De Stevoortse kippenfabriek waar iedereen graag kwam werken: “Maar kip at je niet meer hoor”

Hasselt -

Ze werden levend en ondersteboven opgehangen, door een heet bad gehaald, onthoofd en gepluimd. Op het hoogtepunt werden er in de Stevoortse kippenfabriek 140.000 kippen per dag geslacht. “Kip at je dan niet meer, hoor. Maar lol dat we daar hadden.” Dit is aflevering 3 in de reeks Verdwenen fabrieken: de Plumax of Pingo in Stevoort.

Sanne Deferme

We schrijven 1962 wanneer de Stevoortse molenaar Paul ’s Heeren samen met enkele investeerders nv Plumax opricht. ’s Heeren was een tijd eerder al begonnen met het kweken, slachten en verhandelen van braadkuikens. De nv was een antwoord op de enorme groei van die activiteiten. Op 21 januari 1963 werden de eerste kippen geslacht in het nieuwe gebouw aan de Kolmenstraat. Het is pas zeven jaar later dat Jos Hermans (85) in dienst komt. “De firma was toen net overgenomen door de Nederlandse groep Hendrix en kreeg de naam Pingo”, vertelt hij. “Ik was de 139ste werknemer en werd meteen personeelsdirecteur. Ik hield me daarnaast ook bezig met de verzekeringen.”

De verwoestende brand in 1978 legde de fabriek nagenoeg volledig in de as.  ©  RR

Laat je vandaag in het dorp de naam van de fabriek vallen, dan wordt die in één adem genoemd met de brand op zondag 9 april 1978. En ook bij Jos staat die datum in het geheugen gegrift. “Ik was die namiddag rond half 2 nog in de fabriek geweest, samen met de chef van de technische dienst. Rond half 5 zag ik van bij mij thuis, niet zo ver van de fabriek, rook. Ik ben meteen naar daar gereden.” De verwoestende brand legde de fabriek nagenoeg volledig in de as. Zo’n 2.000 ton braadkippen werden vernield, de totale schade liep op tot 100 miljoen Belgische frank. “In geen tijd stond het daar vol met werknemers die kwamen kijken”, zegt Jos. “Ik heb nooit zoveel mensen tegelijk zien huilen als toen. Achteraf bleek dat de brand ontstaan was door een oververhitting in de diepvriesafdeling.”

Eigen voetbalploegje

Maar het bedrijf bleef niet bij de pakken neerzitten. Terwijl de 220 werknemers tijdelijk terechtkonden bij de andere vestigingen van het moederbedrijf in het Nederlandse Uden en Goor, werd amper vier maanden na de brand de eerste steen voor het nieuwe gebouw gelegd. In november werd er opnieuw geslacht. “Op het hoogtepunt werden er dagelijks 130 tot 140.000 kippen geslacht”, zegt Jos. “De kippen kwamen van kwekerijen over het hele land en uit de buurlanden. Het was een snelgroeiende kip die rond de leeftijd van 7 weken geslacht werd.” Met 20 procent van de Belgische markt was Pingo in de jaren 80 marktleider in ons land.

“In geen tijd stond het daar vol met werknemers die kwamen kijken. Ik heb nooit zoveel mensen tegelijk zien huilen als bij de brand”

Jos Hermans

Jos heeft verder niets dan goede herinneringen aan zijn tijd bij Pingo. “Het eerste wat ik vroeg wanneer er jongens kwamen solliciteren, was of ze voetbal speelden. (lacht) We hadden namelijk een eigen ploegje waarmee we deelnamen aan de Limburgse bedrijvencompetitie. Vier of vijf keer werden we kampioen.” Volgens Jos werkte het personeel er ook graag. “Ze hingen allemaal fel aan elkaar. Als het sneeuwde, kwamen ze zelfs met de tractor om toch maar te kunnen komen werken.”

