Direct naar artikelinhoud
Blik op BelgiëRedu

Redu: hét boekendorp van België, met dank aan Monty Python, Marianne Faithfull en een RTBF-journalist

Heel Redu ademt boeken.Beeld RV

Met dertien boekwinkels, een boekbinderij en een papiermuseum is Redu hét boekendorp van België. Dit weekend vindt er La Nuit du Livre plaats en zijn de boekenzaken tot na middernacht open. Vuurwerk volgt. Maar er dreigt ook onheil. ‘De boekhandelaren worden hier steeds ouder.’

Vierhonderdvijftig. Zoveel inwoners telt het Ardense boekdorp Redu. Maar over het aantal boekhandels is “wat onenigheid”, zegt Miep van Duin (77). “Dertien, zegt men. Maar daar zitten enkele onechte boekhandelaars tussen, zoals de galeries of de boekbindster die bij mooi weer boeken uitstallen.”

Samen met haar man Jan (80) baat de Nederlandse éminence grise van het dorp er De Eglantier/Crazy Castle uit, Redu’s grootste tweedehands boekhandel. Tot in de nok van de drie verdiepingen tellende zaak staan Nederlandse, Franse en Engelse boeken rond literatuur, geschiedenis en kunst – “de genres die ik het leukst vind” – geklasseerd.

Redu: hét boekendorp van België, met dank aan Monty Python, Marianne Faithfull en een RTBF-journalist
Beeld RV

Bij hun komst in 1992 was het boekendorp al acht jaar een feit. Het kwam er in navolging van Hay-on Wye in Wales, waar de mediagenieke Richard Booth een leegstaande brandweerkazerne vulde met tweedehands boeken, weet Van Duin. “Hij had het geluk dat de Monty Python-leden er vaak langskwamen en dat Marianne Faithfull er logeerde toen ze brak met Keith Richards. Daardoor genereerde hij nog meer aandacht. Een bewoner van Redu, getrouwd met een Britse, pikte het idee op omdat ook hier veel werkloosheid en leegstand was. Dat die man bevriend was met een RTBF-radiojournalist die vanuit Redu uitzond en zes weken lang zijn uitzending eindigde met ‘ik hoop u in het paasweekend te zien op de opening van boekendorp Redu’, heeft het allemaal versneld.”

Nu zaterdag vindt voor de dertigste keer La Nuit du Livre plaats. Zo’n 1.600 liefhebbers genieten er van een cultuurmarkt, muziekoptredens en theater. Boekhandels blijven open tot middernacht, waarna vuurwerk volgt.

Dat Redu ook hoge ogen gooit in het buitenland, bewijst het forse artikel van eind 2021 in The Washington Post. Ook daarin was Miep de roerganger. De titel van het stuk bood echter weinig hoop: ‘This village was a book capital. What happens when people stop buying so many books?’

“Vroeger zei men dat Redu jaarlijks 200.000 bezoekers ontving, ik denk dat het nu 100.000 is”, zegt Miep. Ook niet onaardig natuurlijk, maar er is veel veranderd. Toen Miep en Jan hier neerstreken, waren er nog 25 boekhandels.

“Je kunt hier als handelaar niet langer de kost verdienen. We hebben jonge mensen nodig, want de boekverkopers worden er niet jonger op. Jongeren kunnen het zich echter niet veroorloven zich hier te vestigen. Het verdient niet genoeg. Haast iedereen hier heeft een pensioen, een uitkering of een werkende partner. Dit doe je uit passie.”

Ludiek parcours

Het Washington Post-artikel zet de lieflijke bakkerij verderop als een ‘pièce de résistance’ neer, maar het is vooral Mudia dat in Redu de aandacht trekt. Het museum pal tegenover de kerk is sinds 2018 de drijvende kracht achter heel wat kunstweekends en expo’s. Het positioneert zich als een museale attractie en wil zowel ouderen, jongeren, kunstkenners als leken beroeren met hun – dixit de directeur – “ludieke parcours in de kunstgeschiedenis”. Tientallen originele schilderijen en kopies van bekende artiesten als Pieter Brueghel II of Klimt wachten in de kamers van dit kleine, puik verzorgde museum. Middeleeuwse gothiek in de ene, Vlaamse primitieven of het symbolisme in de andere.

Van Duin is blij met Mudia. “Het zorgt voor extra aantrekkingskracht. Wie belangstelling heeft voor musea, heeft dat vaak ook voor boeken.” Dat staycations in zijn, is ook een opsteker. Maar de toekomst van Redu als boekenstad? “Misschien nemen galeries de plaats van de boekwinkels wel in,” zegt Miep. “Misschien zal kunstnijverheid, zoals een nieuwe boekbinderij, ook meer aanwezig zijn.”

Of ze zelf nog lang haar zaak zal leiden? “Ik denk op mijn 80ste te stoppen”, zegt ze. En dat ze zich elke keer voorneemt niets meer aan te kopen. En er is die ene belofte: “Aan Jan. Om de gang leeg te maken, zodat vrienden en familie eindelijk langs de voordeur ons huis kunnen betreden.” En daarna? “Ik lees graag en doe handwerk, maar vind de boekenwinkel onwijs leuker. Ik hou van geïnteresseerde klanten.” Een wat stoute, maar minzame grijns is in wording. “Misschien doe ik het toch nog wel tot mijn 85ste.”