Loopt de oorlog in Oekraïne vast? "Denk niet dat grote delen van het land nog van eigenaar gaan veranderen"

Rusland probeert nog altijd terrein te winnen in de Donbas. Zo hebben Russische troepen na dagenlange gevechten een steenkoolcentrale ingenomen ten noorden van de stad Donetsk, de op één na grootste elektriciteitscentrale van het land. Oekraïne verwacht dan weer veel van een mogelijk tegenoffensief in de zuidelijke regio Cherson. 

Toch wil Mart de Kruif, oud-commandant van de Landstrijdkrachten in Nederland, in "De ochtend" op Radio 1 dat woord "offensief" liever niet in de mond nemen. "Het verloopt buitengewoon traag. Om van een succesvol offensief te kunnen spreken, moet je luchtoverwicht en meer vuurkracht hebben en dat heeft Oekraïne niet. Ze maken heel kleine vorderingen op de grond."

Niet dat de Oekraïense militaire ambities in Cherson geen belang hebben. "Het doel is misschien ook wel om delen van Cherson te bevrijden, maar vooral - en dat werkt wel - om Russische troepen weg te halen uit de Donbas, zodat de dreiging daar kleiner wordt. Dus het heeft wel degelijk een effect, alleen niet zozeer bij Cherson."

Om succes te blijven boeken, hebben de Oekraïners de precisiewapens van de Amerikanen wel echt nodig. Zo kunnen ze de aanvoerlijnen en de munitiedepots van de Russen verstoren, zoals gebeurde met beschietingen van de Antonovski-brug over de Dnjepr-rivier. "De Russen maken nog altijd vorderingen dankzij de vuurkracht van hun kanonnen en omdat ze er gewoon veel meer hebben. Daar moeten de Oekraïners iets tegen kunnen doen."

En dus verzandt de oorlog in Oekraïne momenteel in een soort logistieke uitputtingsslag. "Je ziet dat bij beide partijen de logistieke stoom eruit is", stelt de Kruif. "Rusland heeft grote verliezen geleden en heeft te weinig mensen. Maar ze kunnen niet echt mobiliseren. Ze hebben daarom meer dan 80 provincies opgedragen om elk een bataljon met vrijwilligers samen te stellen, huurlingen dus. Ook hebben ze te weinig voorraden, te weinig reserveonderdelen, te weinig modern materieel."

Maar dat geldt ook voor Oekraïne. "Dat materieel is de voorbije maanden allemaal zo gesleten dat dat niet meer aan te vullen is. De depots zijn leeg en de productielijnen werken nog niet allemaal. De granaten voor de Duitse houwitsers (de Pantzerhaubitze 2000, red.) die wij in het Westen in stock hebben, zijn bijvoorbeeld bijna op. Dan houdt het op. Dan moet je wachten tot die productiebanden weer wat leveren en dat kost tijd." Volgens de Kruif is het in Oekraïne daarom momenteel "vechten met wat je niet hebt".

Zo komt het dat er momenteel alleen plaatselijk nog vorderingen te zien zijn in Oekraïne. "Dat wil niet zeggen dat er niet wordt gevochten", benadrukt de oud-generaal. "Je zou het een remake van "Im Westen nichts Neues" (het boek van de Duitse Erich Maria Remarque, over de gruwel en zinloosheid van WOI, red.) kunnen noemen. Het haalt de headlines niet, maar elke dag sneuvelen er aan beide kanten nog honderden mensen in Oekraïne."

De Kruif denkt dat er in Oekraïne wel nog wat terreinwinst te boeken valt voor wie het eerst de logistieke problemen opgelost krijgt. "Maar we moeten niet denken dat grote delen van Oekraïne nog gaan verschuiven van eigenaar. Je gaat meer en meer naar een situatie die wel eens "een bevroren oorlog" wordt genoemd. Beide partijen hebben nog wel de ambitie - Poetin om de hele Donbas in te nemen, Oekraïne om Cherson terug te nemen - en zolang dat zo is, zullen we gevechten blijven zien."