Direct naar artikelinhoud
ReportageIn de rand

Op stap in de Genkse wijk Kolderbos: ‘Het zou wel beter zijn als er hier wat dingen veranderen’

Enkele jongens maken plezier op straat. Pas onlangs werden in de wijk speeltuigen geplaatst.Beeld © Eric de Mildt

De Genkse wijk Kolderbos ontstond bijna tegelijk met de bekende Ford-fabriek. Nu de fabriek er niet meer is, ondergaat ook de wijk een grote transformatie waarbij bewoners zo veel mogelijk inspraak krijgen. ‘Stenen alleen werken niet in Kolderbos’.

en

“Er staat hier geen enkele vuilnisbak”, zegt Maureen Moors, die pas sinds vorig jaar in de vaak als berucht bestempelde wijk Kolderbos woont. De wijk kwam in het verleden in de media door een schietpartij op klaarlichte dag, een steekpartij en een afrekening in het drugsmilieu. Maar ook afval blijft een oud zeer. “Sommige mensen gooien gewoon hun afval op de grond, of uit het autoraam”, zegt Moors. “Ik probeer dat rondslingerend afval in de straten steeds op te ruimen.” 

In februari 2019 bleek dat er ook een sofa en andere huisraad op straat werden gegooid, tot groot ongenoegen van de buurtbewoners. Moors vindt het uiteraard “bizar” dat er in de wijk geen vuilnisbakken staan. Maar toen die er vroeger wel waren, kwam er volgens haar ook heel wat huisvuil in terecht.

De resten van een sociaal experiment rond afvalophaling en netheid zijn nog op de betonnen woonblokken te zien. We merken zilverkleurige sterren op. Die maakten ooit deel uit van een beloningssysteem: bewoners die met hun woonblok ‘netjes’ waren, werden zo beloond en kwamen in De sterrenkrant, een lokaal blad dat positieve initiatieven in de kijker plaatste. Het systeem is ondertussen zelf bij het huisvuil gezet, maar de sterretjes zijn er op sommige plekken dus nog steeds. “Het systeem werd ingevoerd en dan weer afgevoerd”, zegt wijkmanager Joachim Nijs die ons een rondleiding geeft in de buurt. 

Nijs zegt ook dat uit gesprekken met bewoners en analyses van de wijk vooral een gebrek aan identiteitsgevoel naar boven komt. Het is bijna bijzonder, maar elke betonnen blok in deze wijk ziet er precies zo uit als de volgende. De straten – Hondsbos en Hooiweg - ogen haast identiek. “Het gaat hier over hoogbouw volgens eenzelfde patroon”, zegt Nijs. De wijk is ruimtelijk gezien als een stenen eiland in het landschap opgetrokken. “Er is te weinig nagedacht over hoe mensen verbinding konden maken met het stadscentrum, met andere wijken of zelfs met elkaar.”

Ford

Kolderbos werd gebouwd in 1964: het ontstaan van de wijk hing samen met de hoge vlucht die de Limburgse mijnindustrie toen nam. In die jaren vestigden zich heel wat Turken en Maghrebijnen in Limburg om net als andere gastarbeiders in de mijnen of auto-industrie te werken. Bij het ontstaan van de wijk waren bijna alle appartementen en huizen eigendom van de sociale huisvestingsmaatschappij Nieuw Dak. Momenteel zijn er van de 340 eengezinswoningen nog 71 eigendom van die sociale huisvestingsmaatschappij.

“Kolderbos werd bijna gelijktijdig gebouwd met Ford Genk en een aantal staalfabrieken zoals Aperam”, zegt Dirk Habils, diensthoofd van de gebiedsgerichte werking in Genk. “Die fabrieken lagen allemaal dicht bij elkaar in de industriezone Genk-Zuid.” De steenkoolindustrie kreeg het met de jaren steeds lastiger, met de sluiting van de mijnen tot gevolg. Ook Ford Genk heeft ondertussen zijn deuren moeten sluiten. Voor de bewoners van Genk, maar ook Kolderbos brachten die sluitingen steeds persoonlijke drama’s met zich mee.

