Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëOudsbergen

‘In de slaapkamer bevond zich een kaaiman, in de douche drie krokodillen’: drukte in Vlaanderens grootste natuurhulpcentrum

Een weesvogeltje wordt gevoederd in het natuurhulpcentrum.Beeld RV

Wat in de jaren zeventig nog een opvangcentrum was voor merels, uilen of herten, is nu Vlaanderens grootste natuurhulpcentrum. De gevederde en donzige gasten van weleer zijn er nog, maar steeds vaker maken leeuwen, luipaarden en servals er hun opwachting. Want ook de handel in dieren piekt.

Stiekem genoot ik als kind wel van die verdwaalde jonge pimpelmees of vleugellamme merel in onze tuin in Genk. Dat betekende namelijk: een enthousiast ritje naar wat toen nog het ‘vogelasiel’ in buurgemeente Opglabbeek - nu Oudsbergen - was. Sill Janssen was er de grote man die elk reptiel, vogel of zoogdier aan vrijwillige dierenartsen voorlegde, ter revalidatie in kooitjes hield en met wat geluk gezond en wel uitcheckte richting vrijheid. Al hun avonturen werden uitvoerig beschreven in hun gekopieerde blaadje. En ja hoor, ook ondergetekende liet daar als puber zijn eerste schrijfsels optekenen.

Ik verruilde Limburg intussen voor Antwerpen. Maar het trimestrieel tijdschrift bij de mama - erelid zowaar, dankuvriendelijk - toont sinds enige tijd een heel ander beeld dan indertijd. Leeuwen uit Moskou? Check. Beren uit Oekraïne? Check. Een moeflon redden uit een Ardens bos? Tuurlijk! Vorige week nog toonde VTM Nieuws hoe het centrum een serval, zeg maar fotogenieke exotische wilde poes, ving in Gent. TV Limburg toonde deze week hoe een vier dagen oud edelhertkalfje werd gered.

Een gewonde roofvogel wordt onderzocht.Beeld RV

Dus toch maar eens horen hoe het daar nu zit, decennia later. Want de zomer is er bij uitstek drukker dan ooit. “Veel dieren verlaten het nest en raken in de problemen”, zegt Janssen, met zijn 62 ook al niet meer de jonge snaak van weleer. “De ene kan nog niet goed vliegen of lopen, de andere raakt gedesoriënteerd en verdwaalt. Tegelijk wandelen mensen vaker in bossen en vinden ze die jongelingen.”

Oekraïne

Wat destijds een houten gebouwtje van 6 bij 3  meter was, is nu met 5 hectare Vlaanderens grootste dierenopvangcentrum. “Toen was het voor mij en enkele vrienden een hobby. Nu zetten we het zoveelste gebouw bij, werken we met 130 vrijwilligers en zeventien man personeel en beschikken we over een grote computer die uitrekent welk dier wanneer wat te eten moet krijgen.”

Het opvangcentrum dankt zijn bekendheid vooral aan de vele optredens in het programma Dieren in nesten tussen 2000 en 2015. “Vanaf dan hing heel Vlaanderen aan de telefoon en werden we steeds groter.”

Een van de twee leeuwen uit Oekraïne.Beeld RV

Dat het cv van de gevederde of donzige gasten in al die jaren erg veranderde, bewijst een trip langs de kooien. Terwijl ik als kind juichkreetjes onderdrukte wanneer ik er voor het eerst een gehavende buizerd of torenvalk in de ogen tuurde, doemen nu plots twee ara’s op. Verderop staren twee indringende ogen me vanachter een omgezaagde boomstam aan: een luipaard. De ruimere kooien met grotere beesten worden talrijker. Zo zijn er twee leeuwenbroertjes die dankzij politieke goodwill en internationale solidariteit samen met twee caracals en een wolf onlangs uit Oekraïne werden weggehaald. Als het even kan, worden ze herplaatst in zoos, natuurparken of internationale kweekprojecten.

Krokodil in de douche

Exotische dieren worden ook almaar vaker in eigen land aangetroffen. De handel in die dieren piekt. Janssen herinnert zich een oproep van de politie na een huiszoeking in Lapscheure. “In de slaapkamer bevond zich een kaaiman, in de douche drie krokodillen van anderhalve meter. En er woonde verdorie een klein kind.” Of de kleuter uit Wallonië die aan haar juf opbiechtte dat haar pa haar als straf zou voederen aan de krokodil in de living. “Die lag er dus echt, in een zwembadje achter een laag houten hek.” 

De serval die gevangen werd in Gent.Beeld RV

Dan lijkt de vondst van een 4,5 meter lange tijgerpython in een Limburgs bos niet eens zo gek. “Een man was een gratis slang gaan afhalen, wist begot niet wat te doen met dat beest, wikkelde het in een dekbedovertrek en dumpte het in een bos. Omstaanders hadden alles gezien en noteerden zijn nummerplaat. Dat geloof je toch niet?” Al maken dit soort exotische dieren slechts 10 procent uit van de bewoners, meent Janssen. Hun corebusiness blijven de inheemse dieren.

Vorig jaar werden in Oudsbergen 12.000 dieren groot en klein opgevangen, in de jaren ervoor steeg het aantal telkens met 10 procent. Er wordt nu gebouwd aan een 160 vierkante meter groot wolvenverblijf, terwijl ook het traliewerk aan vernieuwing toe is. Beer nummer dertien moest morgen maar eens voor de deur staan.

Een watervogel is hersteld en wordt weer vrijgelaten.Beeld RV