprangd tussen de Javari-vallei – een inheems reservaat ter grootte van Portugal waarin minstens negentien inheemse gemeenschappen hun thuis hebben – en arme steden in Brazilië, Colombia en Peru waar de misdaad welig tiert. Het plan was een paar dagen door te brengen bij de inheemse patrouille, alvorens bewijzen te overhandigen aan de politie.

Twee dagen voor ze vertrokken, stuurde Pereira een bericht aan een collega. Hij zei dat de reis “hem in de problemen kon brengen”.

In 2018 brachten Pereira en Phillips zeventien dagen in hetzelfde gebied door op zoek naar een geïsoleerde stam. Phillips beschreef Pereira als een “forse man met een bril”, die “de gekookte schedel van een aap opensplijt met een lepel en zijn hersenen als ontbijt eet terwijl hij het over de politiek heeft”.

Pereira werkte voor FUNAI, het federaal agentschap dat zich bezighoudt met de bescherming van inheemse gemeenschappen in Brazilië en verantwoordelijk is voor de Javari-vallei. Het gebied vormt al langer het toneel van een conflict tussen inheemse volkeren en stropers die hun reservaten binnendringen. Ze jagen op tapirs, navelzwijnen en terekayschildpadden, maar hun meest begeerde goed zijn arapaima’s (of pirarucu’s), prehistorische, lucht ademende vissen die tot drie meter lang worden en minstens twee keer zoveel opbrengen als andere vangsten.

Stropers “vallen hier zowat overal binnen, ze zijn als ninja’s”, zegt Eumar Vasques, een functionaris in de FUNAI-basis die de toegang tot het reservaat van de Javari-vallei bewaakt. “Ze kennen het woud beter dan wij.”

Illegale visvangst heeft de populatie van arapaima’s gedecimeerd – de vis is vaste prik op het menu in het gebied. Maar de vissers worden zelden betrapt, deels omdat er minder controle wordt uitgevoerd dan vroeger. De milieupolitie sloot in 2018 zijn regionale uitvalsbasis. Het dichtstbijzijnde kantoor bevindt zich 1.100 kilometer daarvandaan. De federale politie zit meer dan een uur reizen verder. De Braziliaanse marine en het leger patrouilleren niet op regelmatige basis op de wateren. In Atalaia do Norte, de dichtstbijzijnde stad, beschikt de staatspolitie niet over boten en radio’s.

Inwoners van het Braziliaanse stadje Atalaia do Norte kijken toe hoe ­politie en leger op zoek gaan naar de lichamen van Bruno Pereira en Dom Phillips.Beeld NYT

“Kijk rondom. Het is leeg, nee?”, zegt Vasques. “Toch is de trafiek in dit gebied groter dan elders.”

FUNAI is het enige overheidsorgaan dat actief is op de Itaquai, en het personeelsbestand in de basis, onder wie ook tijdelijke inheemse werknemers, is gekrompen van dertig tot de huidige acht. Het gevolg is dat de illegale visvangst geen prioriteit meer is. “De fundamentele rol van de basis is niet echt inspectie”, zegt hij. “Onze rol is feitelijk de bescherming van deze geïsoleerde stammen.”

Bolsonaro beweert dat de overheid nog altijd mensen vervolgt die illegaal aan ontbossing doen en stropen in de Amazone. Hij voert ook aan dat de Braziliaanse milieuwetgeving het volledige economische potentieel van het regenwoud beperkt. In plaats van de staat zijn het nu inheemse mannen die optreden als bewakers van het woud. Sinds vorig jaar gaan dertien man grote patrouilles op zoek naar illegale praktijken. Pereira leidde de mannen op om bewijzen van misdrijven te verzamelen met hun smartphones en via drones.

Eind maart leidde een patrouille de autoriteiten naar een stroper, die gearresteerd werd met 300 kilogram wild en bijna 450 kilogram arapaima in zijn bezit.

Rond dezelfde tijd kwam een handgeschreven boodschap binnen bij Univaja, een associatie van inheemse volkeren die de patrouilles mee organiseert. “Bruno van FUNAI is degene die de indianen erop afstuurt om onze bootmotoren in beslag te nemen en onze vis af te pakken”, stond er, een verwijzing naar Pereira. “Als je zo voortdoet, gaat het slecht aflopen.”

Het bericht was alarmerend. Een collega van Pereira kreeg in 2019 vergelijkbare dreigementen. Vervolgens werd hij op zijn brommer twee keer in het hoofd geschoten. Die moord, die nog niet opgelost werd, zette FUNAI ertoe aan gewapende wachten in te zetten in zijn voorpost op de Itaquai. Toen ik er met de boot arriveerde, kwam Vasques me tegemoet in een kogelvrije vest en vergezeld van twee lijfwachten. “In het begin kregen we dit soort dreigementen niet”, zegt hij. “Ze gaan almaar driester te werk.”

Een politieteam zoekt langs de oevers van de Itaquai naar sporen van de vermiste Pereira en Philips.Beeld NYT

Tussen 2010 en 2020 werden in Brazilië 377 mensen die hun land verdedigden tegen indringers vermoord, volgens de belangengroep Global Witness. In ongeveer dezelfde periode leidden amper 14 van de 300 moorden in de Amazone tot een proces.