Met de jaren is de wijk volgens de bewoners behoorlijk veranderd. “Vroeger zaten we allemaal samen op straat te kletsen”, zegt een oudere dame met een weemoed die hoorbaar is in haar stem. “We hebben nu veel minder contact met elkaar.” De wijk ligt er tijdens ons bezoek vrij verlaten bij: omdat er, zo zegt ze, veel mensen op vakantie zijn. Tussen de woonblokken zien we wel een aantal voetballende kinderen.

Een ouder koppel dat buiten zit te eten beaamt dat het leven in de wijk heel anders is dan vroeger. “Iedereen blijft toch wat op zijn eigen terrein”, zegt de man. “Dat was in het verleden niet het geval.” Zijn echtgenote valt hem daarop in de rede: “Ik woon hier graag, we moeten niet klagen. We zitten goed in ons appartement.” De vrouw spreekt gebrekkig Nederlands, zoals nog enkele andere bewoners die we in de wijk ontmoeten. Ook een dame die op een zitbank uitrust, geeft te kennen dat haar Nederlands maar beperkt is. Een andere bewoonster lijkt zich daaraan te ergeren. “Ik versta niet iedereen”, zegt ze. “Dat is soms lastig. Sommige mensen hebben een andere cultuur.” Enkele bewoners uit Somalië, die pas in de wijk wonen, ondervinden dan weer geen culturele problemen. “Wij wonen hier graag.”

Enkele Ethiopische inwoners van Kolderbos.Beeld © Eric de Mildt

Ondanks het verleden is Kolderbos geen typische arbeiderswijk. Voor bepaalde bewoners is het eerder een doorgangswijk: jonge gezinnen wonen er vaak maar even, voor ze een grotere woning in een andere wijk bemachtigen. Die doorloop haalt volgens Nijs het sociale weefsel van de wijk onderuit. Maar ook de inrichting van de wijk ontmoedigt op sommige plekken ontmoetingen tussen bewoners. De bewoners vertellen dat sommige openbare graspleinen of ruimtes in de wijk amper gebruikt worden, omdat het niet duidelijk is dat ze voor het publiek bedoeld zijn. Als we zelf in de wijk staan, vragen we ons ook even af of we ons niet op een stukje gras van een bewoner bevinden.

Masterplan

Voor sommige bewoners zijn de grasperkjes het minste van hun zorgen. De wijk kwam vorig jaar nog in het nieuws toen gemeenteraadslid Gaby Colebunders (PVDA) een rondvraag deed bij een dertigtal huurders in het – inmiddels ontruimde - woonblok op de Hooiweg 105. Colebunders kwam terug met een schier eindeloze lijst aan mankementen. “Mijn voordeur is kapot en de deurtjes van mijn keukenkastjes zitten los”, getuigde een bewoonster tegenover de publieke omroep. “Maar het grootste probleem is vocht en schimmel, in elke kamer van mijn flat.”

Drie verouderde woonblokken in de wijk gaan volgend jaar tegen de grond. De sloop van de gebouwen is gekoppeld aan de creatie van een mastervisie voor de wijk getiteld ‘Ons Kolderbos’. Wijkmanager Nijs vertelt dat een van de krachtlijnen van het masterplan is om de herkenbaarheid en de oriëntatie in de wijk te verbeteren. “Het plan vertrekt vanuit het idee om in de centrumzone in Kolderbos twee woonblokken af te breken”, zegt Nijs. “De bewoners werden inmiddels al in nieuw gerenoveerde appartementen in de wijk gehuisvest.”

