Direct naar artikelinhoud
OpinieRoger Housen

Net zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog zou ‘Generaal Winter’ opnieuw aan de Russische zijde kunnen staan

Net zoals tijdens de Tweede Wereldoorlog zou ‘Generaal Winter’ opnieuw aan de Russische zijde kunnen staan
Beeld Damon De Backer/EVW

Roger Housen is kolonel buiten dienst en defensiespecialist. Hij volgt de situatie in Oekraïne al sinds het begin van de invasie op de voet en schreef dit opiniestuk voor De Morgen.

Terwijl de berichten over de oorlog in Oekraïne langzaam uit de nieuwscyclus verdwijnen, duurt hij nu al meer dan vijf maanden en ziet het ernaar uit dat hij nog minstens vijf maanden zal duren. Al is het niet onwaarschijnlijk dat het conflict nog veeleer vijf jaar zal aanslepen dan vijf maanden.

Dit is een oorlog die eerst op het terrein opgelost moet worden. Het gaat in de eerste plaats om het veroveren en heroveren van grondgebied. Poetin wil land, met de bedoeling een toekomstig welvarend en economisch onafhankelijk Oekraïne onmogelijk te maken en bijgevolg de positie van het regime in Kiev permanent te verzwakken. Zelensky wil dit vanzelfsprekend voorkomen. Dat er tegelijk sociaal-economische chaos en politieke verwarring in Europa gecreëerd wordt, is daarbij een mooie bonus voor Moskou.

Geen basis voor een staakt-het-vuren

Op dit moment is het duidelijk dat Ruslands doelstellingen bestaan uit het innemen en vasthouden van het grootste deel van vier provincies: Loehansk, Donetsk, Zaporizhzhia en Cherson. Oekraïne van zijn kant wil deze provincies geheel of gedeeltelijk terugveroveren, en liefst ook weer de controle verkrijgen over de Krim. De strijd op de grond moet dus gewonnen worden door Rusland of Oekraïne, of uitgevochten worden tot een lang en bloedig gelijkspel. Dan kan er op een gegeven moment aan beide kanten een verlangen naar een vredesverdrag ontstaan. Maar zolang dit niet op het slagveld is opgelost, zal het niet gebeuren. Daarom ben ik er vrij zeker van dat de oorlog de komende vijf maanden zal voortduren, desgevallend gebruikmakend van een herfst met mooi weer om het Russische offensief zo ver mogelijk door te zetten en – omgekeerd – de Oekraïense tegenaanvallen maximaal op te voeren.

Als er bij het begin van de winter geen duidelijke uitweg is gevonden, dan zouden beide partijen mogelijk geneigd zijn om over een staakt-het-vuren te onderhandelen. Op dit moment zegt Oekraïne dat het de strijd niet zal stopzetten voordat het al het grondgebied heeft teruggewonnen dat van zich afgenomen is (hoewel over wat dit omvat gepraat kan worden). Rusland lijkt even vastbesloten vast te houden aan al het terrein dat het al ingenomen heeft. De basis voor een staakt-het-vuren is dus smal en lijkt op dit ogenblik eerder vooral hypothetisch.

Percepties en realiteiten van de oorlog

Sommige experts beweren dat de Russische strijdkrachten hun grenzen bereikt hebben aangaande manschappen en materieel en dat de sancties ook steeds meer hun tol zullen eisen. Daarnaast stellen ze dat als het Kremlin zijn ‘speciale militaire operatie’ opgeeft ten gunste van een algemene mobilisatie voor oorlog, het te maken krijgt met binnenlandse oppositie. Deze optimisten verwachten dan de val van Poetin en het verschijnen van een ‘nieuw’ Rusland dat eindelijk de grenzen van na 1991 zal aanvaarden, en zo niet alleen Oekraïne maar ook het Westen de overwinning zal bezorgen.

Dit zou allemaal kunnen gebeuren, maar in oorlog moeten – meer dan in enige andere vorm van politieke activiteit – hoop en aspiraties getemperd worden door de realiteit. Te beginnen met de economische en materiële realiteit. Rusland bezet nu meer dan een vijfde van Oekraïne. Kiev heeft 45 procent van zijn bbp verloren. Moskou heeft de hulpbronnen en de industriesteden van het oosten in handen en ontneemt Oekraïne de mogelijkheid om handel te drijven via de Zwarte Zee. Het beperkt daarenboven in aanzienlijke mate de teelt in een groot deel van wat de broodmand van de wereld is.

De wapens die het Westen (hoe gul ook) levert, komen te laat, in te beperkte aantallen, en volgen de gebeurtenissen op het slagveld meer dan dat zij erop anticiperen. Zij compenseren te weinig het gebrek aan opleiding van de Oekraïense militairen en omvatten onvoldoende cruciale steuncapaciteiten, zoals middelen voor elektronische oorlogsvoering, gepantserde transportvoertuigen, genie-eenheden en logistieke ondersteuning.

Zoals altijd geven wensdenkers in dergelijke omstandigheden voorrang aan het moreel en de wil om te winnen als sleutelelementen voor het resultaat. Oekraïne heeft beide, maar ze staan niet los van de materiële omstandigheden en het stijgende aantal slachtoffers. Hoe langer de oorlog duurt en hoe destructiever hij wordt, hoe meer die vastberadenheid op de proef zal worden gesteld.

