Direct naar artikelinhoud
AnalyseLopende Zaken

Waarom een bel cognac niet meer volstaat voor een politiek akkoord

Wetstraat-watchers vatten post aan Hertoginnedal bij de begrotings­besprekingen in april 2016. Conclaven weg van de media raken steeds meer in onbruik.Beeld ID Bas Bogaerts

Of het nu over een hoogspanningslijn, onze pensioenen of de staatshervorming gaat, de onderhandelingen in de Wetstraat lopen constant vast. Politici kunnen beter hun onderhandelingstechnieken herdenken dan blijven hopen dat meer van hetzelfde uiteindelijk toch wat anders zal opleveren.  

Charles-Ferdinand Nothomb nodigt eind jaren zeventig Hugo Schiltz uit bij hem thuis voor een weekendje in de luwte. Op zaterdag converseren ze in het Frans met elkaar, op zondag in het Nederlands. Ze willen elkaar beter leren kennen en − uiteraard − praten over de overdracht van bevoegdheden in dit land.

Schiltz, de vader van huidig Open Vld’er Willem-­Frederik, haalt met de Volksunie in die dagen bijna een vijfde van de stemmen in Vlaanderen. Nothomb leidt de PSC, de voorloper van cdH en Les Engagés, op dat moment nog de machtigste partij van België.

Bovenstaande anekdote, beschreven in het derde nummer van het magazine Wilfried, verhaalt over een tijd en over omgangsvormen in de Belgische politiek die wellicht voor altijd vervlogen zijn. Wetstraat-watchers kunnen nostalgisch zuchten dat politici toen meer gentlemen waren, met een veel grondiger kennis van elkaars ideologie en gevoeligheden, maar eigenlijk heeft dat geen zin.

Vandaag draait de wereld sneller dan vier decennia geleden en kijken diezelfde journalisten en commentatoren die politici (nog?) meer op de vingers. Mede daardoor kunnen en zullen die politici geen communautaire akkoorden meer voorbereiden aan open haarden met een bel cognac in de hand.

Over kastelen en paarden

Conclaven in kastelen, ver weg van de media, raken eveneens steeds meer in onbruik. Midden januari 2011 zei Wouter Van Besien, toenmalig voorzitter van Groen, al: “Het idee dat je met zeven partijvoorzitters in een kasteel een staat kunt hervormen heeft nu wel zijn limieten bereikt. Zo werkt het vandaag niet meer.” 

Van Besien onderhandelde toen met Elio Di Rupo (PS) en Bart De Wever (N-VA) over een nieuwe staatshervorming. Het was behoorlijk uitzonderlijk dat een onderhandelaar openlijk de onderhandelingsmethode en cours de route in vraag stelde. Van Besien, tegenwoordig aan de slag bij vdk bank, had overschot van gelijk. Het duurde nog tot oktober van dat jaar voor er een volgende staatshervorming en regering beklonken was.

Wat geldt voor onderhandelingen op Hertoginnedal of in Villa Hellebosch, gaat eveneens op voor ‘politieke’ etentjes. Vroeger kwamen die ­diners in het beste geval maanden later voor in reconstructies in kranten of boeken. Nu vind je ze terug op Instagram of Twitter terwijl ze bezig zijn. Georges-Louis Bouchez (MR) en Conner Rousseau (toen nog sp.a) op een terras na een zoveelste ruzie. Voorzitters Egbert Lachaert (Open Vld) en Paul Magnette (PS) met een vitello tonnato, ook na hun tigste woordenwisseling. Of de barbecue bij premier Alexander De Croo (Open Vld) begin deze zomer (le tout Vivaldi was er en ruziede de dag erna gewoon lustig voort over de pensioenen). Hoe gretiger deze etentjes ‘gelekt’ worden, hoe minder ze veranderen aan de compromisbereidheid van de aanwezige ­politici.

Hierboven staat beschreven welke methodes niet meer werken. Wat kan er in de plaats komen opdat er in 2024 geen vijfhonderd dagen verdwijnen in een zwart gat van eindeloze onderhandelingen? Dat het geld nu echt op is, zal de gesprekken nog vijf keer lastiger maken dan voorheen. Eigenlijk moet de hele Wetstraat nieuwe manieren zoeken om compromissen te bouwen en regeringen te vormen. Onderhandelen over de onderhandelingen.

Moeten er intendanten komen, zoals Alexander D’Hooghe bij de Oosterweelverbinding? Eigenlijk waren ‘oude wijzen’ Wilfried Martens (CVP), Jean-Luc Dehaene (CVP) of Johan Vande Lanotte (sp.a) al zulke bemiddelaars. Ondanks al hun kunde zorgden ze zelden voor de ultieme déclic in de onderhandelingen.

Aparte werkgroep

Wat kan er dan nog? Je zou de onderhandelaars kunnen verplichten om na het akkoord al hun nota’s openbaar te maken. Politieke partijen zullen door die transparantie minder strategische omwegen maken. Simpel gezegd: ze zullen niet wekenlang A vragen terwijl ze eigenlijk D willen bekomen, als het grote publiek al die tactische spelletjes en vertragingsmanoeuvres achteraf leert kennen en kan be- en veroordelen. N-VA gaf in 2019 al een eerste aanzet tot deze transparantie door haar startnota voor de onderhandelingen met Open Vld en CD&V integraal vrij te geven.

Je zou ook enkele deadlines kunnen inbouwen om het chronische uitstelgedrag van de Wetstraat-bewoners af te blokken. Vande Lanotte opperde in 2019 dat de kiezer na drie maanden vruchteloos onderhandelen terug naar de stembus zou moeten, naar Spaans voorbeeld. In Israël gebeurt dat na een half jaar. Ja, dat kan een akelige verkiezingscarrousel op gang brengen, maar het kan de politici tegelijk aansporen om gerichter te onderhandelen.

Nog een stok achter de deur is de afspiegelingsregering. Lukt het niet om een federale regering te smeden, dan vormen de partijen uit de regionale regeringen wel samen die regering. Partijvoorzitter Joachim Coens (cd&v) stelde het in februari 2020, na zijn mislukte bemiddelingspoging, voor in deze krant. “Bij een afspiegelingsregering vermijd je tenminste dat je voortdurend in conflict komt met de Vlaamse of Waalse regering”, voegde hij er nog aan toe. Coens’ voorstel werd overladen met pek en veren, niet het minst omdat hij nauwelijks aandacht leek te hebben voor de Brusselse en Duitstalige regeringen.

Deze ingrepen zullen velen absurd en naïef in de oren klinken. Vandaar dat er ook wat meewarig wordt gedaan over de parlementariërs die zich er in een aparte werkgroep mee bezighouden. Maar nogmaals het wereldrecord regeringsvormen breken en fundamentele hervormingen rateren is veel en veel ongezonder voor de Belgische democratie dan op z’n minst nadenken over doortastende deblokkerings­mechanismen.