Direct naar artikelinhoud
InterviewCaroline en Filip (Blind gekocht)

Na ‘Blind gekocht’: ‘De andere deelnemers waren óók teleurgesteld bij hun eerste bezoek’

‘Mijn eerste reactie was natuurlijk overdreven, maar na een nacht slapen hebben we de productie gebeld om te zeggen dat we er nog altijd het volste vertrouwen in hadden’
Beeld SBS

Zelfs wie geen seconde van het jongste seizoen van Blind gekocht heeft gezien, kon dankzij sociale en minder sociale media perfect de weg volgen die ‘het koppel van één miljoen’ aflegde. Was de bestemming de helse reis langs onbeschofte Facebook-commentaren en negatieve recensies waard?

Filip Struyf (41): “Ons huis heeft álles wat we wilden. We zijn er heel gelukkig en onze kinderen ook.”

Caroline Carpentier (43): “Absoluut! Het enige minpunt was dat de afleveringen, en die storm op de sociale media, amper een week na onze verhuizing volgden. Dat heeft ons geluk toch wat overschaduwd, maar nu zijn we er weer helemaal bovenop.”

Geen last van die dekselse buren?

Struyf (lacht): “Toen we in het huis trokken, kregen we van hen meteen bloemstukken, en onlangs hebben we een grote drink gegeven voor de buurt – het werd een heel gezellige avond.”

Carpentier: “Onze dochters zijn al heel goed bevriend met de kleinkinderen van de buren en er is zelfs een doorgang tussen de twee tuinen. Marie, onze jongste, zegt altijd: ‘Béa (Vandendael, de ‘Blind gekocht’-makelaar, red.) heeft het beste huis voor ons gevonden, want we hebben superleuke vriendinnetjes leren kennen.’”

Is er nu meer tijd voor de qualitytime die jullie zo graag wilden?

Struyf: “Nu we dichter bij onze zaak (binnenspeeltuin Tarzan & Jane in Heusden-Zolder, red.) wonen, is het makkelijker om te gaan werken. Handig, maar het maakte ook dat ik een grens moest leren trekken. Ik waak nu streng over mijn vrije tijd.”

Carpentier: “Op school kregen we te horen dat onze dochters volledig veranderd zijn in de omgang. Wij zijn rustiger geworden en de kinderen ook.

“Ook onze 20-jarige zoon Thomas woont met veel plezier in zijn studio. Hij maakt nog geen aanstalten om het nest te verlaten.”

Velen vroegen het zich af: waarom deden jullie met zo’n groot budget eigenlijk mee aan Blind gekocht?

Carpentier: “We misten gewoonweg de tijd om zelf op zoek te gaan. En ik kan, zoals je in het programma wel kon zien, moeilijk de mogelijkheden van een bestaande woning inschatten. Ik zie niet hoe je ruimtes kunt omvormen. Dat maakte de zoektocht heel moeilijk.

“We kenden de streek ook niet; wat zijn de goede buurten? Toen ik sprak over lintbebouwing – ik heb dat maar één keer uitgesproken, maar plots was dat zogezegd het enige woord in mijn vocabulaire (lacht) – ging het me niet zozeer om de nabijheid van andere mensen, maar eerder om de angst voor een foute buurt. Ik was toen écht in paniek, en dan doe je al eens ongenuanceerde uitspraken.”

Die openden een beerput aan negatieve reacties op sociale media.

Carpentier: “We zijn echt geschrokken van hoeveel mensen in hun pen kropen om hun mening de wereld in te sturen. Op een bepaald moment zijn we gestopt met lezen, om onszelf te beschermen. Maar ik snapte die reacties wel: ik schrok ook van onszelf – het is te zeggen: van mezelf, Filip was meer…”

Struyf: “...diplomatisch (lacht). Ik dacht vaak hetzelfde, maar ik ben gelukkig stiller als ik nerveus ben.”

Die terughoudendheid leverde je op het internet al snel de bijnaam ‘sloef’ op.

Struyf (lacht): “Klopt. Dat was niet leuk om te lezen, maar iedereen die ons kent, heeft daar eens goed mee gelachen.”

Voor jou waren ze minder mild, Caroline.

Carpentier: “Ik werd ervan beschuldigd een slechte mama te zijn. Terwijl alles wat we wilden in dat huis, juist voor de kinderen was. Ik wil hen zo lang mogelijk in ons nest houden, maar mensen interpreteerden dat alsof ik hun liefde probeerde te kopen. Plots begon ik zelf te twijfelen aan mijn kwaliteiten als mama.”

Reageerde je op zulke opmerkingen?

Carpentier: “Eén keer, toen het heel persoonlijk werd.”

Struyf: “We kregen een bericht op ons privéaccount op Facebook.”

Carpentier: “Iemand verweet me nog niets meegemaakt te hebben in mijn leven, en sloot af met: ‘Ik wens u al het slechtste toe dat u kan overkomen.’ Dat soort zinnen spreek je niet uit. Die persoon had het recht niet om dat te zeggen, ik heb al heel hard moeten vechten om te staan waar ik nu sta.”

Maar je vroegere leven werd niet uitgebreid belicht in het programma.