Het Russische uithoudingsvermogen

Daartegenover staat dat de Russische economie dit jaar naar verwachting met ongeveer 15 procent zal krimpen en in 2023 met nog een paar procent extra zal verminderen. Het bbp van Rusland bedroeg in 2021 1.650 miljard dollar. Zelfs met 85 procent van zijn economie kan het deze oorlog voortzetten, zeker wanneer de energieprijzen hoog blijven. Rusland is bovendien zelfvoorzienend op het vlak van voedsel, energie en grondstoffen en het bezit een robuuste industriële basis. Enkel op het vlak van geavanceerde technologie is het ten dele afhankelijk van het buitenland, maar hier wendt Moskou zich tot alternatieven in Azië die bereid zijn ‘onder de waterlijn’ Rusland te voorzien van hoogtechnologische onderdelen. Alhoewel de economische sancties wel degelijk pijn doen, blijven ze dus absorbeerbaar voor de Russen en zullen ze bijgevolg niet werken binnen een tijdsbestek dat enige zin heeft.

Ondertussen op het slagveld

Dit brengt ons terug naar de situatie op het terrein. In de Donbas maalt de Russische oorlogsmachine traag maar gestaag verder. In het zuiden hebben de Russische strijdkrachten zich defensief ingegraven ter hoogte van de landcorridor langsheen de Zwarte Zee en de Zee van Azov. Ze slagen er hier relatief gemakkelijk in om de beperkte Oekraïense tegenoffensieven af te slaan, vooral ook omdat de militaire krachtsverhouding er ongeveer in evenwicht is.

Het Amerikaanse Himars-systeem helpt de Oekraïners om Russische munitieopslagplaatsen en hoofdkwartieren ver achter de frontlijn te vernielen, doch ze beschikken over te weinig van dit soort wapens om de tegenstander terug te dringen en grote delen van hun grondgebied te heroveren. De oorlog in Oekraïne heeft daarenboven op pijnlijke wijze de tekorten in de westerse defensievoorraden aan het licht gebracht, in het bijzonder inzake de traditionele spullen, zoals ‘gewone’ artilleriegranaten, antitankwapens en luchtafweergeschut. Gebrek aan productiecapaciteit, tekorten aan geschoolde arbeidskrachten en problemen in de toeleveringsketen (vooral met computerchips) betekenen bovendien lange aanlooptijden om de voorraden van hoogtechnologische wapensystemen in de VS en Europa aan te vullen. Met als gevolg dat het meer dan 18 maanden zal duren vooraleer het Westen de aantallen wapens die Oekraïne vraagt, zou kunnen leveren. Mocht deze bereidheid er überhaupt al zijn of kunnen ontstaan.

Wanneer het slechte weer eraan komt

De herfst komt er snel aan; de toestand voor de Oekraïense bevolking dreigt dus enkel maar penibeler worden. Temeer omdat de Russen ondertussen ook de twee grootste kerncentrales van Oekraïne controleren en dus letterlijk de elektriciteitshendel in het oosten van het land bedienen. Daarnaast zullen de Oekraïense troepen hun tegenstrever moeilijk kunnen verdrijven als de sneeuw het land bedekt. Net zoals tijdens de napoleontische veldtocht en de Tweede Wereldoorlog zou ‘Generaal Winter’ dus opnieuw aan de Russische zijde kunnen staan.

Methodologisch en meedogenloos, zo zal de Russische aanpak verdergaan in de herfst en de winter, in grote mate gebruikmakend van de verschroeiende ‘ijzeren regen’ van Poetins ultieme toeverlaat, zijn ‘god van de oorlog’: de artillerie. Zolang Oekraïne deze massale vuurkracht niet echt kan evenaren, is er nog een lange weg te gaan vooraleer zijn kansen werkelijk ten gunste zullen keren op het slagveld. Bovendien is zelfs dan de verwachting dat Kiev ooit de bezette Donbas herovert nul, welk wapentuig het Westen ook levert.

Dit is een ‘goede’ ouderwetse conventionele attritieoorlog geworden, waarbij de tegenstrevers elkaar trachten te verslaan door het toebrengen van zo veel mogelijk verliezen en vernielingen en elkaar aldus pogen ‘uit te putten’. Het meest waarschijnlijke resultaat is dan ook niet een overwinning van Oekraïne noch van Rusland, maar een lange, bloedige en uiteindelijk onbesliste oorlog.

Hoe lang duurt een uitputtingsoorlog? Ter vergelijking, de Iran-Irak oorlog duurde acht jaar (1980-1988). Op dit moment en zolang beide partijen in staat zijn de strijd vol te houden, is er geen reden om eraan te twijfelen dat de oorlog in Oekraïne ook nog jaren zou kunnen voortduren.

Naarmate de maanden en jaren verstrijken, zullen Rusland en Oekraïne beide veel hebben geleden om niet veel meer binnen te halen dan wat elk van hen al heeft bereikt: een beperkte en pyrrusachtige territoriale winst voor Rusland en een onafhankelijke en soevereine regering met controle over het grootste deel van het vooroorlogse grondgebied voor Oekraïne. Op een gegeven moment zullen de twee landen het dus waarschijnlijk opportuun vinden om te onderhandelen. Maar ondertussen zal de oorlog verder malen.