De transformatie van de wijk gaat verder dan het louter optrekken van nieuwe woningen. Er wordt volgens Nijs werk gemaakt van een nieuwe visie voor heel de buurt. Zoals Nijs het zelf poëtisch stelt: “Stenen alleen werken niet in Kolderbos. Naast een stedenbouwkundig luik werd een participatietraject opgestart met de bewoners”, zegt Nijs. “Er zijn ook veel organisaties, zoals buurtopbouwwerk SAAMO, die hier werken aan dat sociaal weefsel. Zij organiseren buurtbabbels, ontbijten, buurtactiviteiten, ... want we merken dat er veel nood is aan sociale verbinding.”

Inspraak is het grote codewoord voor het masterplan. De bewoners moeten zo veel mogelijk betrokken worden bij het optrekken van ‘hun’ nieuwe wijk. Bij Maureen Moors is er in het kader van het masterplan ook al een ‘terrasinterventie’ gedaan, vertelt Nijs. Zij heeft een directe toegang tot de buitenruimte gekregen, iets wat voor de meeste bewoners nog ontbreekt. “Die kleine interventies hebben een grote betekenis in het leven van de bewoners”, zegt Nijs. De stad Genk, de VMSW en Nieuw Dak schakelden voor de ontwikkeling van het masterplan onderzoeksbureau Metapolis uit Brussel in, samen met MAMA en Createlli. Architect Bernardo Robles Hidalgo (MAMA) en zijn partner Marianita Palumbo woonden een maand in de wijk. Tijdens die maand leefde het koppel zoals iedereen rondom hen.

Maureen Moors woont sinds vorig jaar in de wijk: 'Sommige mensen gooien gewoon hun afval op de grond, of uit het autoraam”, zegt Moors. Ik probeer dat rondslingerend afval in de straten steeds op te ruimen.'Beeld © Eric de Mildt

“We wilden ook omgaan met lokale instellingen, het openbaar vervoer nemen en andere woningen bekijken”, zegt Bernardo Robles Hidalgo. Na observatie ontwikkelde het koppel verschillende experimenten. Een vaststelling was bijvoorbeeld dat er amper speeltuigen voor kinderen in de wijk staan. Dit resulteerde in de creatie van een speelterreintje dat volledig uit natuurlijke elementen bestaat, zoals boomstronken en een berg houtschilfers. Bij de allerkleinsten in de wijk blijkt het speeltuig alvast in trek.

“We zagen veel kansen in de wijk en gingen vervolgens in dialoog met bewoners en de stad om kleine ingrepen voor te stellen”, duidt de architect. Een ander interessant gevolg van die dialoog zien we in de wijk. Zo staan er momenteel transparante panelen op enkele locaties. Buurtbewoners mogen er extra ideeën op kleven of schrijven, die daarna worden meegenomen door het ontwerpteam.

Het koppel heeft ondertussen al heel wat informatie en verschillende elementen kunnen optekenen voor het ontwerp van het masterplan. “Aan de hand van heel wat input die we kregen van de bewoners en onze eigen bevindingen hebben we schetsen gemaakt”, zegt Robles Hidalgo. “Zo zien mensen een mogelijk toekomstbeeld voor hun wijk. Aanpassingen zullen gevolgen hebben voor de bewoners, maar ook voor de manier waarop de stad met het terrein en de bewoners omgaat.”

Blijkbaar is nog niet iedereen in Kolderbos op de hoogte van het project. “Ik wist niet dat ze met een groot plan bezig waren”, zegt Ray (26) die met zijn vriendin in de wijk woont. “Maar het zou wel beter zijn als er hier wat dingen veranderen.”

Identikit Kolderbos

- Aantal inwoners: 2.689

- Bevolkingsdichtheid (aantal inwoners per vierkante kilometer): 4.196

- Percentage/verhouding inwoners onder de 18 jaar: 753 (28,0 %)

- Percentage van inwoners met een vreemde herkomst: van de 2.689 bewoners van Kolderbos hebben 2.047 bewoners (76,1%) een niet-Belgische herkomst.