Carpentier: “Dat hadden we bewust gevraagd. Wíj besloten om mee te doen aan het programma, de naasten van mijn eerste man hebben er niet voor gekozen om dat verhaal op tv te horen. Maar het deed me wel iets als mensen zeiden dat het me om het geld te doen was, terwijl zorgzaamheid voor mij het allerbelangrijkste is. Na zijn arbeidsongeval heb ik vier jaar lang voor mijn doodzieke man gezorgd. Dag én nacht.”

‘Mijn eerste reactie was natuurlijk overdreven, maar na een nacht slapen hebben we de productie gebeld om te zeggen dat we er nog altijd het volste vertrouwen in hadden’Beeld SBS

In de media werden jullie steevast ‘miljonairskoppel’ genoemd. Kan dat de negatieve reacties verklaren?

Carpentier: “Verschrikkelijk!”

Struyf: “We hadden nu eenmaal dat budget, en daar werd gretig op ingespeeld.”

Carpentier: “Waren wij opgevoerd als ‘hardwerkend koppel’, dan waren de reacties veel milder geweest. De andere deelnemers waren óók teleurgesteld bij hun eerste bezoek.”

Op een bepaald moment gingen de negatieve reacties ook over jullie werk.

Struyf: “Op Google stroomden de éénsterrecensies binnen met als uitleg: ‘Te weinig badkamers en dressings.’ Die mensen wilden ons moedwillig schaden, dat vond ik écht laag.”

Carpentier: “Dat ze óns willen kwetsen, tot daar aan toe. Maar er werken ook een pak mensen bij ons die elke dag hun uiterste best doen. Zij hebben niets te maken met onze deelname.”

Jullie sloegen terug.

Struyf: “Onze advocaat had ons aangeraden die mensen een brief te sturen.”

Carpentier: “En niet om, zoals velen zeiden, een schadevergoeding te eisen, maar om hen erop te wijzen dat wat ze deden echt niet kon, ook juridisch niet. We wilden dat graag in alle sereniteit afhandelen, maar toen is iemand met die brief naar de pers gestapt.”

Struyf: “Dat maakte het nog duizend keer erger.

“Er wordt altijd gesproken over pesten bij kinderen, maar volwassenen doen het evenzeer. Op sociale media is het zo makkelijk om iemand te kwetsen.”

Jullie werden de hele tijd bijgestaan door een psycholoog. Was dat nodig?

Carpentier: “Ik had daar echt nood aan. Iedereen onderschat hoe heftig zo’n programma is. Bij de stress van een verhuizing komt dus ook nog eens dat je van niets weet. Dat was veel zwaarder dan we op voorhand hadden kunnen inschatten.”

Struyf: “We hebben ons met veel vertrouwen ingeschreven, maar na een tijd begonnen we toch te twijfelen.”

Carpentier: “En niet alleen aan de experts, maar ook aan onszelf. Ik vroeg me af of ik wel had gezegd dat ik een vaatwasser in de keuken wilde. Als je daar dan voor belt, krijg je een vaag antwoord. Plots lag ik wakker van zulke absurde dingen.”

Het lijkt niet veel rustiger dan zelf de woningmarkt op te trekken.

Carpentier: “Absoluut niet. Je denkt dat je er geen tijd in moet steken, maar al die familiebeelden en persoonlijke gesprekken kosten veel energie.”

Struyf: “En dat vloggen! (lacht)

Carpentier: “Het leek soms makkelijker om gewoon naar de winkel te rijden en zelf een badkamer uit te kiezen.”

In De Morgen schreef onze journalist dat jullie ‘geofferd werden op het altaar van de kijkcijfers’. Voelde dat zo aan?

Carpentier: “Na de eerste aflevering misschien wel. Mijn reacties werden uitvergroot, maar dat is gewoon hoe televisie werkt. Bij zo’n programma draait het natuurlijk om de kijkcijfers, dat wisten we vooraf. Maar ik denk niet dat de programmamakers hadden kunnen voorspellen dat er zo met ons afgerekend zou worden, anders hadden ze het zeker anders aangepakt.”

Struyf: “Toen Jani (Kazaltzis, ‘Blind gekocht’-presentator, red.) met de experts in De Cooke & Verhulst Show aantrad, zei Béa daar wel dat ze onze reactie ‘kinderachtig’ vond. Dat vonden wij dan weer wat kinderachtig, want ze wist zeer goed hoe gelukkig we waren met het eindresultaat.”

Carpentier: “Mijn eerste reactie was natuurlijk overdreven, maar na een nacht slapen hebben we de productie gebeld om te zeggen dat we er nog altijd het volste vertrouwen in hadden. Béa’s reactie kwam daardoor hard aan. Maar dat wil niet zeggen dat we hen niet dankbaar zijn.”

Jullie zouden zo opnieuw meedoen?

Struyf: “Absoluut, maar we zijn zo gelukkig in ons nieuwe huis dat dat wellicht nooit nodig zal zijn.”

Carpentier: “Tenzij we ooit kleiner moeten gaan wonen, natuurlijk.”

Zolang er maar genoeg inloopkasten zijn!

© Humo