Jos Hermans met dochter Nele Hermans (links) en nicht Inge Geerdens. ©  Raymond Lemmens

Zere handen

Agnes Frees (60) kan dat alleen maar beamen. Zij begon in 1981 op 18-jarige leeftijd in de slachterij van Pingo. “De ingewanden van de kippen werden machinaal verwijderd. Een collega moest dan de lever en het hart van elkaar scheiden. En het was mijn taak om in elke kip eens te voelen of alles eruit was”, vertelt ze. “Ik kon niet werken met handschoenen, dus die deed ik uit. Maar die kippen waren scherp! Na de eerste dag lagen mijn vingers open en stonden ze krom van de kou. Ik blijf hier niet, huilde ik. Maar Hilda, die mij moest opleiden, hielp me erdoor. Ich help och, zei ze. Ich zal wel in ’t koetje voelen. Eenmaal die eerste weken door waren, ging het. En ik ben nooit meer weggegaan. We kregen ook doorgroeimogelijkheden. Ik volgde ’s avonds computerles en ben zo uiteindelijk op de bureau beland.”

“Na de eerste dag lagen mijn vingers open en stonden ze krom van de kou. Ik blijf hier niet, huilde ik”

Agnes Frees

Die zere handen, daar kunnen ook Jos’ dochter Nele Hermans (47) en haar nicht Inge Geerdens (52) over meespreken. Zij deden in de zomer vakantiewerk in de kippenslachterij. “Dat wij er vakantiewerk gingen doen, stond eigenlijk niet ter discussie. We mochten alleen kiezen welke maand”, zegt Nele. “Maar we waren wel blij dat we geen werk moesten zoeken. Deed ik dat graag? Nee. Ik stond op de fileerafdeling, waar we de filet van de borst moesten halen. We droegen drie paar handschoenen en toch sneden we al eens in onze handen. Je kreeg twee keer 20 minuten pauze. Maar in die tijd moest je je ook twee keer omkleden. ’s Avonds was ik stikkapot en ’s nachts had ik nachtmerries. Kip at je dan niet meer, hoor. (lacht) Maar lol dat we daar hadden. Met de praat die het personeel had en met de affaires die we tussen collega’s zagen ontstaan. En de cheque aan het einde van de maand, die maakte alles goed. Ik denk dat dat zo’n 60.000 Belgische frank was.”

Agnes Frees (60) werkte tot aan de sluiting in de Stevoortse kippenfabriek. “De laatste dag heb ik onafgebroken gehuild.” ©  Tom Palmaers

Lotto

Neles nicht Inge moest dan weer elastieken rond de ganse kippen doen. “En dat met koude handen, heel pijnlijk”, herinnert ze zich. “In het laatste jaar zat ik op de bureau en moest ik de telefonische bestellingen aannemen. Ik had eens een nulletje te veel genoteerd, waardoor iedereen moest overwerken om alles weer uit te pakken. (lacht) Ik herinner me ook nog dat een medewerkster op een dag telefoon kreeg van haar man. Ze hadden de lotto gewonnen. Die vrouw smeet haar mes in het blok, is vertrokken en niet meer teruggekeerd. Zo graag deed ze haar werk dus niet, denk ik. (lacht) Het was dan ook hard werk, maar de sfeer onder de collega’s was erg goed.”

Vandaag is Inge CEO van haar eigen bedrijf CV Warehouse, dat online recruteringssoftware maakt. “Ik denk wel dat ik dingen uit mijn vakantiewerk meegenomen heb in mijn latere loopbaan. Bij Pingo leerde ik vooral wat ik niet wou. (lacht) Maar ook dat details belangrijk zijn, zeker op de bureau. Alles wat ik nu doe als baas, is een samenraapsel van hoe ik zelf ooit behandeld ben geweest.”

“Een vrouw had de lotto gewonnen. Ze smeet haar mes in het blok, is vertrokken en niet meer teruggekeerd”

Inge Geerdens

De fabriek kreeg doorheen de jaren wel wat crises te verwerken. Jos stopte na een herstructurering in 1992. “De toenmalige baas wou het personeelsaantal drastisch reduceren en toch meer produceren. Ik heb toen heel goed onderhandeld. Nadien mocht ik zelf vertrekken.” En dan was er ook nog de dioxinecrisis in 1999. “We hebben toen de volledige inhoud van de diepvries moeten vernietigen, terwijl er niets mis mee was”, herinnert Agnes zich. “We moesten van de regering kippen slachten die rechtstreeks de vrachtwagen ingingen om vervolgens verbrand te worden. De schoonste beestjes hebben we toen afgeslacht, goed wetende dat er niets mis mee was.”

