Direct naar artikelinhoud
Kopje voor online en editie Bruno Struys
De gedachteBruno Struys

De vrijheid van betutteling: de Dodentocht is dood, leve de Dutsentocht!

Bruno Struys is journalist.

In 1970 hadden een paar kameraden bij jeugdhuis Kadee een zot idee: een tocht van 100 kilometer. “Als er maar geen doden vallen!” grapte een van hen. De Dodentocht was geboren. 

Ondanks het stoere logo met doodskop en de macabere traditie om enkele vrijwilligers voorop te sturen met een doodskist op de schouders, is dat exact wat de organisatie nu wil vermijden: een dode. Het wordt zaterdag meer dan 30 graden en het woord hittegolf is al eens gevallen, dus daar moest wel een crisisoverleg van komen. Wie politie, brandweer en de FOD Volksgezondheid op zo’n vergadering uitnodigt, moet niet verbaasd zijn over de risicoaversie aan tafel.  

Wat voorlopig nog niet in de discussie aan bod kwam, is dat de organisatie achter de Dodentocht dit jaar, zoals vele organisaties sinds corona, met een tekort aan vrijwilligers kampt. Daardoor was sowieso al de bagageservice geschrapt. Terwijl er wel opnieuw het maximum van 13.000 deelnemers aan de start staat.

Als ze nog willen komen tenminste, want het kwaad is geschied. Deze editie is intussen het symbool bij uitstek van hoe we onze vrijheid opofferen aan een altaar van overheidsbemoeienis, regulitis en een samenleving die elk risico wil uitsluiten. Het vermijden van overlijdens, hoe flauw zeg.

Lees ook

‘Iedereen schrijft zich in voor 100 kilometer, niet voor 65’: Ruben Van Gucht over kortere Dodentocht

Volgens radiomaker Sven Ornelis gaan we “richting dictatuur”. Daarmee is deze discussie verhitter dan het Bornemse wegdek op zaterdag en dat is meteen het beste bewijs dat we allesbehalve in een dictatuur leven. De vraag is of we in deze vrije samenleving niet bij uitstek gedoemd zijn tot betutteling. Want ja, betuttelend is de maatregel wel, zoals zoveel mediaberichten over de warmte de laatste tijd.  

Een sproeiverbod voor burgers is in Vlaanderen overbodig, want wie dezer dagen nog maar naar zijn tuinslang durft te kijken, riskeert al pek en veren. En het is al zo warm! Voor wie denkt dat ik dit verzin: mijn lieve buurman verontschuldigde zich deze ochtend omdat hij zijn totaal uitgedroogde voortuin wilde bewateren. Het is zover gekomen dat het nieuws ons aanraadt om water te drinken. Nee maar, water tegen de dorst. 

Het interessantste verwijt in deze discussie is dat onze samenleving zou evolueren naar een nulrisicomaatschappij. Dat is even goed een compliment. Er zijn nog altijd te veel verkeersdoden, en hoewel 2021 weer een knik naar boven toont, is de trend nu toch wel al vijftien jaar in dalende lijn. Nochtans zagen veel landgenoten de veiligheidsgordel in eerste instantie als een opsluitriem. Weg vrijheid. 

In Iraaks Koerdistan, niet de meest vrije samenlevingsvorm, staan kinderen rechtop in de laadbak van de pick-uptruck, de haren heerlijk in de wind. Wat een vrijheid. Wie zou dat hier nog aanvaarden?

Het toont het spanningsveld voor overheden en organisaties. We hebben nog nooit zoveel kennis gehad als nu, en die blijft niet hangen in labs. Wie de risico’s quasi in realtime kan berekenen, zal ze ook willen uitsluiten. Wie dan onvoldoende vrijwilligers kan optrommelen om de veiligheid nog te garanderen, moet harde keuzes maken. Als alle criticasters zich aanbieden met water en ijs in Bornem, is het probleem opgelost. Zoniet: de Dodentocht is dood, leve de Dutsentocht!