Enkele weken na de dreigbrief bevonden Pereira en een collega bij Univaja zich op de Itaquai toen een schot weerklonk en een kogel over hun hoofd vloog. Toen zagen ze Amarildo Oliveira, een visser die lokaal bekendstaat als Pelado, met een geweer in de handen op zijn terras staan. 

Pereira had tot dan een .380 kaliberpistool gedragen. Hij besloot voor iets zwaarders te gaan. “Vandaag nieuw speeltje getest”, schreef hij in mei aan een vriend, met in attachment een foto van een geweer voor een schietschijf vol kogelinslagen.

Allerlaatste reportage

Nadat hij twintig jaar over dancemuziek had geschreven, arriveerde Phillips in 2007 in Brazilië, waar hij aan de slag ging als buitenlandcorrespondent voor onder meer The New York Times. Zijn jongste project was een boek over creatieve manieren waarop mensen de Amazone proberen te redden. Hij worstelde met een strenge deadline en een krimpend budget toen hij besloot een laatste reportagetrip te maken, een wederzien met Pereira in de Javari-vallei.

Phillips was normaal gezien sterk begaan met zijn veiligheid, en hield zijn vrouw en redacteurs nauwkeurig op de hoogte. Maar deze keer verzaakte hij daaraan, zeggen familie en collega’s. Alessandra Sampaio, zijn vrouw, zegt dat Phillips dagen bezig was met het bestuderen van de kaarten en gesprekken met Pereira. “Hij had het volste vertrouwen in Bruno”, zegt ze.

Op dinsdag 31 mei vertrok hij voor een tweedaagse reis naar Atalaia do Norte, een stad met 20.000 inwoners. Toen hij er woensdag arriveerde, interviewde hij Orlando Possuelo, Pereira’s collega die mee de inheemse patrouilles opleidde. Possuelo vertelde Phillips over de visser die op Pereira had geschoten. “Hij wist dat niet”, zegt Possuelo. “Hij was verrast.”

Twee mensen van Univaja vroegen Pereira of hij lijfwachten mee wilde op zijn trip, maar Pereira wees dat aanbod af. Die donderdag, toen Phillips uit zijn hotel vertrok, loog Pereira over de route die hij zou volgen. Hij zei dat hij naar het westen ging, terwijl ze eigenlijk in zuidelijke richting zouden reizen. Collega’s zeggen dat Pereira dat wel vaker deed, om te voorkomen dat hij gevolgd zou worden.

De twee mannen vertrokken in het haventje. Phillips had notitieblokken, camera’s en zijn iPhone mee. Pereira had een geweer. Een collega maakte de laatste bekende foto van de twee, naast elkaar zittend terwijl ze de Itaquai afvaren. Na drie uur varen kwamen ze bij het laatste huis voor het Javari-vallei-reservaat, een open hut met blikken dak, geen elektriciteit en een kapotte koelkast die tegen het terras leunde. Ze verbleven bij een lokale visser en zijn hond. De inheemse patrouille stond hen op te wachten.

Vrijdag interviewde Phillips de inheemse mannen en volgde hij hen op patrouille. ’s Avonds bereidden sommige inheemse mannen luiaard. Pereira proefde ervan, Phillips sloeg het aanbod af.

Vroeg in de ochtend voer Oliveira, de visser die op Pereira had geschoten, voorbij in zijn boot in het gezelschap van twee andere mannen. Ze waren op weg naar het reservaat. Enkele inheemse mannen zetten de achtervolging in. Toen ze naderden, staken Oliveira en een andere man geweren op boven hun hoofd. Oliveira legde de motor stil en liet de stroming hen langzaam drijven langs de plek waar Pereira en Phillips verbleven. Pereira was koffie aan het drinken. Hij zag dat Oliveira een munitiegordel droeg en vroeg Phillips er foto’s van te nemen.

“Goeiemorgen”, zei Oliveira luid tegen Pereira. “Goeiemorgen”, antwoordde Pereira.

Later die zaterdag kwam de groep tot het besluit dat twee mannen van de patrouille Pereira en Phillips zouden begeleiden de volgende dag. Maar tijdens het ontbijt zei Pereira dat ze alleen zouden terugkeren. Niemand verwachtte dat ze zo vroeg zouden vertrekken, zei hij.

Ze vertrokken rond 6 uur, met foto’s van de patrouille en gegevens over hun locatie in hun bagage. Pereira en Phillips haastten zich de Itaquai af toen ze werden ingehaald door een veel snellere boot. In die boot zaten Oliveira en een andere man, Jefferson da Silva Lima, die hen met geweren beschoten. Pereira werd geraakt en schoot terug, zegt de politie, maar miste. Uiteindelijk liep de boot vast in het struikgewas.

Een autopsie kwam tot het besluit dat Pereira twee keer in de borst en één keer in het gezicht was geraakt. Phillips werd één keer in de borst geraakt.

De politie arresteerde Oliveira, Da Silva en Oliveira’s broer, die de twee volgens hen hielp om de lichamen in stukken te hakken en te verbergen in het woud. Hun advocaten geven liever geen commentaar.

De autoriteiten zeggen dat ze onderzoeken of de misdrijven verband houden met georganiseerde misdaadgroepen die veel van de stroperij regelen. “Was dit slechts een vete tussen Bruno en Pelado?” zegt Eduardo Fontes, die het federale politieonderzoek leidt, waarbij hij de bijnaam van Oliveira gebruikt. “Of is het iets groters?”

© The New York Times