Voor de laatste kip hadden we een zwart kostuumpje gemaakt met daarop ‘einde’”, vertelt Agnes, hier op de foto op de laatste dag van Pingo Stevoort in 2003. ©  RR

Sluiting

Agnes was lid van de vakbond toen in 2003 plots de sluiting van de fabriek in Stevoort aangekondigd werd. Volgens de toenmalige directie waren de verkoopcijfers te laag als gevolg van de vogelpestcrisis en de concurrentie van de lagelonenlanden. “Maar voor ons was het een donderslag bij heldere hemel”, zucht Agnes. “Ik heb het vandaag nog altijd niet aanvaard. We waren een goeddraaiend bedrijf, we maakten winst en hadden kennis in huis. Toch besliste toenmalige eigenaar Nutreco om ons filiaal te sluiten en alles in Pingo Maasmechelen onder te brengen. We hebben toen als vakbond een sociaal plan opgesteld en het maximale eruit proberen te halen. De laatste dag in Stevoort heb ik onafgebroken gehuild. Voor de laatste kip hadden we een zwart kostuumpje gemaakt met daarop ‘einde’.”

Agnes ging nadien in het filiaal in Maasmechelen aan de slag. “Iedereen had die kans, maar voor velen was de afstand te groot. In het begin reed ik elke dag naar daar met Highway to Hell van AC/DC in de auto. Maar uiteindelijk werd dat beter en heb ik er ook heel graag gewerkt, tot aan mijn pensioen van dit jaar.”

“Op het vlak van dierenwelzijn zijn grote stappen gezet”, zegt Agnes. “Blauw licht houdt de kippen nu rustig, en ze worden eerst verdoofd voor ze opgehangen worden.” ©  RR

“Voor de laatste kip hadden we een zwart kostuumpje gemaakt met daarop ‘einde’”

Agnes Frees

Door de jaren heen is de techniek van het kippen slachten erg gemoderniseerd. “Ook op het vlak van dierenwelzijn zijn grote stappen gezet”, zegt Agnes. “Blauw licht houdt de kippen nu rustig en ze worden eerst verdoofd voor ze opgehangen worden.” Agnes eet dan ook met plezier een stukje kip. “Ik weet perfect waar de kip vandaan komt en hoe streng de regels zijn. Vandaag de dag moet je daar geen schrik voor hebben.” In 2013 organiseerde Agnes nog een reünie met de vroegere collega’s van Pingo Stevoort. “We organiseerden een fakkeltocht door het dorp. Bewoners hadden ook kaarsjes buiten gezet. Misschien doen we zoiets in 2023 wel opnieuw. We hebben daar allemaal vrienden voor het leven gemaakt.”

Sinds 2017 prijkt er Audac op de gevel van de vroegere Pingo. Audac is een van de merken van audiogroothandel PVS. ©  Sven Dillen

De fabriek vandaag

Na de sluiting vond transportbedrijf Geladé onderdak in de kippenfabriek. Sinds 2017 prijkt er Audac op de gevel, een van de merken van audiogroothandel PVS. “Audac is fabrikant van professionele geluidsinstallaties”, zegt Lloyd Sluiter, marketingcoördinator van PVS. “We ontwikkelen installaties voor achtergrond- en voorgrondmuziek en voor omroep- en evacuatiesystemen. De Nike-fabriek in Laakdal is bijvoorbeeld klant bij ons, net zoals verschillende restaurants in Quartier Bleu in Hasselt. Met onze andere merken Procap en Caymon maken we respectievelijk verbindingen tussen audioapparatuur en hardware.”

PVS heeft het grootste deel van het pand van 55.000 vierkante meter in gebruik. “Bepaalde locaties verhuren we aan lokale ondernemers, zoals bijvoorbeeld koelcellen die hier door de vorige eigenaar aangebracht zijn.”

Lees hier alle afleveringen van de zomerreeks ‘Verdwenen fabrieken’:

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Lees meer