Direct naar artikelinhoud
AchtergrondZwemmen

Hoe kan je veilig zwemmen in open water? ‘Je haalt het nooit van de stroming’

Openlucht Zwemvijver Boekenberg ParkBeeld Felix Rabou

Een 16-jarige Belgische jongen is dit weekend overleden na een ongeval in een zwemvijver in Duitsland. Een week eerder verdronk ook een 19-jarige jongeman in De Plas in Houthalen. Er gaat helaas geen zomer voorbij zonder verdrinkingsdoden. Vaak is er sprake dat de slachtoffers niet ‘goed genoeg’ konden zwemmen. Maar vanaf wanneer kan je zogezegd ‘goed’ zwemmen? En hoe zwem je veilig in open water? Tom Cocle, zwemcoach en al 24 jaar hoofdredder in Blankenberge, legt uit.

Zwemmen in een open meer of in de zee is niet hetzelfde als in een zwembad zonder stroming. Nieuw is die info niet, maar helaas stierven er de voorbije weken toch opnieuw Belgen na een zwempartij in een meer of in de zee. 

“Bij ons is de algemene regel dat als je iemand anders uit het water kunt helpen, je voldoende kunt zwemmen”, zegt hoofdredder Tom Cocle (47). “Je kan dat oefenen met een vriend of vriendin in een zwembad, liefst met kleren aan. Drijf en zwem verder op je rug terwijl je het hoofd van de andere persoon tracht boven water te houden en naar de kant brengt.” 

De temperatuur is een levensbedreigende boosdoener. Enkel op het wateroppervlak is het warm, maar vanaf je dieper gaat - en dat gaat heel snel, zeker als je springt - wordt het koud tot ijskoud.
Tom Cocle

Als ik de redder de vraag stel of een brevet van 50 meter schoolslag volstaat, moet hij lachen. “Mensen denken te snel dat ze kunnen zwemmen. Wij, redders, hebben het gevoel dat het zwemniveau van de badgasten steeds achteruitgaat. Laat ons zeggen dat een zwembrevet boven 500 meter enige motie biedt om voldoende recreatief te kunnen zwemmen, maar eronder echt niet.”

“Er zijn ook veel jongeren die uit landen komen met een mediterraan klimaat waar ze niet vanaf de kleuterklas zwemles krijgen. Een groot verschil met ons land. En zelfs hier merk je dat scholen in het binnenland minder zwemlessen geven dan scholen aan de kust. De draad moet weer worden opgepikt. Zwemlessen mogen niet vervangen worden, ze dienen als levensveiligheid.”

Gevaren van zwemvijver vs. zee

De redder waarschuwt vooral voor plotselinge temperatuurverschillen in een vijver of meer. “Ik wil jongeren oproepen om niet meer te springen in een zwemvijver, want dat vergroot de kans op hydrocutie (koudeschok).”

 Ook de 16-jarige jongen die verdronken is, was met een vriend vanaf een steiger de waterplas in gesprongen. “De temperatuur is een levensbedreigende boosdoener. Enkel op het wateroppervlak is het warm, maar vanaf je dieper gaat - en dat gaat heel snel, zeker als je springt - wordt het koud tot ijskoud. Je lichaam gaat als reactie tussenspieren opspannen, de lucht wordt uit je lichaam geduwd, waarna je stemspleet dichtgaat en je niet meer kan roepen of ademen. In de zee gaat water van onder naar boven door stroming, in een meer blijft dat hetzelfde.” 

Zelfs voor ervaren kanaalzwemmers die van Frankrijk naar Engeland zwemmen, is een van de valkuilen de plotse temperatuurwisseling als er een boot passeert, zo vervolgt Cocle. “Die brengt zodanig veel water van beneden naar boven dat zwemmers in ijskoud water terechtkomen. Zoiets kan je alleen overwinnen door training, maar ‘gewone’ zwemmers moeten dat vermijden of ze overleven het vaak niet. Door de schok verstijft je hele lichaam.”

Laat je in de zee schuin meedrijven om zo langs de zandbanken terug te keren. Zwem vooral niet tegen de stroming in terug naar de kust, want de stroomsnelheden kunnen oplopen tot één à twee knopen.
Tom Cocle

In de zee schuilt dan weer het gevaar in de stroming en golfslagen. “De Noordzee is gekend voor haar vele sterke zandbanken, ofwel bergen zand onder het water. Tussen twee zandbanken ligt een kil (een put) en die zijn met elkaar verbonden door muien, een wateruitlaat of stroming die onder water ligt eigenlijk. Je kan het vergelijken met een bad dat al het water leegzuigt langs één bepaalde kant. Zwemmers die in zo’n muistroom terechtkomen, worden dieper de zee ingetrokken. Je wordt de zee dus ingezogen via een onderwaterrivier.” 

Wie dat voorheeft moet vooral rustig blijven en niet panikeren. “Makkelijker gezegd dan gedaan”, vervolgt de redder. “Maar de tip die ik zwemmers meegeef, is om je schuin te laten meedrijven om zo langs de zandbanken terug te keren. Zwem vooral niet tegen de stroming in terug naar de kust, want de stroomsnelheden kunnen oplopen tot één à twee knopen (één knoop is 1,852 kilometer per uur, nvdr.), terwijl een recreatieve zwemmer amper 0,25 knopen haalt. 

Met andere woorden: je haalt het nooit van die stroming. Een muistroom herken je trouwens aan korte chaotische golven, terwijl ‘normale’ golven in sets van drie à vijf golven ritmisch achter elkaar komen. Bij golfslagen die daaronder liggen, moet je waakzaam zijn.”